2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
58<br />
schade vooraf geen voorbehoud heeft geformuleerd, sluiten op zichzelf niet uit dat<br />
het gaat om gevolgen <strong>van</strong> een zelfde gebrek en een zelfde contractuele<br />
tekortkoming.<br />
De bestreden beslissing blijft wel overeind, waar de appelrechters de voor het eerst<br />
in 1988 tegen het architectenbureau ingestelde vordering als laattijdig afdoen. De<br />
bouwheer die zowel de aannemer als de architect aansprakelijk wil stellen, moet<br />
immers voor het verstrijken <strong>van</strong> de tienjarige termijn een vordering instellen tegen<br />
zowel de aannemer als de architect. Het feit dat de bouwheer binnen de termijn een<br />
vordering instelt tegen de aannemer en dat deze aannemer binnen de termijn een<br />
vordering instelt tegen de architect neemt <strong>van</strong>zelfsprekend niet weg dat de bouwheer<br />
zelf binnen de termijn een vordering moet instellen tegen de architect, wat de<br />
gemeente in het onderhavige geval heeft nagelaten.<br />
§ 2.Familiaal vermogensrecht<br />
A.WANNEER ECHTGENOTEN NIET DEZELFDE NATIONALITEIT HEBBEN EN IN VERSCHILLENDE LANDEN<br />
HUN GEWONE VERBLIJFPLAATS HEBBEN, IS DE WET DIE VAN TOEPASSING IS OP DE UITKERING TOT<br />
LEVENSONDERHOUD NA ECHTSCHEIDING, DIE VAN DE GEWONE VERBLIJFPLAATS VAN DE<br />
UITKERINGSGERECHTIGDE: ARREST VAN 10 FEBRUARI <strong>2006</strong> (C.04.0517.F), MET CONCLUSIE VAN<br />
ADVOCAAT-GENERAAL A. HENKES<br />
Twee echtgenoten zijn uit de echt gescheiden. De vrouw, die de Franse nationaliteit<br />
heeft en in Frankrijk verblijft, dient een vordering tot uitkering na echtscheiding in<br />
tegen haar ex-man, die de Britse en Ierse nationaliteit heeft en in België verblijft.<br />
Het komt er dus op aan te weten welke wet op een dergelijke vordering <strong>van</strong><br />
toepassing is.<br />
Het hof <strong>van</strong> beroep is <strong>van</strong> oordeel dat het gaat om de wet die de echtscheiding <strong>van</strong><br />
de echtgenoten heeft geregeld, hier de Belgische wet, en beslist bijgevolg dat de<br />
door de echtgenote ingestelde vordering tot onderhoudsuitkering niet gegrond is<br />
omdat de echtscheiding in haar nadeel is uitgesproken.<br />
In haar cassatieberoep houdt de echtgenote staande dat op die kwestie de wet moet<br />
worden toegepast die het personeel statuut <strong>van</strong> de ex-echtgenoten regelt. Zij houdt<br />
ook staande dat, aangezien de ex-echtgenoten niet dezelfde nationaliteit hebben, de<br />
wet <strong>van</strong> het personeel statuut in casu de Britse wet is, namelijk die <strong>van</strong> verweerders<br />
nationaliteit, die eveneens overeenstemt met de wet <strong>van</strong> de eerste echtelijke<br />
verblijfplaats.<br />
Het <strong>Hof</strong> verwerpt het middel. Wanneer de ex-echtgenoten niet dezelfde nationaliteit<br />
hebben en in verschillende landen verblijven, is de wet die hun personeel statuut<br />
regelt immers de wet <strong>van</strong> de gewone verblijfplaats <strong>van</strong> de uitkeringsgerechtigde en<br />
niet, zoals eiseres beweerde, die <strong>van</strong> hun eerste echtelijke verblijfplaats.<br />
In dit geval, aangezien de echtgenote in Frankrijk woonde, diende de Franse wet te<br />
worden toegepast. Het <strong>Hof</strong> stelt echter vast dat Frankrijk de Overeenkomst <strong>van</strong> ‘s<br />
Gravenhage <strong>van</strong> 2 oktober 1973 over de toepasselijke wet inzake