2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
134<br />
rechtverkrijgenden de bedragen te betalen,op grond dat hij niet bewijst ze aan zijn<br />
volmachtgeefster te hebben overhandigd.<br />
Het hof <strong>van</strong> beroep wijzigt die beslissing. Volgens het hof is iedere gevolmachtigde<br />
wel degelijk in beginsel over zijn beheer rekening en verantwoording verschuldigd<br />
overeenkomstig de gewone regels inzake bewijs en dus, in voorkomend geval,<br />
overeenkomstig artikel 1341 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek. In bepaalde<br />
omstandigheden evenwel kan de gevolmachtigde wegens het bestaan <strong>van</strong><br />
verwantschapsbanden of wegens de verstrekking <strong>van</strong> niet vrijwillige verzorging in<br />
de morele onmogelijkheid verkeren om zich een schriftelijk bewijs in de zin <strong>van</strong><br />
artikel 1348 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek te doen opmaken. Het hof <strong>van</strong> beroep wijst<br />
op een reeks feitelijke omstandigheden die naar zijn oordeel verklaren waarom de<br />
gevolmachtigde zich geen schriftelijk bewijs <strong>van</strong> de afgifte <strong>van</strong> het geld door de<br />
volmachtgeefster heeft doen opmaken, zonder daaruit evenwel de morele<br />
onmogelijkheid om zich een dergelijk bewijs te doen opmaken af te leiden.<br />
Op het door de rechtsverkrijgenden ingesteld cassatieberoep vernietigt het <strong>Hof</strong> dit<br />
arrest, op grond dat de appelrechters het recht <strong>van</strong> verdediging <strong>van</strong> de eisers tot<br />
cassatie hebben geschonden. De gevolmachtigde had zich in zijn verweermiddelen<br />
niet beroepen op het bestaan <strong>van</strong> die “morele onmogelijkheid” om zich een<br />
schriftelijk bewijs te doen opmaken. In strijd met wat de eisers tot cassatie<br />
aanvoeren, hebben de appelrechters weliswaar niet het beschikkingsbeginsel<br />
miskend door de in artikel 1348 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek vervatte rechtsregel<br />
ambtshalve toe te passen op bepaalde, door de gevolmachtigde tot staving <strong>van</strong> zijn<br />
verweer aangevoerde feiten. Daar het hier evenwel een middel in rechte betrof dat<br />
de appelrechters ambtshalve hebben opgeworpen, dienden zij het aan de tegenspraak<br />
<strong>van</strong> de partijen te onderwerpen alvorens uitspraak te doen, wat zij niet gedaan<br />
hebben. Het arrest wordt dus vernietigd.<br />
§ 4.Wraking en onttrekking<br />
A.TUCHTSTRAF JEGENS EEN MAGISTRAAT DIE VERZUIMT DE ZAKEN TE BERECHTEN DIE HIJ IN<br />
BERAAD HEEFT GENOMEN: ARREST VAN 12 JANUARI <strong>2006</strong> (D.05.0013.F)<br />
De magistraat die gewoonlijk, maanden lang en zonder gegronde redenen, verzuimt<br />
de zaken te berechten die hij in beraad heeft genomen, verzuimt aan zijn<br />
ambtsplichten, zodat hem een tuchtstraf kan worden opgelegd. Dit is de leer <strong>van</strong> het<br />
arrest dat op 12 januari <strong>2006</strong> door de Algemene Vergadering <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> is<br />
gewezen.<br />
Aan een rechter <strong>van</strong> de rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg wordt verweten dat hij al<br />
maanden en gewoonlijk verzuimt de zaken te berechten die hij in beraad heeft<br />
genomen. Naast het feit dat hij geen gegronde redenen opgeeft voor die vertraging,<br />
leeft de betrokken magistraat evenmin de vormvereisten en de informatieprocedure<br />
na die door artikel 770 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek worden opgelegd aan een<br />
rechter die zijn beraad langer dan drie maanden aanhoudt. Tegen die vertragingen<br />
zijn er klachten <strong>van</strong> de partijen, de balie of het openbaar ministerie, enerzijds, en<br />
verwittigingen, zowel <strong>van</strong> de voorzitter <strong>van</strong> de rechtbank als <strong>van</strong> de eerste voorzitter