26.09.2013 Views

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

C.DE VERJARINGSTERMIJN VAN DE RECHTSVORDERING TOT BETALING VAN ACHTERSTALLIGE<br />

LONEN: ARREST VAN 23 OKTOBER <strong>2006</strong> (S.05.0010.F), UITGESPROKEN IN VERENIGDE KAMERS,<br />

MET CONCLUSIE VAN EERSTE ADVOCAAT-GENERAAL J.-F. LECLERCQ<br />

Welke verjaringstermijn is <strong>van</strong> toepassing op de rechtsvordering tot betaling <strong>van</strong><br />

achterstallige lonen? Het in verenigde kamers gewezen arrest <strong>van</strong> 23 oktober <strong>2006</strong><br />

doet uitspraak over deze kiese vraag. Er zijn immers twee termijnen die in<br />

aanmerking komen.<br />

Artikel 15 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten bepaalt<br />

in het eerste lid dat de rechtsvorderingen die uit de overeenkomst ontstaan, één jaar<br />

na het eindigen <strong>van</strong> deze overeenkomst verjaren of vijf jaar na het feit waaruit de<br />

rechtsvordering is ontstaan, zonder dat laatstgenoemde termijn één jaar na het<br />

eindigen <strong>van</strong> deze overeenkomst mag overschrijden. Die bepaling is <strong>van</strong> toepassing<br />

op de rechtsvordering tot betaling <strong>van</strong> achterstallige lonen, aangezien het geschil<br />

betrekking heeft op de uitvoering <strong>van</strong> uit de arbeidsovereenkomst ontstane<br />

verbintenissen.<br />

Het feit dat bepaalde gedeelten <strong>van</strong> het loon niet zijn uitbetaald, vormt echter een<br />

misdrijf. De rechtsvordering tot vergoeding <strong>van</strong> de door dat misdrijf veroorzaakte<br />

schade verjaart op haar beurt na verloop <strong>van</strong> vijf jaar krachtens artikel 26 <strong>van</strong> de wet<br />

<strong>van</strong> 17 april 1878 houdende de Voorafgaande Titel <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong><br />

Strafvordering.<br />

Het spreekt voor zich dat de vraag welke <strong>van</strong> beide regels toepassing moet vinden,<br />

moeilijkheden oplevert wanneer het economisch voordeel dat nagestreefd wordt<br />

door de vordering tot vergoeding <strong>van</strong> de schade die veroorzaakt wordt door het<br />

misdrijf <strong>van</strong> niet-betaling <strong>van</strong> een gedeelte <strong>van</strong> het loon, samenvalt met het voordeel<br />

dat gehaald kan worden uit de uitvoering <strong>van</strong> de contractuele verbintenis tot betaling<br />

<strong>van</strong> datzelfde gedeelte <strong>van</strong> het loon.<br />

Het arbeidshof, dat uitspraak doet over de rechtsvordering <strong>van</strong> een werknemer tegen<br />

zijn voormalige werkgever, welke strekte tot betaling <strong>van</strong> achterstallige lonen voor<br />

overwerk, weigert de verjaring in het licht <strong>van</strong> voormeld artikel 26 te onderzoeken,<br />

op grond dat de eiser de uitvoering <strong>van</strong> contractuele verbintenissen vordert en niet<br />

de vergoeding <strong>van</strong> door het aangevoerde misdrijf veroorzaakte schade, hoewel die<br />

werknemer een strafrechtelijke grondslag aan zijn rechtsvordering had gegeven.<br />

In zijn arrest <strong>van</strong> 23 oktober <strong>2006</strong> vernietigt het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> die beslissing, op<br />

grond dat het arbeidshof voormeld artikel 26 geschonden heeft, aangezien dat artikel<br />

<strong>van</strong> toepassing is op elke vordering die tot een veroordeling strekt welke gegrond is<br />

op feiten waaruit het bestaan <strong>van</strong> een misdrijf blijkt, zelfs al vormen die feiten<br />

tevens een tekortkoming aan de contractuele verbintenissen <strong>van</strong> de verweerder en<br />

bestaat de gevorderde zaak in de uitvoering <strong>van</strong> die verbintenissen. Het <strong>Hof</strong><br />

bevestigt en verduidelijkt in die bewoordingen de leer <strong>van</strong> het arrest dat het op 12<br />

oktober 1998, in dezelfde zaak, gewezen heeft 57 .<br />

57 Cass. 12 oktober 1998, A.C. 1998, nr. 439.<br />

121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!