2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
248<br />
september 1970 327 dat het <strong>Hof</strong> beslist heeft zijn eigen bevoegdheid aldus te<br />
verruimen.<br />
Wat is die bijzondere rechtsregel ? Hoewel het <strong>Hof</strong> sedert 30 jaar een<br />
indrukwekkend aantal <strong>van</strong> die beginselen heeft vastgelegd, blijft het niettemin een<br />
feit, zoals procureur-generaal J. du Jardin opmerkt 328 , dat noch de wet, noch de<br />
rechtspraak dit begrip gedefinieerd hebben.<br />
Indien rekening gehouden wordt met de voornaamste kenmerken <strong>van</strong> een dergelijk<br />
beginsel, zoals deze opgesomd werden door de heer Ganshof <strong>van</strong> der Meersch en,<br />
later, door nog andere auteurs 329 , kan men volgens ons niettemin stellen dat het<br />
algemene rechtsbeginsel alle karakteristieken <strong>van</strong> de “wet” vertoont, in zoverre het<br />
een regel met algemene draagwijdte en een verbindend karakter formuleert, die<br />
uitgaat <strong>van</strong> een bevoegde overheid.<br />
Het algemeen rechtsbeginsel : een rechtsregel – Het algemeen rechtsbeginsel is<br />
<strong>van</strong> normatieve aard ; als beginsel beveelt, verbiedt of veroorlooft het dit of dat soort<br />
gedrag. Het verplicht de rechter het recht <strong>van</strong> verdediging te eerbiedigen, het<br />
verbiedt de administratie de gerechtvaardigde verwachtingen te verschalken die ze<br />
bij de burger zou hebben opgewekt, het verbiedt eenieder <strong>van</strong> zijn rechten misbruik<br />
te maken, enz. De verplichting of het verbod dat in het beginsel vervat is, is<br />
daarenboven dwingend 330 , in zoverre de niet-naleving <strong>van</strong> een algemeen<br />
rechtsbeginsel door de hoven en rechtbanken gesanctioneerd kan worden.<br />
Het is daarentegen niet noodzakelijkerwijs een geschreven rechtsregel (en is dat<br />
overigens meestal niet), ook al komt het voor dat de uitdrukking <strong>van</strong> een dergelijk<br />
327 W.J. GANSHOF <strong>van</strong> der MEERSCH, « Propos sur le texte de la loi… », o.c., p. 566 e.v. Maar ere<br />
wie ere toekomst, al is het dan slechts ten dele ! J. KIRKPATRICK (« L’article 1080 du Code judiciaire<br />
et les moyens de cassation pris de la violation d’un principe général du droit », in Liber amicorum E.<br />
KRINGS, Brussel, Story-Scientia, 1991, pp. 623 e.v.) herinnert eraan dat raadsheer H. ROLIN (De la<br />
nature et de la fonction de la Cour de cassation, o.c.) reeds in 1939 naar een wijziging streefde <strong>van</strong> de<br />
formulering <strong>van</strong> wat 60 jaar later artikel 1080 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek zou worden, zodat daarin<br />
ook de schending <strong>van</strong> een - zelfs ongeschreven - rechtsregel opgenomen zou worden ; in 1963 stelde M.<br />
GANSHOF VAN DER MEERSCH (Mélanges en l’honneur de Jean Dabin, dl. II, p. 601) de lege ferenda<br />
voor om de rechter in geval <strong>van</strong> stilzwijgen <strong>van</strong> de wet toe te staan op de algemene rechtsbeginselen een<br />
beroep te doen ; in 1966 publiceert F. RIGAUX “De la nature du contrôle de la Cour de cassation ».<br />
Hierin stelt hij voor dat het <strong>Hof</strong> de eisers in cassatie voortaan zou toestaan hun middelen rechtstreeks te<br />
gronden op algemene rechtsbeginselen, een mening waar ook P. FORIERS zich bij aansluit<br />
(“L’ouverture à cassation en cas de violation d’une maxime de droit”, R.C.J.B. 1967, p. 139).<br />
328 “Het recht <strong>van</strong> verdediging in de rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> (1990-2003)”, Rede<br />
uitgesproken op 1 september 2003 op de plechtige openingszitting <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong>, Brussel, Bruylant, p. 10.<br />
329 Zie de definities en de karakteristieken die opgesomd worden door A. BOSSUYT (Verslag, o.c., p.<br />
435 en 436), en zoals ze door de volgende auteurs voorgesteld worden : F. DUMON, “Artikel 95 GW”,<br />
o.c., p. 37 ; R. Soetaert, “Rechtsbeginselen en marginale toetsing in cassatie” in Liber Amicorum J.<br />
Ronse, Brussel, Story-Scientia, 1986, p. 51 ; I. VEROUGSTRAETE, “L’application des principes<br />
généraux du droit communautaire par le juge belge”, verslag opgemaakt met het oog op het colloquium<br />
georganiseerd door het Franse <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> op 4 en 5 december 2000 ; Cl. PARMENTIER, “La<br />
sécurité juridique, un principe général du droit ?”, o.c., p. 21 ; zie ook: P. CLAEYS BOUUAERT,<br />
“Algemene beginselen <strong>van</strong> het recht, vijftien jaar rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong>”, R.W., 1986-87,<br />
kol. 990 e.v. ; F. DUMON, “La notion de loi”, o.c., p. 898 ; J. SACE, “Quelques réflexions sur les<br />
principes généraux du droit” in Mélanges Ph. Gerard, Brussel, Bruylant, 2002, p. 80.<br />
330 W.J. GANSHOF <strong>van</strong> der MEERSCH, « Propos sur le texte de la loi », o.c., p. 566.