2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
208<br />
de beslissing vast; verwerpt het <strong>Hof</strong> het middel, dan betekent zulks dat het middel<br />
het <strong>Hof</strong> niet in staat stelde zijn wettigheidstoezicht uit te oefenen (het middel wordt<br />
in dat geval niet- ont<strong>van</strong>kelijk verklaard) of dat de in dat middel geuite kritiek niet<br />
gegrond was ; een dergelijke verwerping houdt geen enkel oordeel in over de<br />
wettigheid <strong>van</strong> de akte in abstracto.<br />
De verwijzing naar de wettigheid <strong>van</strong> het bestreden dictum moet, gelet op de<br />
bovenstaande overwegingen, aldus worden begrepen dat het motief dat in de plaats<br />
komt <strong>van</strong> het in het middel geviseerde motief, het bekritiseerde dictum naar recht<br />
verantwoordt en dat geen enkel ander middel met succes heeft kunnen aantonen dat<br />
het dictum onwettig was wegens de steller er<strong>van</strong>, het voorwerp of andere motieven<br />
die tot cassatie kunnen leiden.<br />
§ 3.Gevolgen<br />
Het voornaamste gevolg <strong>van</strong> een substitutie <strong>van</strong> motieven is de nietont<strong>van</strong>kelijkheid<br />
<strong>van</strong> het middel dat zich beriep op een fout in de motivering <strong>van</strong> de<br />
bekritiseerde beslissing. Hoe belangrijk de gevolgen <strong>van</strong> een substitutie <strong>van</strong><br />
motieven soms ook kunnen zijn 207 , toch oefent zij geen directe invloed uit op de<br />
beslissing over het cassatieberoep en kan de indiener er<strong>van</strong> bijgevolg niet worden<br />
geacht om die reden in het ongelijk te zijn gesteld 208 .<br />
§ 4.Facultatief of verplicht karakter <strong>van</strong> de substitutie <strong>van</strong> motieven – Belang<br />
<strong>van</strong> de vraag<br />
Dient het <strong>Hof</strong>, zodra het vaststelt dat de voorwaarden voor de substitutie <strong>van</strong><br />
motieven vervuld zijn, daartoe over te gaan of beschikt het over een<br />
beoordelingsmarge? Dat is de vraag naar het verplicht dan wel facultatief karakter<br />
<strong>van</strong> de substitutie <strong>van</strong> motieven.<br />
Bij ontstentenis <strong>van</strong> een ondubbelzinnig antwoord in de rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong><br />
waar<strong>van</strong> het onderzoek op dat punt alleen gissingen kan opleveren, is men natuurlijk<br />
geneigd zich tot analyses in de rechtsleer te wenden ; de rechtsleer bevat evenwel<br />
analyses die beide zienswijzen ondersteunen 209 .<br />
206 En onder voorbehoud, tot op zekere hoogte, <strong>van</strong> het geval <strong>van</strong> de substitutie <strong>van</strong> motieven die precies<br />
ertoe leidt de wettigheid <strong>van</strong> het in de plaats gestelde motief te doen aannemen.<br />
207 Vooral wanneer een enkel middel werd aangevoerd tot staving <strong>van</strong> het cassatieberoep of wanneer de<br />
substitutie <strong>van</strong> motieven ertoe leidt dat alle middelen niet-ont<strong>van</strong>kelijk verklaard worden.<br />
208 Wat dat betreft mogen de bewoordingen <strong>van</strong> artikel 620 <strong>van</strong> het (Franse) Nouveau code de Procédure<br />
civile waarnaar het Europees <strong>Hof</strong> voor de rechten <strong>van</strong> de mens verwijst in het hierna (inz. punten 28 en<br />
38) becommentarieerde arrest <strong>van</strong> 13 oktober 2005 ons niet misleiden omtrent de gevolgen <strong>van</strong> de door<br />
het Belgische <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> toegepaste substitutie <strong>van</strong> motieven.<br />
209 Cf. o.m. de bovenvermelde studie <strong>van</strong> A. DECROËS, die de voorkeur geeft aan het verplicht karakter<br />
(pp. 433-436) in tegenstelling tot de benadering <strong>van</strong> G. CLOSSET-MARCHAL, J.FR. VAN<br />
DROOGHENBROECK, S. UHLIG en A. DECROËS, op. cit., pp. 408-409, nr. 393).