2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het verbindend karakter <strong>van</strong> een dergelijk beginsel is duidelijk. Het volgt uit de aard<br />
zelf <strong>van</strong> het begrip. De geschreven wet, in tegenstelling tot het algemeen<br />
rechtsbeginsel, drukt niet noodzakelijkerwijs een voor de hand liggende regel uit,<br />
“conforme au fond permanent de la nature humaine”, zoals Geny het omschrijft 341 .<br />
Bijgevolg dienen we een dergelijke wet slechts te kennen indien zij ons ter kennis is<br />
gebracht door een bijzondere bekendmaking ; dan en alleen dan is zij voor ons<br />
wettig verbindend, tegenstelbaar. Het algemeen rechtsbeginsel heeft deze formaliteit<br />
niet nodig : het is <strong>van</strong> nature uit verbindend ; het bestaan er<strong>van</strong> is zo algemeen<br />
bekend dat het niet in schrift gebracht hoeft te worden en er hoeft evenmin in zijn<br />
voordeel een onweerlegbaar vermoeden <strong>van</strong> bekendheid ingevoerd te worden.<br />
Om een dergelijk beginsel uit het positief recht te bannen, is het noodzakelijk dat<br />
een geschreven wet, een grondwettelijke bepaling of een regel <strong>van</strong> internationaal<br />
recht het tegenovergestelde bepaalt 342 . Die noodzaak toont ook aan dat het algemeen<br />
rechtsbeginsel <strong>van</strong> nature uit verbindend is : alleen een andere, verbindend<br />
(verklaarde) regel kan hieraan afbreuk doen.<br />
Het algemeen rechtsbeginsel – besluit – Het algemeen rechtsbeginsel beantwoordt<br />
volgens ons aan alle karakteristieken <strong>van</strong> een “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het<br />
Gerechtelijk Wetboek, hoewel een dergelijke rechtsregel niet uitgaat <strong>van</strong> de bevoege<br />
overheid. We stellen dus voor om “wet” in de zin <strong>van</strong> dat artikel te omschrijven als<br />
“de rechtsregel die uitgaat <strong>van</strong> een bevoegde overheid, of het algemeen<br />
rechtsbeginsel, met algemene draagwijdte en verbindend karakter,”.<br />
§ 2.De schending <strong>van</strong> de vreemde wet<br />
Het komt voor dat de Belgische rechter, naar aanleiding <strong>van</strong> een geschil waarin het<br />
buitenland betrokken is, een vreemde rechtsregel moet toepassen. Kan de schending,<br />
door de Belgische rechter, <strong>van</strong> een dergelijke vreemde rechtsregel tot cassatie<br />
leiden ? Is hij een “wet” in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek ?<br />
Schending <strong>van</strong> vreemd recht – Evolutie <strong>van</strong> het soort toezicht dat door het <strong>Hof</strong><br />
uitgeoefend wordt – Ooit liet het <strong>Hof</strong> de uitlegging <strong>van</strong> de vreemde wet die<br />
krachtens de Belgische wet <strong>van</strong> toepassing was, aan de feitenrechter over. De<br />
openingsrede <strong>van</strong> procureur-generaal Hayoit de Termicourt op 1 september 1962 343<br />
vormde wat dat betreft een belangrijke ommekeer : de vreemde wet diende niet meer<br />
beschouwd te worden als een feitelijk maar als een juridisch gegeven, als een<br />
rechtsregel 344 ; wanneer de rechter zich vergist in de uitlegging <strong>van</strong> de vreemde wet,<br />
tot 486).<br />
341 Geciteerd door F. DUMON, « La notion de loi », o.c., p. 898.<br />
251<br />
342 J. SACE, o.c., p. 81.<br />
343 R. HAYOIT de TERMICOURT, « La Cour de cassation et la loi étrangère », rede uitgesproken op 1<br />
september 1962 op de plechtige openingszitting <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong>, J.T. 1962, p. 469 e.v.; zie ook concl. eerste<br />
adv.-gen. P. MAHAUX vóór Cass. 15 december 1966, A.C. 1967, I, 472.<br />
344 « Expression d’une souveraineté étrangère, dont le respect s’impose au juge, la loi étrangère<br />
apparaît elle-même comme une règle de droit » (R. HAYOIT de TERMICOURT, die Savatier citeert in<br />
« La Cour de cassation et la loi étrangère », o.c., p. 472).