2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
226<br />
uitoefening <strong>van</strong> de dienstverlenende intellectuele beroepen. Luidens art.<br />
7, § 1, <strong>van</strong> die kaderwet wordt die verordenende bevoegdheid verleend<br />
aan de Nationale Raden <strong>van</strong> de beroepsinstituten die in het kader <strong>van</strong> die<br />
reglementering zijn ontstaan of zullen ontstaan. Met toepassing <strong>van</strong> die<br />
wetsbepalingen werden twee beroepen gereglementeerd: dat <strong>van</strong> erkende<br />
boekhouder-fiscalist 269 en dat <strong>van</strong> vastgoedmakelaar 270 .<br />
Die versnippering <strong>van</strong> de verordenende bevoegdheid heeft wel degelijk gevolgen.<br />
De Koning of de regering verliezen immers hun initiatiefrecht, wat problemen kan<br />
veroorzaken bij gebrek aan tussenkomst <strong>van</strong> de overheid 271 . Bijgevolg is er evenmin<br />
een rechtstreekse parlementaire controle op de door die autonome overheden<br />
uitgevaardigde besluiten en reglementen. Wellicht daarom lijkt de wetgevende<br />
macht, tijdens de laatste jaren, er meer op toe te zien dat hij zijn verordenende<br />
bevoegdheid niet te vlug of niet te volledig afstaat.<br />
Hoe dan ook, volgens ons zal een “reglement” door het <strong>Hof</strong> slechts worden<br />
aangemerkt als “wet” in de zin <strong>van</strong> art. 608 Ger.W. in zoverre het uitgaat <strong>van</strong> een<br />
overheid aan wie de wet uitdrukkelijk een verordenende bevoegdheid heeft<br />
toegekend.<br />
Illustratie – Werden niet beschouwd als “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong><br />
het Gerechtelijk Wetboek:<br />
- Bundel 572 <strong>van</strong> het algemeen reglement voor arbeidsongevallen, de<br />
ongevallen op de weg naar of <strong>van</strong> het werk en beroepsziekten <strong>van</strong> het<br />
statuut <strong>van</strong> het personeel <strong>van</strong> de N<strong>MB</strong>S (Cass. 8 oktober 1998, A.C.<br />
1998, nr. 436);<br />
- Ook betreffende de N<strong>MB</strong>S zegt een arrest <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> 15 december<br />
1976 dat het uniform “reglement” voor het internationaal<br />
expressgoederenverkeer per spoorweg, ook al werd daarover een bericht<br />
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 25 februari 1956, geen<br />
269 Zie art. 45 W. 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Behoudens<br />
vergissing bestaat er voor dat beroep geen naar behoren goedgekeurd reglement <strong>van</strong> plichtenleer.<br />
270 K.B. 6 september1993 tot bescherming <strong>van</strong> de beroepstitel en <strong>van</strong> de uitoefening <strong>van</strong> het beroep <strong>van</strong><br />
vastgoedmakelaar; K.B. 28 september 2000 tot goedkeuring <strong>van</strong> het reglement <strong>van</strong> plichtenleer <strong>van</strong> het<br />
Beroepsinstituut <strong>van</strong> vastgoedmakelaars.<br />
271 Die bewoordingen moeten wel worden gerelativeerd wanneer het gaat om de verordenende<br />
bevoegdheid <strong>van</strong> de CBFA. Hoewel de Raad <strong>van</strong> State dienaangaande een vrij streng advies had<br />
uitgebracht in het kader <strong>van</strong> een vorig ontwerp <strong>van</strong> wet op het statuut <strong>van</strong> en het toezicht op de<br />
kredietinstellingen (Gedr. St. Sen., zitting 1992-1993, nr. 616-1, p. 14 en nr. 616-2, p. 11-15), blijkt uit de<br />
parlementaire voorbereiding <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 2 augustus 2002 dat de wetgever die bezwaren wilde<br />
beantwoorden, enerzijds, door te preciseren dat de aan de CBF verleende reglementaire bevoegdheid<br />
een uiterst technische reikwijdte zou hebben en slechts tot doel zou hebben die wettelijke bepalingen te<br />
omschrijven en nader te bepalen en, anderzijds, dat de verordenende bevoegdheid aan de regering zou<br />
worden teruggegeven ingeval de CBFA niet tussenkomt (Gedr. St. Kamer, zitting, 2001-2002, nr.<br />
1842/001, p. 93 en 94). In zijn advies suggereerde de Raad <strong>van</strong> State nu enkel dat de regering zou bepalen<br />
binnen welke bijzondere domeinen de CBFA verordeningen zou kunnen uitvaardigen (maar dat is wat de<br />
wet doet) en preciseerde hij dat die verordeningen niet verder zouden mogen reiken dan de verordenende<br />
bevoegdheid <strong>van</strong> de Koning die deze zelf ontleent aan artikel 108 <strong>van</strong> de Grondwet.