2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
eslist om een vreemdeling het voordeel <strong>van</strong> het recht op maatschappelijke<br />
dienstverlening te ontzeggen.<br />
Het arbeidshof verklaart zich wel bevoegd om het bij artikel 159 <strong>van</strong> de Grondwet<br />
vereiste wettigheidstoezicht uit te oefenen, zelfs al is de Raad <strong>van</strong> State bevoegd om<br />
kennis te nemen <strong>van</strong> het beroep tot nietigverklaring dat, in voorkomend geval, tegen<br />
een dergelijke beslissing tot weigering <strong>van</strong> regularisatie ingesteld wordt, maar<br />
weigert de beslissing <strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken nietig te verklaren,<br />
op grond dat het met name niet over alle gegevens beschikt om klaarblijkelijke<br />
onregelmatigheden vast te stellen en dat deze overigens niet zo klaarblijkelijk zijn,<br />
aangezien de Raad <strong>van</strong> State in dat geval reeds uitspraak had gedaan.<br />
Het arrest <strong>van</strong> 4 december <strong>2006</strong> doet uitspraak op het cassatieberoep tegen dat arrest<br />
<strong>van</strong> het arbeidshof, en herinnert eraan dat het wettigheidstoezicht dat de gerechten<br />
krachtens artikel 159 <strong>van</strong> de Grondwet moeten uitoefenen, niet beperkt is tot de<br />
klaarblijkelijke onregelmatigheden <strong>van</strong> een bestreden administratieve akte. Het<br />
beslist bijgevolg dat het arbeidshof zijn beslissing om de toepassing te verwerpen<br />
<strong>van</strong> de ministeriële beslissing waarbij aan de betrokkene de regularisatie <strong>van</strong> zijn<br />
verblijf geweigerd wordt, niet naar recht verantwoordt.<br />
Dit arrest vormt een aanvulling voor de leer <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> betreffende de bijdrage die<br />
artikel 159 <strong>van</strong> de Grondwet aan de rechtsprekende bescherming <strong>van</strong> de burger<br />
levert.<br />
C.DE RECHTER DIE A<strong>MB</strong>TSHALVE EEN RECHTSMIDDEL OPWERPT IS GEHOUDEN HET AAN DE<br />
TEGENSPRAAK VAN DE PARTIJEN TE ONDERWERPEN: ARREST VAN 7 DECE<strong>MB</strong>ER <strong>2006</strong><br />
(C.04.0501.F)<br />
Het <strong>Hof</strong> heeft onlangs de draagwijdte <strong>van</strong> het beschikkingsbeginsel gepreciseerd en<br />
de opvatting <strong>van</strong> de feiten <strong>van</strong> de zaak in de zin <strong>van</strong> artikel 1138, 2°, <strong>van</strong> het<br />
Gerechtelijk Wetboek bekrachtigd 65 . Volgens die opvatting is de rechter gehouden<br />
op de feiten die door de partijen in het bijzonder worden aangevoerd tot staving <strong>van</strong><br />
hun vordering worden aangevoerd - en die de oorzaak <strong>van</strong> die vordering vormen –<br />
de door hem meest passend geachte rechtsregel toe te passen, zelfs als ze verschilt<br />
<strong>van</strong> die welke de partijen hebben voorgesteld of zelfs als zij er geen hebben<br />
voorgesteld. Alsdan is de rechter niettemin gehouden het recht <strong>van</strong> verdediging in<br />
acht te nemen, door bijvoorbeeld een heropening <strong>van</strong> de debatten te bevelen.<br />
Een bejaarde geeft aan haar behandelend geneesheer volmacht om verschillende<br />
bankverrichtingen te doen na afloop waar<strong>van</strong> hij geacht wordt belangrijke<br />
geldsommen te hebben ont<strong>van</strong>gen in naam en voor rekening <strong>van</strong> zijn<br />
volmachtgeefster. Laatstgenoemde sterft en haar rechtverkrijgenden dagvaarden de<br />
geneesheer voor de rechtbank <strong>van</strong> eerste aanleg tot het afleggen <strong>van</strong> rekening en<br />
verantwoording. De rechtbank is <strong>van</strong> oordeel dat de gevolmachtigde in feite niet<br />
voldoet aan die verplichting; de gevolmachtigde wordt veroordeeld om aan de<br />
65 Cass. 14 april 2005, nr. C.03.0148.F, <strong>Jaarverslag</strong> 2005, p. 85.<br />
133