2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
199<br />
De invoering <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek heeft die mogelijkheid om te<br />
antwoorden uitgebreid tot het geval waarin de grond <strong>van</strong> niet-ont<strong>van</strong>kelijkheid niet<br />
door het openbaar ministerie wordt aangevoerd, maar door het <strong>Hof</strong> wordt<br />
overwogen. Dat wordt bepaald in artikel 1097, derde lid, <strong>van</strong> het Gerechtelijk<br />
Wetboek.<br />
De wet <strong>van</strong> 14 november 2000 168 , die met name is uitgevaardigd om de<br />
rechtspleging voor het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> in overeenstemming te brengen met het<br />
vereiste <strong>van</strong> artikel 6.1 EVRM, als verduidelijkt door het Europees <strong>Hof</strong> voor de<br />
Rechten <strong>van</strong> de Mens en in de zaken waarin die rechtspleging werd bekritiseerd<br />
(inzonderheid met betrekking tot het optreden <strong>van</strong> het openbaar ministerie 169 ), maakt<br />
het mogelijk dat de partijen worden gehoord na de conclusie <strong>van</strong> het openbaar<br />
ministerie 170 ; zij regelt ook de inzage <strong>van</strong> de partijen <strong>van</strong> de geschreven<br />
conclusies 171 ; in dat laatste geval krijgen de partijen de mogelijkheid een noot neer<br />
te leggen om de conclusie <strong>van</strong> het openbaar ministerie te beantwoorden 172 .<br />
Tenslotte, en meer in het algemeen, kunnen de partijen vragen dat de zaak wordt<br />
verdaagd om mondeling, dan wel met een noot, te antwoorden op de schriftelijke of<br />
mondelinge conclusie <strong>van</strong> het openbaar ministerie 173 .<br />
Overigens nemen de partijen, en vooral de eiser natuurlijk, sinds kort het initiatief<br />
om bij het <strong>Hof</strong> een « voorbereidende pleitnota in te dienen ». Dat stuk is weliswaar<br />
geen stuk <strong>van</strong> de rechtspleging 174 , maar vertegenwoordigt toch de geschreven<br />
uitdrukking <strong>van</strong> de beschouwingen die de eiser en de verweerder willen doen gelden<br />
in hun pleidooien waarin de partijen kunnen worden gehoord. Hoewel het<br />
neerleggen <strong>van</strong> een voorbereidende pleitnota stoelt op een gebruik en nergens in een<br />
wettelijke bepaling wordt vastgelegd 175 , worden de modaliteiten er<strong>van</strong> bepaald door<br />
de regels <strong>van</strong> de cassatieprocedure. De eiser mag daarin bijvoorbeeld geen middelen<br />
168 Wet <strong>van</strong> 14 november tot wijziging <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek inzake de tussenkomst <strong>van</strong> het<br />
openbaar ministerie in de procedure voor het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> en, in burgerlijke zaken, voor de<br />
feitenrechters en tot wijziging <strong>van</strong> de artikelen 420bis en 420ter <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafvordering.<br />
B.S., 19 december 2000. Over die wet zie J. DU JARDIN, “L’intervention du ministère public dans la<br />
procédure en cassation telle qu’elle est réglée par la loi du 14 novembre 2000, Liber amicorum Lucien<br />
Simont, Brussel, 2002, p. 89-104.<br />
169 Arresten Borgers <strong>van</strong> 30 oktober1991, Vermeulen <strong>van</strong> 20 febr. 1996 en Van Orshoven <strong>van</strong> 25 juni<br />
1997. Dienaangaande zie o.m. J. DU JARDIN, « Le ministère public près la Cour de cassation, son<br />
impartialité au-delà – ou en dépit – des apparences », Mélanges John Kirkpatrick, Brussel, 2004, p.261-<br />
281.<br />
170 Art. 1107, eerste lid, Ger.W., gew. bij art. 8, W.14 november 2000.<br />
171<br />
Art. 1105, derde lid, en 1107, tweede en derde lid, Ger.W., als gewijzigd bij de artt. . 7 en 8 W. 14<br />
november 2000.<br />
172<br />
Art.1107, tweede lid, Ger.W.<br />
173<br />
Art.1107, derde lid, Ger.W.<br />
174<br />
Althans wanneer die nota niet krachtens artikel 1107, tweede en derde lid, is neergelegd om de<br />
conclusie <strong>van</strong> het openbaar ministerie te beantwoorden.<br />
175<br />
Onder voorbehoud, nogmaals, <strong>van</strong> het geval bedoeld in noot 14, zie supra.