2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
117<br />
algemene draagwijdte hebben en geen onderscheid maken tussen volautomatische en<br />
semiautomatische vuurwapens. De beslissing <strong>van</strong> de appelrechters dat voornoemd<br />
artikel 1, e), <strong>van</strong> toepassing is op het gebruik <strong>van</strong> volautomatische vuurwapens en<br />
niet <strong>van</strong> semiautomatische vuurwapens en dat het bij de feiten gebruikte wapen een<br />
semiautomatisch vuurwapen is zodat de ingevolge burgerlijke partijstelling<br />
ingestelde strafvordering niet ont<strong>van</strong>kelijk is, wordt dan ook vernietigd.<br />
In zijn schriftelijke conclusie oordeelde de procureur-generaal eveneens dat het<br />
bestreden arrest niet cassatiebestendig was omwille <strong>van</strong> een andere rechtsgrond dan<br />
deze ontwikkeld door de burgerlijke partij. De procureur-generaal voerde aan dat,<br />
zolang de Belgische regering geen uitspraak heeft gedaan over twee verzoeken,<br />
uitgaande <strong>van</strong> Turkije, tot uitlevering <strong>van</strong> beklaagde wegens de feiten waarvoor in<br />
België klacht werd neergelegd, de Belgische rechtbanken onbevoegd zijn.<br />
Overeenkomstig artikel 2 <strong>van</strong> voormelde wet <strong>van</strong> 2 september 1985, zijn de<br />
Belgische rechtbanken immers slechts bevoegd en is de Belgische strafwet slechts<br />
<strong>van</strong> toepassing op de strafbare feiten bedoeld in artikel 1 <strong>van</strong> het Europees<br />
Antiterrorismeverdrag, wanneer een verzoek tot uitlevering door een<br />
Verdragsluitende Staat is ingediend en de vermoedelijke dader niet wordt<br />
uitgeleverd. Volgens de procureur-generaal diende in het kader <strong>van</strong> artikel 2 een<br />
weigering tot uitlevering voor te liggen. Om die reden vorderde de procureurgeneraal<br />
de vernietiging <strong>van</strong> het bestreden arrest in het belang <strong>van</strong> de wet<br />
overeenkomstig artikel 442 <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafvordering. Gelet op het feit<br />
dat tegen de bestreden beslissing een ont<strong>van</strong>kelijk en gegrond cassatieberoep was<br />
ingesteld, wijst het <strong>Hof</strong> de vordering <strong>van</strong> de procureur-generaal evenwel af als niet<br />
ont<strong>van</strong>kelijk.<br />
B.BURGERLIJKE PARTIJSTELLING TEGEN EEN PARLEMENTSLID: ARREST VAN 22 NOVE<strong>MB</strong>ER <strong>2006</strong><br />
(P.06.1173.F)<br />
Iemand stelt zich voor de onderzoeksrechter burgerlijke partij tegen een senator,<br />
tijdens de duur <strong>van</strong> de parlementaire zitting.<br />
Het hof <strong>van</strong> beroep verklaart die burgerlijke partijstelling niet ont<strong>van</strong>kelijk, in<br />
zoverre artikel 59, vierde lid, <strong>van</strong> de Grondwet het openbaar ministerie het<br />
monopolie toekent <strong>van</strong> de vervolging in strafzaken ten aanzien <strong>van</strong> een federaal<br />
parlementslid. Het hof <strong>van</strong> beroep beslist eveneens naar recht dat dit monopolie de<br />
artikelen 6.1, 13 en 14 <strong>van</strong> het Verdrag tot Bescherming <strong>van</strong> de Rechten <strong>van</strong> de<br />
Mens en de Fundamentele Vrijheden niet schendt.<br />
Het <strong>Hof</strong> waarbij het cassatieberoep <strong>van</strong> de burgerlijke partij aanhangig is gemaakt,<br />
oordeelt enerzijds dat artikel 6.1 <strong>van</strong> het Verdrag, de partij die beweert door een<br />
misdrijf te zijn benadeeld niet het recht verleent om zelf de strafvordering op gang te<br />
brengen tegen degene die zij beschuldigt.<br />
Het oordeelt anderzijds dat in zoverre artikel 59 <strong>van</strong> de Grondwet dit recht niet<br />
toekent aan het slachtoffer <strong>van</strong> de misdrijven waar<strong>van</strong> het de vervolging regelt, de<br />
waarborgen <strong>van</strong> artikel 6.1, aldus niet <strong>van</strong> toepassing zijn.