2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
52<br />
De eerste overwegingen <strong>van</strong> het arrest bouwen voort op de jurisprudentiële evolutie<br />
sinds het zogeheten Flandria-arrest 13 . De beginselen <strong>van</strong> scheiding der machten en<br />
<strong>van</strong> de onafhankelijkheid <strong>van</strong> de wetgevende macht en <strong>van</strong> de parlementsleden<br />
houden volgens het <strong>Hof</strong> niet in dat de Staat in het algemeen zou zijn ontheven <strong>van</strong><br />
zijn verplichting de schade te vergoeden die een fout <strong>van</strong> het Parlement aan een<br />
derde heeft veroorzaakt. Tevens benadrukt het <strong>Hof</strong> dat artikel 144 <strong>van</strong> de Grondwet<br />
alle burgerlijke rechten onder de bescherming stelt <strong>van</strong> de rechterlijke macht,<br />
ongeacht de hoedanigheid <strong>van</strong> de gedingvoerende partijen en de aard <strong>van</strong> de<br />
handeling waardoor een burgerlijk recht wordt geschonden.<br />
Het <strong>Hof</strong> aanvaardt dus in het algemeen en zonder nader de voorwaarden <strong>van</strong> die<br />
aansprakelijkheid te omschrijven dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld voor<br />
een foutief optreden <strong>van</strong> de wetgevende macht. Dit ligt in de lijn <strong>van</strong> de reeds<br />
bestaande mogelijkheid om de Staat aansprakelijk te stellen voor het onrechtmatige<br />
handelen <strong>van</strong> (organen <strong>van</strong>) de uitvoerende macht, <strong>van</strong> de rechterlijke macht 14 , en<br />
zelfs <strong>van</strong> de wetgevende macht wegens schending <strong>van</strong> het internationale<br />
(inzonderheid het Europese) recht 15 .<br />
De volgende overwegingen brengen een in dezen rele<strong>van</strong>te precisering. De<br />
principiële rechtsbescherming geboden door artikel 144 <strong>van</strong> de Grondwet laat<br />
volgens het <strong>Hof</strong> “niet toe dat de rechter, rechtstreeks of onrechtstreeks, toezicht<br />
uitoefent op de wijze waarop het parlement het recht <strong>van</strong> onderzoek uitoefent en tot<br />
zijn besluit komt, en aldus op de wijze waarop de leden <strong>van</strong> de Kamers hun mening<br />
uitdrukken”. Het <strong>Hof</strong> steunt die interpretatie op de parlementaire immuniteit<br />
gewaarborgd door artikel 58 <strong>van</strong> de Grondwet. Die parlementaire immuniteit strekt<br />
ertoe de vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting in het parlement te beschermen en de scheiding<br />
<strong>van</strong> machten tussen wetgever en rechter te handhaven en omvat alle parlementaire<br />
werkzaamheden, ook deze <strong>van</strong> een parlementaire onderzoekscommissie. Volgens<br />
het arrest zou die vrijheid in strijd met de Grondwet beperkt worden indien de<br />
burgers het recht zouden hebben een schadeclaim in te leiden tegen de Staat op<br />
grond <strong>van</strong> een beweerde onzorgvuldige mening geuit in het raam <strong>van</strong> de<br />
parlementaire werkzaamheden. Het <strong>Hof</strong> merkt nog op dat deze zienswijze spoort<br />
met het E.V.R.M. en geen onevenredige inbreuk uitmaakt op het erin gewaarborgde<br />
recht op toegang tot de rechter.<br />
In die optiek vernietigt het <strong>Hof</strong> het bestreden arrest, nu de appelrechters er<br />
verkeerdelijk <strong>van</strong> uitgaan dat artikel 58 <strong>van</strong> de Grondwet niet uitsluit dat de Staat<br />
aansprakelijk is voor een schadeverwekkende foutieve mening geuit in het raam <strong>van</strong><br />
de parlementaire werkzaamheden <strong>van</strong> een parlementaire onderzoekscommisie en<br />
vervolgens het verslag <strong>van</strong> die onderzoekscommissie toetsen aan de<br />
zorgvuldigheidsnorm <strong>van</strong> de artikelen 1382-1383 B.W. Zodoende beperken de<br />
13<br />
Cass. 5 november 1920 (Flandria), Pas. 1920, I, 193, met conclusie <strong>van</strong> eerste advocaat-generaal P.<br />
LECLERCQ.<br />
14<br />
Cass. 19 december 1991 (Anca), A.C. 1991-92, nr. 215, en de conclusie <strong>van</strong> eerste advocaat-generaal J.<br />
VELU.<br />
15<br />
Vgl. nog: Cass. 27 juni 1845, Pas. 1845, I, (392), 409, met conclusie <strong>van</strong> procureur-generaal M.<br />
LECLERCQ.