2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dat een niet adequate toepassing <strong>van</strong> die regels ten koste zou gaan <strong>van</strong> de essentiële<br />
kenmerken <strong>van</strong> de cassatiefunctie, kan het <strong>Hof</strong> in de bepalingen en gebruiken <strong>van</strong> de<br />
cassatieprocedure de middelen vinden die het in staat zullen stellen te verzekeren dat<br />
het, door ambtshalve over te gaan tot substitutie <strong>van</strong> motieven, het recht <strong>van</strong> de<br />
partijen op een eerlijk proces niet in het gedrang brengt.<br />
§ 1.Substitutie <strong>van</strong> motieven op voorstel <strong>van</strong> het openbaar ministerie 220<br />
De wijze <strong>van</strong> optreden <strong>van</strong> het openbaar ministerie heeft tot doel de mogelijkheid<br />
<strong>van</strong> een substitutie <strong>van</strong> motieven aan te kondigen – althans als het zich bij dat<br />
voornemen aansluit dan wel het uitdrukkelijk <strong>van</strong> de hand wijst 221 - wat in<br />
voorkomend geval de eiser de gelegenheid zal geven te reageren. De eiser heeft<br />
immers de mogelijkheid om te antwoorden op de conclusie <strong>van</strong> het openbaar<br />
ministerie. Of effectieve tegenspraak mogelijk zal zijn hangt evenwel af <strong>van</strong> de<br />
wijze waarop het openbaar ministerie een substitutie <strong>van</strong> motieven voorstelt. Wat<br />
dat betreft dienen verschillende gevallen te worden onderzocht die overeenkomen<br />
met de verschillende wijzen waarop de substitutie <strong>van</strong> motieven wordt voorgesteld.<br />
Indien het openbaar ministerie het <strong>Hof</strong> in een schriftelijke conclusie een substitutie<br />
<strong>van</strong> motieven voorstelt, kunnen de partijen hierop antwoorden door een pleitnota<br />
neer te leggen of het <strong>Hof</strong> te vragen de zaak naar een vaste datum te verdagen. Dat<br />
zijn de mogelijkheden die artikel 1107, tweede en derde lid, <strong>van</strong> het Gerechtelijk<br />
Wetboek biedt.<br />
Indien het openbaar ministerie geen schriftelijke conclusie neemt, maar zich<br />
niettemin voorneemt om het <strong>Hof</strong> een substitutie <strong>van</strong> motieven voor te stellen, kan<br />
het ervoor kiezen de partijen hier<strong>van</strong> bij gewone brief in kennis te stellen zodat zij<br />
daarop op passende wijze kunnen antwoorden ; die wijze <strong>van</strong> kennisgeving gaat<br />
terug op die <strong>van</strong> artikel 1097, eerste lid, <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek. Het<br />
antwoord is mondeling of wordt gegeven in de vorm <strong>van</strong> een anticipatieve pleitnota.<br />
Het <strong>Hof</strong> kan vervolgens ambtshalve overgaan tot de substitutie <strong>van</strong> motieven,<br />
zonder dat het vereiste <strong>van</strong> de tegenspraak wordt omzeild.<br />
Indien het openbaar ministerie bij wijze <strong>van</strong> mondelinge conclusie een substitutie<br />
<strong>van</strong> motieven voorstelt of mogelijk acht, zelfs al was het om die mogelijkheid te<br />
verwerpen, kan de eisende partij hetzij onmiddellijk antwoorden, hetzij om deze<br />
reden de verdaging <strong>van</strong> de zaak vragen.<br />
Bij stilzwijgen of afwezigheid <strong>van</strong> de partijen, wordt de zaak in beraad genomen.<br />
Indien het <strong>Hof</strong> in dat geval overweegt een substitutie <strong>van</strong> motieven te doen, dan<br />
wijst het een arrest waarin de mogelijke substitutie <strong>van</strong> motieven wordt toegelicht en<br />
waarin zij een zitting vastlegt om de partijen toe te laten hun opmerkingen te<br />
formuleren.<br />
220 Deze tekst geldt alleen voor civiele zaken.<br />
221 Cf. bijvoorbeeld, concl . eerste adv.-gen. J.-Fr. LECLERCQ, Cass. 13 december 2004, A.C. 2004,<br />
nr.609.<br />
213