2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
omstandigheden ondubbelzinnig aangeven dat de betalingen voor het vonnis hebben<br />
opgehouden.<br />
Het bestreden arrest stelt dat voor de vervroeging <strong>van</strong> het tijdstip <strong>van</strong> staking <strong>van</strong><br />
betaling niet vereist is dat het krediet reeds aan het wankelen was op het ogenblik<br />
waarop de rechtbank het tijdstip <strong>van</strong> staking <strong>van</strong> betaling vaststelt. Volgens de<br />
appelrechters is het voldoende dat de betalingen waren opgehouden.<br />
Het <strong>Hof</strong> oordeelt dat de uitdrukking in artikel 12, tweede lid, <strong>van</strong> de<br />
Faillissementswet “dat de betalingen voor het vonnis hebben opgehouden”, verwijst<br />
naar de faillissementsvoorwaarden vermeld in artikel 2, eerste lid, <strong>van</strong> dezelfde wet.<br />
De kern hier<strong>van</strong> is dat de koopman definitief heeft opgehouden te betalen, wat<br />
noodzakelijk inhoudt dat hij over geen krediet meer beschikt. Indien de koopman<br />
nog over krediet beschikt, heeft hij derhalve niet definitief opgehouden te betalen.<br />
De rechtbank kan de datum <strong>van</strong> staking <strong>van</strong> betaling dus enkel vervroegen als ze<br />
vaststelt dat de koopman op duurzame wijze heeft opgehouden te betalen en dat zijn<br />
krediet geschokt is op het tijdstip waarop zij de staking <strong>van</strong> betaling vaststelt.<br />
§ 2.Verzekeringen<br />
A.ARTIKEL 29BIS VAN DE WET VAN 21 NOVE<strong>MB</strong>ER 1989 BETREFFENDE DE VERPLICHTE<br />
AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING INZAKE MOTORRIJTUIGEN SLUIT HET SLACHTOFFER DAT, ZONDER<br />
HET ONGEVAL EN DE GEVOLGEN ERVAN TE HEBBEN GEWILD VERANTWOORDELIJK IS VOOR DE DOOR<br />
HEM GELEDEN SCHADE, NIET UIT VAN DE SCHADEVERGOEDING WAARIN HET VOORZIET: ARREST VAN<br />
28 APRIL <strong>2006</strong> (C.04.0569.F), MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL J.-M. GENICOT<br />
Zoals bekend heeft de wetgever met artikel 29bis <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 21 november 1989<br />
betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen door<br />
middel <strong>van</strong> een meer zekere en gemakkelijker te verkrijgen vergoeding de<br />
bescherming <strong>van</strong> de zwakke weggebruiker op het oog gehad. Daarom moet de<br />
persoon die zich bij het uitstappen uit een autobus verwondt, naar luid <strong>van</strong> § 1,<br />
eerste lid, <strong>van</strong> dat artikel vergoed worden door de verzekeraar die de<br />
aansprakelijkheid <strong>van</strong> de eigenaar, de bestuurder of de houder <strong>van</strong> de bij het ongeval<br />
betrokken bus dekt. Wat gebeurt er echter wanneer, zoals dat hier het geval was, het<br />
slachtoffer dezelfde persoon is als de bestuurder <strong>van</strong> dat voertuig? Artikel 29bis is<br />
opgenomen in een wet inzake aansprakelijkheidsverzekering. Dat soort verzekering<br />
vereist dat de veroorzaker <strong>van</strong> de schade en het slachtoffer verschillende personen<br />
zijn: men kan geen vergoeding eisen voor de schade die men zichzelf berokkend<br />
heeft. Moet de bestuurder <strong>van</strong> de bus die op het ogenblik <strong>van</strong> het ongeval een<br />
“zwakke weggebruiker” geworden was, dus <strong>van</strong> dekking worden uitgesloten op<br />
grond dat hij zijn eigen schade heeft veroorzaakt?<br />
De rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg is die mening toegedaan en verwerpt bijgevolg de<br />
vordering tot schadeloosstelling <strong>van</strong> de bestuurder.<br />
Na een analyse <strong>van</strong> de geldende regeling vernietigt het <strong>Hof</strong> het bestreden vonnis in<br />
zijn arrest, dat wordt voorafgegaan <strong>van</strong> de conclusie <strong>van</strong> het openbaar ministerie.<br />
Het feit dat artikel 29bis werd opgenomen in een wet inzake<br />
69