2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
253<br />
artikel 15, die betrekking heeft op de in die wet bedoelde aangelegenheden. Het<br />
bepaalt dat de inhoud <strong>van</strong> het vreemd recht, die door de in die wet vervatte regel <strong>van</strong><br />
conflict <strong>van</strong> wetten aangewezen wordt, door de rechter wordt vastgesteld en dat het<br />
vreemd recht wordt toegepast volgens de in het buitenland gevolgde interpretatie 352 .<br />
Dat het <strong>Hof</strong> zodoende een schijnbaar « beperkt » toezicht op de toepassing <strong>van</strong> de<br />
buitenlandse wet door de feitenrechter houdt, om een eerder gebruikte uitdrukking te<br />
hernemen 353 , is logisch. Een <strong>van</strong> de essentiële opdrachten <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> bestaat erin<br />
recht te zeggen door, enerzijds, eenheid in de uitlegging <strong>van</strong> de wet te scheppen en,<br />
anderzijds, te voorzien in de leemten <strong>van</strong> die wet. Uiteraard is dit een rol die het <strong>Hof</strong><br />
zich ten aanzien <strong>van</strong> de normen <strong>van</strong> een vreemde Staat nooit kan toe-eigenen zonder<br />
de soevereiniteit <strong>van</strong> die Staat aan te tasten 354 .<br />
Schending <strong>van</strong> vreemd recht en <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek –<br />
De omstandigheid dat de toepassing <strong>van</strong> vreemde wet slechts onderworpen is aan<br />
een specifiek en beperkt toezicht <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong>, betekent daarom niet dat die vreemde<br />
wet niet het karakter <strong>van</strong> “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk<br />
Wetboek zou hebben 355 . Bij het <strong>Hof</strong> blijft immers een “overtreding <strong>van</strong> de wet “<br />
aanhangig, in dit geval een vreemde wet 356 . Het woord “wet” heeft echter een andere<br />
350 Zie m.n. Cass. 13 mei 1996, A.C. 1996, nr. 170; Cass. 7 oktober 2004, A.C. 2004 nr. 464; Cass. 14<br />
februari 2005, A.C. 2005, nr. 89, met concl. eerste adv.-gen. J.-Fr. LECLERCQ; Cass. 18 april 2005, A.C.<br />
2004, nr. 464.<br />
351 B.S. 27 juli 2004.<br />
352 De rechter kan wat dat betreft een beroep doen op de medewerking <strong>van</strong> de partijen. Alleen wanneer<br />
de inhoud <strong>van</strong> het buitenlands recht kennelijk niet tijdig kan worden vastgesteld, wordt het Belgisch recht<br />
toegepast.<br />
353 Aangaande de verplichte rechtspraak <strong>van</strong> het Arbitragehof (“D. ‘Een rechtsregel, uitgevaardigd door<br />
de bevoegde overheid, met algemene draagwijdte en verbindend karakter”, ‘De rechtspraak’). Kan<br />
overigens niet gesteld worden dat het <strong>Hof</strong> in dergelijk geval een toezicht uitoefent dat verwant is met dat<br />
welk uitgeoefend moet worden in geval <strong>van</strong> schending <strong>van</strong> een vreemde rechtsregel ? In beide gevallen<br />
betreft het immers een “louter” conformiteitstoezicht.<br />
354 M. FALLON en F. RIGAUX, Droit international privé, 3de uitg., Brussel, Larcier, 2005, p. 274 ; H.<br />
STORME , « Vreemd recht voor Belgische rechter », N.J.W. 2005, p. 1163.<br />
355 Contra : L. SIMONT (« La Cour de cassation et la loi étrangère. Quelques réflexions » in Imperat lex<br />
– liber amicorum P. Marchal, Brussel, Larcier, 2003, p. 189. e.v.) stelt dat het <strong>Hof</strong>, wanneer het de door<br />
de conflictregel aangewezen vreemde wet als een “wet” omschrijft in de zin <strong>van</strong> art. 608, schijnt het<br />
hiermee zichzelf te willen verplichten een volledig wettigheidstoezicht uit te oefenen op de uitlegging die<br />
de feitenrechter aan die vreemde wet gegeven heeft. Voor de coherentie zou volgens die auteur de<br />
vreemde rechtsregel dus niet meer omschreven mogen worden als een “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608<br />
Ger. W., aangezien het <strong>Hof</strong> dergelijke wetten aan een volledig wettigheidstoezicht onderwerpt.<br />
356 Zoals G.. CLOSSET-MARCHAL, J.-FR. <strong>van</strong> DROOGHENBROECK, S. UHLIG en A. DECROËS<br />
opmerken (o.c., p. 388, n° 368), verricht het Franse <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> deze taak niet, zelfs niet op een<br />
“marginale” wijze. Het Franse <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> oefent geen toezicht uit op de uitlegging <strong>van</strong> de vreemde<br />
wetten die de rechters dienen toe te passen wanneer het hun voorgelegde geschil raakpunten met een<br />
vreemd land vertoont. Volgens M.-N. JOBARD-BACHELLIER en X. BACHELLIER (La technique de<br />
cassation – pourvois et arrêts en matière civile, 5de uitg., Parijs, Dalloz, 2003, p. 69), is de reden voor het<br />
uitblijven <strong>van</strong> dat toezicht heel eenvoudig : de enige taak <strong>van</strong> het Franse <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> bestaat erin<br />
eenheid te scheppen in de uitlegging <strong>van</strong> het Franse recht, dat een factor <strong>van</strong> nationale eenheid vormt ;<br />
hoewel de Franse rechtsorde aanvaardt om in bepaalde omstandigheden de vreemde wet toe te passen,<br />
hoeft ze niet over de eenheid in de uitlegging er<strong>van</strong> te waken. Het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> zal wat dat betreft