2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
205<br />
te zijn, voor zover de feitelijke gegevens die zijn voorgelegd aan de rechter wiens<br />
beslissing wordt bestreden het daartoe het recht verlenen.<br />
Soms wordt aangevoerd dat het <strong>Hof</strong>, om te voldoen aan het hierboven vermelde<br />
vereiste, verwijst naar de feiten die zijn vastgesteld in de bestreden beslissing of die<br />
blijken uit de stukken <strong>van</strong> de rechtspleging waarop het vermag acht te slaan. 192<br />
Die benadering herinnert onmiskenbaar aan een reeds lang bestaande leer volgens<br />
welke, wanneer een partij in een cassatiemiddel het <strong>Hof</strong> vraagt acht te slaan op<br />
feiten <strong>van</strong> de zaak, het <strong>Hof</strong> zijn toezicht enkel kan uitoefenen indien die feiten<br />
worden vastgesteld « par la décision attaquée, par les pièces de la procédure, par<br />
les actes régulièrement soumis au juge du fond et par les documents légaux ou<br />
publics dont l’examen s’imposait à ce juge et qui, pour ce motif, sont censés faire<br />
partie de la procédure » 193 ; een feit dat niet wordt vastgesteld in de bestreden<br />
beslissing of in een <strong>van</strong> de stukken waarop het <strong>Hof</strong> vermag acht te slaan wordt<br />
geacht niet te bestaan 194 ; wanneer het in een middel wordt aangevoerd, beslist het<br />
<strong>Hof</strong> dat het middel niet ont<strong>van</strong>kelijk is of feitelijke grondslag mist.<br />
Wegens de essentiële kenmerken <strong>van</strong> de substitutie <strong>van</strong> motieven is een meer<br />
restrictieve opvatting geboden omtrent de feitelijke gegevens op grond waar<strong>van</strong> het<br />
<strong>Hof</strong> op dat procedé een beroep kan doen.<br />
Zo zal men erop wijzen, enerzijds, dat het <strong>Hof</strong> enkel kennis dient te nemen <strong>van</strong> de<br />
feiten <strong>van</strong> de zaak in zoverre de feitenrechter dat heeft gedaan en ze heeft gebruikt<br />
ter verantwoording <strong>van</strong> het bestreden dictum 195 , anderzijds, dat de feitelijke<br />
motieven niet door een substitutie <strong>van</strong> motieven kunnen worden aangetast. Het is<br />
echter mogelijk dat de stukken <strong>van</strong> de rechtspleging waarop het <strong>Hof</strong> vermag acht te<br />
slaan het <strong>Hof</strong> confronteert met feitelijke gegevens die weliswaar zijn voorgelegd aan<br />
de feitenrechter, maar die laatstgenoemde niet nuttig bevonden heeft om ze als<br />
feitelijke motieven <strong>van</strong> zijn beslissing in aanmerking te nemen. Indien het <strong>Hof</strong> de<br />
substitutie <strong>van</strong> motieven moet gronden op dergelijke gegevens die met de feitelijke<br />
motieven “geen verband houden”, loopt het gevaar deze te verdraaien en daardoor in<br />
de plaats te treden <strong>van</strong> de feitenrechter die bij uitsluiting bevoegd is de feiten <strong>van</strong> de<br />
zaak vast te stellen, overeenkomstig, onder meer, de bepalingen <strong>van</strong> de artikelen 147<br />
<strong>van</strong> de Grondwet en 1110, eerste lid, <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek 196 . Bovendien<br />
192 G. CLOSSET-MARCHAL, J.-Fr. VAN DROOGHENBROECK, S. UHLIG en A. DECROËS, op.<br />
cit., pp. 409-411, nr. 394. Ph. GERARD en M. GREGOIRE, op. cit., p. 110 ; A. DECROËS, op. cit., pp.<br />
435 en 452 (en de aldaar aangehaalde verwijzingen)<br />
193 Noot R.H. onder Cass. 26 november 1951, Pas. 1952, 157, aangehaald door P.A. FORIERS, « La<br />
preuve du fait de<strong>van</strong>t la Cour de cassation », La preuve en droit, Brussel, 1981, p. 124.<br />
194 P.-A. FORIERS, op. cit., p. 126.<br />
195 Door tot substitutie <strong>van</strong> motieven over te gaan past het <strong>Hof</strong> geen « nieuwe » rechtsregel toe op de<br />
feiten, op zichzelf beschouwd, maar wel op de feitelijke motieven <strong>van</strong> de bestreden beslissing, dat zijn de<br />
feiten, zoals de steller <strong>van</strong> die beslissing ze in aanmerking genomen heeft.<br />
196 « Ingeval cassatie wordt uitgesproken met verwijzing, heeft deze plaats naar het gerecht in hoogste<br />
feitelijke aanleg <strong>van</strong> dezelfde rang als datgene dat de bestreden beslissing gewezen heeft ».