2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
145<br />
internationale recht, inzonderheid op grond <strong>van</strong> de bevoegdheden die de rechter in<br />
kort geding krachtens art. 584 Ger.W. uitoefent? Het arrest <strong>van</strong> 2 juni <strong>2006</strong><br />
beantwoordt die vraag.<br />
De R.T.B.F. wilde een programma uitzenden over de problematiek <strong>van</strong> de<br />
verhouding tussen artsen en patiënten, meer bepaald m.b.t. informatie aan de<br />
patiënten over medische risico’s. In het kader <strong>van</strong> dat programma wilde men meer<br />
bepaald het geval toelichten <strong>van</strong> een neurochirurg over wie verscheidene patiënten<br />
klachten hadden geuit.<br />
Ten gevolge <strong>van</strong> een rechtsvordering die de neurochirurg op grond <strong>van</strong> art. 584<br />
Ger.W. instelde, verbiedt de voorzitter <strong>van</strong> de rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg, op straffe<br />
<strong>van</strong> een dwangsom, de uitzending <strong>van</strong> het litigieuze programma tot de bodemrechter<br />
over de zaak zelf uitspraak zal hebben gedaan. De R.T.B.F. stelt hoger beroep in<br />
tegen de beschikking <strong>van</strong> de voorzitter <strong>van</strong> de rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg, waarop<br />
het hof <strong>van</strong> beroep het verbod tot uitzending bevestigt, waarbij het zelfs de R.T.B.F.<br />
beveelt de opname <strong>van</strong> het programma over te leggen, die tijdens een zitting zal<br />
worden bekeken.<br />
Tot staving <strong>van</strong> het cassatieberoep dat de R.T.B.F. tegen dat arrest instelt, verwijt zij<br />
het hof <strong>van</strong> beroep eerst en vooral dat het de bescherming afwijst <strong>van</strong> artikel 25,<br />
eerste lid, <strong>van</strong> de Grondwet, waarop zij zich beriep. Het hof <strong>van</strong> beroep is namelijk<br />
<strong>van</strong> oordeel dat de tv-uitzendingen niet vallen onder de grondwettelijke bescherming<br />
<strong>van</strong> de vrijheid <strong>van</strong> drukpers. De R.T.B.F. voert aan <strong>van</strong> oordeel dat het hof <strong>van</strong><br />
beroep zodoende die bescherming te beperkt had opgevat door het voordeel er<strong>van</strong><br />
enkel toe te passen op het enige massacommunicatiemiddel dat gekend was toen de<br />
Grondwet werd goedgekeurd. Het <strong>Hof</strong> verwerpt die kritiek bij zijn arrest <strong>van</strong> 2 juni<br />
<strong>2006</strong> en oordeelt daartoe dat tv-uitzendingen geen vorm zijn <strong>van</strong> meningsuiting door<br />
middel <strong>van</strong> gedrukte geschriften.<br />
De R.T.B.F. verwijt het hof <strong>van</strong> beroep ook dat het geoordeeld heeft dat art. 19 <strong>van</strong><br />
de Grondwet de rechter toestaat de vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting aan preventieve<br />
beperkingen te onderwerpen. Pro memorie: dat artikel bepaalt “de vrijheid <strong>van</strong><br />
eredienst, de vrije openbare uitoefening er<strong>van</strong>, alsmede de vrijheid om op elk gebied<br />
zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing <strong>van</strong> de misdrijven die<br />
ter gelegenheid <strong>van</strong> het gebruikmaken <strong>van</strong> die vrijheden worden gepleegd”. De<br />
R.T.B.F. houdt staande dat het gebruikmaken <strong>van</strong> de vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting<br />
enkel aan bestraffingsmaatregelen kan worden onderworpen, hetgeen impliceert dat<br />
die vrijheid uitgeoefend is kunnen worden. Hoewel het openbaar ministerie in zijn<br />
conclusie had gezegd dat de rechter in kort geding die, door te bevelen de opname<br />
<strong>van</strong> het litigieuze programma in het debat over te leggen, aldus de uitzending <strong>van</strong> tvuitzending<br />
voorlopig uitstelt teneinde rechten <strong>van</strong> derden daadwerkelijk te<br />
vrijwaren, zijnde in deze zaak “de eer, de goede naam en het privéleven” <strong>van</strong> de<br />
betrokken arts, preventief de uitoefening de vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting beperkt,<br />
beslist het <strong>Hof</strong> dat de rechter in kort geding, door aldus te werk te gaan, art. 19 <strong>van</strong><br />
de Grondwet niet schendt.