2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
220<br />
B.« EEN RECHTSREGEL, UITGEVAARDIGD DOOR DE BEVOEGDE OVERHEID »<br />
De rechtsregels <strong>van</strong> wetgevende aard – De rechtsregel die uitgaat <strong>van</strong> een<br />
wetgevende macht - federaal, gemeenschappen of gewesten - (Grondwet, wet 238 ,<br />
ordonnantie of decreet) is <strong>van</strong>zelfsprekend een « wet » in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong><br />
het Gerechtelijk Wetboek op voorwaarde dat hij de andere criteria vervult (algemeen<br />
en verbindend karakter), die hem <strong>van</strong> de formele wet onderscheidt.<br />
De rechtsregels <strong>van</strong> verordenende aard – De norm kan ook zijn uitgevaardigd<br />
door een administratieve overheid die met een verordenende bevoegdheid werd<br />
bekleed, dat wil zeggen de bevoegdheid om rechtsregels aan te nemen die algemeen<br />
en verbindend zijn maar niet <strong>van</strong> wetgevende aard zijn 239 .<br />
Men denkt hierbij onmiddellijk aan de Koning die over een zeer ruime verordenende<br />
bevoegdheid beschikt, zowel ter uitvoering <strong>van</strong> de wetten (uitvoering <strong>van</strong> de inhoud<br />
<strong>van</strong> een gewone wet met toepassing <strong>van</strong> artikel 108 <strong>van</strong> de Grondwet of normatieve<br />
bevoegdheid krachtens de kaderwet, overeenkomstig artikel 105 <strong>van</strong> de Grondwet)<br />
of nog, meer uitzonderlijk, krachtens de bijzondere machten die hem zijn<br />
toegewezen 240 . De Grondwet (art. 107, tweede lid) 241 verleent aan de Koning een<br />
« rechtstreekse » verordenende bevoegdheid in het kader <strong>van</strong> de benoeming <strong>van</strong> de<br />
ambtenaren bij het algemeen bestuur en bij de buitenlandse betrekkingen; die<br />
bijzondere macht mondt natuurlijk uit in talloze akten die een louter persoonlijke<br />
draagwijdte hebben en als dusdanig dus niet als « wet » in de materiële betekenis<br />
kunnen worden omschreven, toch kan hij ook op grond <strong>van</strong> die bepaling het statuut<br />
en de bezoldiging <strong>van</strong> de ambtenaren vastleggen en, in dat verband, echte “wetten”<br />
in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek uitvaardigen 242 .<br />
Ook op andere vlakken <strong>van</strong> de machtsuitoefening kan een verordende bevoegdheid<br />
bestaan: regeringen <strong>van</strong> gemeenschappen en gewesten (door besluiten, welke macht<br />
ook is afgeleid uit artikel 108 <strong>van</strong> de Grondwet en uit de artikelen 20 en 78 <strong>van</strong> de<br />
bijzondere wet <strong>van</strong> 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen 243 ) federale<br />
238 Volgens de leer <strong>van</strong> J. VELU (Droit public, o.c., p. 579, nr. 380), wordt de wet dan begrepen in een<br />
formele en materiële betekenis. Zij wordt dan omschreven als « l’acte d’initiative parlementaire ou<br />
gouvernementale voté par les chambres et sanctionné par le Roi pour autant qu’il ait un contenu<br />
législatif, c’est-à-dire qu’il pose des règles juridiques générales et obligatoires. »<br />
239 M. LEROY, Contentieux administratif, 3 de uitg., Brussel, Bruylant, 2004, p. 184.<br />
240<br />
De besluiten die krachtens bijzondere machten zijn genomen regelen hun voorwerp net zoals de wet;<br />
zij kunnen enkel bij wet worden gewijzigd bij het verstrijken <strong>van</strong> de door de wetgever bepaalde termijn<br />
en zij verliezen hun verordenend karakter alleen wanneer zij door de wetgeving worden bekrachtigd. (Ph.<br />
BOUVIER, Eléments de droit administratif, Brussel, De Boeck, 2002, p. 32).<br />
241<br />
Hetzelfde geldt voor de regeringen <strong>van</strong> de gemeenschappen en gewesten ingevolge art. 87 <strong>van</strong> de<br />
bijzondere wet tot hervorming der instellingen <strong>van</strong> 8 augustus 1980.<br />
242<br />
Wij denken hierbij in de eerste plaats aan het statuut « Camu »: K.B. <strong>van</strong> 2 oktober 1937 houdende<br />
het ambtenarenstatuut. Zoals in de noot 14 wordt uitgelegd kan de Koning die verordenende bevoegdheid<br />
die hij krachtens de Grondwet bezit, niet delegeren (zie concl. eerste adv.-gen. J.-Fr. LECLERCQ, toen<br />
adv.-gen., voor het arrest <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> 4 september 1995 (Pas. 1995, I, 752).<br />
243<br />
Die wetsbepalingen zijn toepasselijk verklaard voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krachtens de<br />
artt. 8, eerste lid, en 28 <strong>van</strong> de bijzondere wet <strong>van</strong> 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse