2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het zonder meer niet-ont<strong>van</strong>kelijk verklaren, bij toepassing <strong>van</strong> artikel 416 <strong>van</strong> het<br />
Wetboek <strong>van</strong> Strafvordering, <strong>van</strong> een cassatieberoep tegen een beslissing inzake<br />
wraking in strafzaken lag niet voor de hand. Blijkt immers achteraf, en meer precies<br />
bij de uiteindelijke cassatiebeslissing, een wraking ten onrechte niet te hebben<br />
plaatsgevonden, dan is de hele (verdere) strafprocedure ten gronde een maat voor<br />
niets geweest. Mede in die context kan ernstig worden betwijfeld of een beslissing<br />
inzake wraking in strafzaken een louter voorbereidende beslissing is dan wel een<br />
beslissing <strong>van</strong> onderzoek in de zin <strong>van</strong> artikel 416 <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong><br />
Strafvordering.<br />
In die optiek beslist het <strong>Hof</strong> in zijn arrest <strong>van</strong> 29 september <strong>2006</strong> dat de<br />
wrakingsprocedure een autonoom karakter heeft en dat zodoende onmiddellijk, en<br />
wel vóór de eindbeslissing over de strafvordering, cassatieberoep tegen een<br />
beslissing inzake wraking in strafzaken kan worden ingesteld.<br />
Uit de beslissing vloeit ook voort dat het cassatieberoep wordt behandeld door de<br />
eerste civiele kamer. 42<br />
Verder maakt het <strong>Hof</strong> in zijn arrest <strong>van</strong> 29 september <strong>2006</strong> toepassing <strong>van</strong> artikel<br />
828, sub 12°, <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek. Krachtens deze bepaling kan iedere<br />
rechter worden gewraakt indien er tussen hem en een <strong>van</strong> de partijen een hoge graad<br />
<strong>van</strong> vijandschap bestaat. Die vijandschap kan worden afgeleid uit een geheel <strong>van</strong><br />
omstandigheden waaruit blijkt dat de rechter door zijn houding ten opzichte <strong>van</strong> een<br />
partij of ten opzichte haar advocaat de sereniteit <strong>van</strong> de behandeling <strong>van</strong> de zaak in<br />
gevaar heeft gebracht of brengt 43 . Het <strong>Hof</strong> voegt hieraan toe dat een eerdere<br />
beslissing tot wraking <strong>van</strong> een rechter gelet op diens houding ten opzichte <strong>van</strong> de<br />
advocaat <strong>van</strong> een procespartij, niet meebrengt dat die rechter telkenmale moet<br />
worden gewraakt in andere procedures waarin diezelfde advocaat optreedt.<br />
C.CASSATIEBEROEP TEGEN ARRESTEN GEWEZEN MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 135, §2<br />
WETBOEK VAN STRAFVORDERING DAT PAS NA HET EINDARREST WORDT INGESTELD, IS LAATTIJDIG:<br />
ARREST VAN 31 OKTOBER <strong>2006</strong> (P.06.0614.N), MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL M.<br />
TIMPERMAN<br />
In dit arrest spreekt het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> zich uit over een cassatieberoep dat was<br />
ingesteld tegen een verwijzingsarrest <strong>van</strong> de kamer <strong>van</strong> inbeschuldigingstelling,<br />
gewezen nadat de procureur des Konings hoger beroep had ingesteld tegen een<br />
beschikking <strong>van</strong> de raadkamer die, gevat met het oog op de regeling <strong>van</strong> de<br />
rechtspleging, had geoordeeld dat de zaak niet in staat was. Het bestreden arrest<br />
oordeelt dat het hoger beroep <strong>van</strong> het openbaar ministerie ont<strong>van</strong>kelijk was en<br />
wijzigt met éénparige stemmen de bestreden beschikking na onder andere<br />
geoordeeld te hebben dat noch de rechten <strong>van</strong> de verdediging noch het recht op een<br />
eerlijk proces was geschonden. Het ging derhalve om een uitspraak met toepassing<br />
41 M. DE SWAEF en M. TRAEST, “Enkele kanttekeningen bij de wrakingsprocedure in strafzaken”, in<br />
Strafrecht als roeping – Liber amicorum Lieven Dupont, Leuven, Universitaire Pers, 2005, 775-783.<br />
42 Bijstand door een advocaat bij het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> wordt bij een procedure tot wraking niet gevraagd.<br />
43 Cass. 4 februari 1997, A.C. 1997, nr. 63.<br />
89