2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
246<br />
beperkt 319 ; hij dient enkel nog na te gaan of de door de feitenrechter gegeven<br />
uitlegging <strong>van</strong> de « wet » overeenstemt met de bindende uitlegging er<strong>van</strong> door het<br />
Arbitragehof. Trouwens, wanneer een rechtscollege een prejudiciële vraag stelt aan<br />
het Arbitragehof, is dat rechtscollege, alsook ieder ander rechtscollege dat in<br />
dezelfde zaak uitspraak moet doen, voor de oplossing <strong>van</strong> dat geschil, gehouden zich<br />
te schikken naar het arrest <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> (artikel 28 <strong>van</strong> voormelde wet). Dat neemt<br />
niet weg dat ook in dat geval niet het arrest <strong>van</strong> het grondwettelijk <strong>Hof</strong> door het <strong>Hof</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> als de “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek<br />
beschouwd zal worden, maar wel de rechtsregel waarover een bindende rechtspraak<br />
bestaat.<br />
Artikel 10.2 <strong>van</strong> het Verdrag tot bescherming <strong>van</strong> de rechten <strong>van</strong> de mens en de<br />
fundamentele vrijheden bepaalt dat de vrijheid <strong>van</strong> meningsuiting kan worden<br />
onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties,<br />
welke bij de wet worden voorzien, en die in een democratische samenleving nodig<br />
zijn onder meer in het belang <strong>van</strong> de bescherming <strong>van</strong> de goede naam of de rechten<br />
<strong>van</strong> anderen, om de verspreiding <strong>van</strong> vertrouwelijke mededelingen te voorkomen.<br />
Voor de toepassing <strong>van</strong> die bepaling <strong>van</strong> het Verdrag hanteert het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong><br />
de criteria <strong>van</strong> het Europees <strong>Hof</strong> voor de rechten <strong>van</strong> de mens : onder de term<br />
« wet » wordt verstaan elke al dan niet geschreven internrechtelijke norm, zoals ze<br />
door de rechtspraak wordt uitgelegd, voor zover de betrokken personen daar<strong>van</strong><br />
kennis kunnen krijgen en ze in duidelijke bewoordingen is gesteld. Het <strong>Hof</strong> heeft<br />
aldus beslist 320 dat de artikelen 144 <strong>van</strong> de Grondwet, 18, tweede lid, 584 en 1039<br />
<strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek, zoals die grondwettelijke en wettelijke bepalingen in<br />
een vaste rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> worden uitgelegd, de in artikel 10.2 <strong>van</strong> het<br />
Verdrag bedoelde beperkingen wettigden.<br />
Besluit – Een bekendmaking die aan de vormvereisten voldoet, doet bij de burgers<br />
het onweerlegbare vermoeden ontstaan dat zij de tekst kennen. 321 .<br />
A contrario, gelet op het belang <strong>van</strong> het gevolg, zal er, indien niet aan die<br />
vormvereisten voldaan is, bij gebrek aan verbindende kracht, geen sprake zijn <strong>van</strong><br />
« wet » in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek.<br />
De « wet » in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek is dus de<br />
rechtsregel die, naast het feit dat zij door een bevoegde overheid uitgevaardigd is en<br />
een algemeen karakter heeft, op een gewettigde wijze kan worden tegengeworpen<br />
aan en verbindend is voor degenen voor wie ze bedoeld is. Overeenkomstig artikel<br />
319 Het <strong>Hof</strong> is niet meer gehouden aan het Arbitragehof een prejudiciële vraag te stellen die geen andere<br />
draagwijdte heeft dan aan dat hof een vraag te stellen die identiek is met een vraag waarover het reeds<br />
uitspraak gedaan heeft (zie bv. Cass. 3 december 2003, A.C. 2003, nr. 616; Cass. 17 november 2004,<br />
A.C. 2004, nr. 552; Cass. 7 juni <strong>2006</strong>, nr. P.06.0207.F).<br />
320 Cass. 2 juni <strong>2006</strong>, A.R. C.03.0211.F ; zie tevens Cass. 14 mei 1987, A.C. 1986-87, nr. 538, met concl.<br />
proc.-gen. J. VELU, toen adv.-gen, in Pas. 1987, I; Cass. 13 september 1991, A.C. 1991-92, nr. 25; Cass.<br />
29 juni 2000, A.C, 2000, nr. 415.<br />
321 G. BOLAND, « La publication des lois et arrêtés, condition du caractère obligatoire et du délai de<br />
recours en annulation : présomptions ou fictions ? » in Les présomptions et les fictions en droit, Brussel,<br />
Bruylant, 1974, pp. 229 e.v.