2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
56<br />
<strong>van</strong> de uitbaatster <strong>van</strong> het turfkantoor, veroordeeld op grond <strong>van</strong> artikel 1384, derde<br />
lid, B.W. tot het betalen <strong>van</strong> een vergoeding gelijk aan de mislopen prijzen. Het <strong>Hof</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> vernietigt deze beslissing, omdat de appelrechters, hoewel ze het<br />
bestaan <strong>van</strong> een contractuele band hebben vastgesteld, de vordering toekennen op<br />
buitencontractuele grondslag, zonder de gevolgen <strong>van</strong> een mogelijke samenloop te<br />
onderzoeken.<br />
Het <strong>Hof</strong> overweegt in de eerste plaats dat de contractant die zich door zijn<br />
werknemer laat ver<strong>van</strong>gen voor de uitvoering <strong>van</strong> een contractuele verplichting zelf<br />
contractueel aansprakelijk is voor de schade die de uitvoerder veroorzaakt. Aldus<br />
bevestigt het <strong>Hof</strong> het principe <strong>van</strong> de contractuele aansprakelijkheid <strong>van</strong> de<br />
schuldenaar voor de daden <strong>van</strong> zijn hulppersonen. 17<br />
Vervolgens preciseert het <strong>Hof</strong> de voorwaarden waaronder een contractspartij<br />
buitencontractueel aansprakelijk kan worden gesteld door haar medecontractant. Het<br />
wijkt daarbij gedeeltelijk af <strong>van</strong> de formule die het hanteert sinds het beroemde<br />
stuwadoorsarrest <strong>van</strong> 7 december 1973. Volgens de traditionele formule, kan een<br />
contractspartij wegens een bij de uitvoering <strong>van</strong> de overeenkomst begane fout,<br />
slechts dan extracontractueel aansprakelijk worden gesteld, indien de haar ten laste<br />
gelegde fout een tekortkoming uitmaakt, niet aan de contractuele verbintenis, maar<br />
aan de algemene zorgvuldigheidsplicht, en indien die fout andere dan aan de slechte<br />
uitvoering <strong>van</strong> de overeenkomst te wijten schade heeft veroorzaakt”. 18 Volgens de<br />
meerderheidsopvatting in de doctrine 19 , houdt deze formule in dat de fout en de<br />
schade vreemd moeten zijn aan de uitvoering <strong>van</strong> het contract. In dit arrest<br />
formuleert het <strong>Hof</strong> de voorwaarde met betrekking tot de fout minder streng: de<br />
contractant kan slechts quasi-delictueel aansprakelijk worden gesteld indien de hem<br />
ten laste gelegde fout een tekortkoming uitmaakt niet alleen aan de contractuele<br />
verbintenis maar ook aan de algemene zorgvuldigheidsplicht. Het is bijgevolg niet<br />
langer vereist dat de fout vreemd is aan het contract. De nieuwe formule versoepelt<br />
aldus, althans wat de fout betreft, het samenloopverbod in de richting <strong>van</strong> de zgn.<br />
“verfijningsleer”. Volgens de aanhangers <strong>van</strong> deze leer 20 , is de toepassing <strong>van</strong> de<br />
buitencontractuele aansprakelijkheid nog mogelijk indien de fout en de schade niet<br />
zuiver contractueel zijn. Evenwel vereist het <strong>Hof</strong> in dit arrest wel nog steeds, zoals<br />
voorheen, dat “deze fout andere dan aan de slechte uitvoering te wijten schade heeft<br />
veroorzaakt”.<br />
17<br />
Zie Cass. 27 februari 2003, A.C. 2003, 422; zie over dit principe: E. DIRIX, “Aansprakelijkheid <strong>van</strong> en<br />
voor hulppersonen”, in M. STORME (ed.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Gent, 1993, (341) 346-354;<br />
C. PAUWELS, Contractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen of uitvoeringsagenten, Antwerpen,<br />
1995, 482p.; R. DALCQ en G. SCHAMPS, “Examen de jurisprudence (1987 à 1993). La responsabilité<br />
délictuelle et quasi délictuelle, R.C.J.B. 1995, 525-638 en 663-777.<br />
18<br />
Zie bv. nog Cass. 23 mei 1997, A.C. 1997, nr. 236; Cass. 1 juni 2001, A.J.T. 2001-02, 358, noot I.<br />
BOONE en S. MOSSELMANS; Cass. 21 juni 2002, A.C. 2002, 1407.<br />
19<br />
O.a. R.O. DALCQ, H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN en P. WERY; zie de referenties bij I.<br />
CLAEYS, Samenhangende overeenkomsten en aansprakelijkheid. De quasi-immuniteit <strong>van</strong> de<br />
uitvoeringsagent herbekeken, Antwerpen, 2003, 154, voetnoot 563.<br />
20<br />
waaronder H. COUSY, J. HERBOTS en V. SIMONART; zie de referenties bij I. CLAEYS, o.c., 154,<br />
voetnoot 562.