26.09.2013 Views

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

244<br />

krachtens artikel 249 <strong>van</strong> het EG-Verdrag rechtstreekse werking heeft) alsook,<br />

volgens de rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> Justitie <strong>van</strong> de Europese Gemeenschappen,<br />

de bepalingen <strong>van</strong> de Europese richtlijn die bij uitzondering een rechtstreekse<br />

individuele werking hebben wanneer de termijn voor omzetting <strong>van</strong> de richtlijn<br />

verstreken is en de Staat ze niet of op onjuiste wijze heeft omgezet en de<br />

bepaling(en) <strong>van</strong> de betrokken richtlijn bovendien duidelijk genoeg en<br />

onvoorwaardelijk (is) zijn, met andere woorden wanneer de Staat geen<br />

beoordelingsvrijheid had bij de omzetting. 313 .<br />

Rechtsregels uit internationale verdragen of akkoorden – Besluit – Om een<br />

« wet » te zijn in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek, moet de<br />

internationale norm dus, enerzijds, vervat zijn in een voor België verbindend<br />

internationaal verdrag, dat in werking is getreden in de bovengenoemde vormen die<br />

er een verbindend karakter aan verlenen, en moet zij, anderzijds, een rechtstreekse<br />

werking hebben.<br />

De rechtspraak – Ofschoon de rechtspraak <strong>van</strong> de hoven en rechtbanken<br />

gerangschikt wordt onder de formele rechtsbronnen, is zij geen « wet » in de zin <strong>van</strong><br />

artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek. De uitspraak <strong>van</strong> een rechtscollege mist<br />

normatieve draagwijdte. Zij is aangepast aan een geval of aan een welomschreven<br />

feitelijke situatie en bezit niet het vereiste algemene en abstracte karakter. Ten slotte<br />

is de bodemrechter, in tegenstelling tot de landen <strong>van</strong> de Common Law, niet<br />

gebonden door « precedenten »; zij is dus niet verbindend.<br />

Illustratie – Een reden of een dictum <strong>van</strong> een arrest <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> de<br />

Europese Gemeenschappen is geen wet in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het<br />

Gerechtelijk Wetboek (Cass. 2 april 1982, A.C. 1982, I, 914).<br />

De Belgische rechter is in de regel niet bevoegd om een recht te scheppen in de<br />

marge <strong>van</strong> de wet en, a fortiori, niet bevoegd om een recht te scheppen dat in strijd<br />

is met de wet 314 . De Grondwet bevestigt dat beginsel in artikel 84 naar luid waar<strong>van</strong><br />

alleen de wetgever bevoegd is om een authentieke uitlegging te geven aan de wet.<br />

Door middel <strong>van</strong> de interpretatieve wet legt de wetgever in verband met een punt<br />

waar de rechtsregel onzeker of betwist is, een oplossing vast die alleen de<br />

Over dit alles, cf. J. VELU, « Considérations sur la jurisprudence de la Cour de cassation relative aux<br />

instruments internationaux en matière de droits de l’homme », in Liber amicorum E. KRINGS, 1991, pp.<br />

401 e.v..<br />

313 De richtlijnen hebben volgens de vaste rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> Justitie geen « horizontale »<br />

individuele werking, dat wil zeggen dat particulieren ze niet rechtstreeks in hun rechtsbetrekkingen<br />

kunnen aanvoeren. Daarentegen hebben zij onder de bovengenoemde voorwaarden een « verticale »<br />

individuele werking, in zoverre particulieren er rechten aan kunnen ontlenen tegen de Staat. Dat geldt<br />

alleen in die richting. Het is uitgesloten dat aan particulieren plichten zouden worden opgelegd. Het <strong>Hof</strong><br />

herinnert hieraan in een arrest <strong>van</strong> 23 juni 2005 (nr. C.04.0186.F), voorafgegaan door concl. adv.-gen.<br />

Ph. DE KOSTER., in Pas., 2005<br />

I.v.m. dit onderwerp, zie : K.LENAERTS en P.VAN NUFFEL, Europees recht in hoofdlijnen,<br />

Antwerpen, Maklu, 2003, pp. 698 e.v. ; M.-F. LABOUZ, Droit communautaire européen en général,<br />

Brussel, Bruylant, 2003, pp. 292 e.v..<br />

314 Art. 6 Ger.W.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!