26.09.2013 Views

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1992 betreffende het houden <strong>van</strong> de bevolkingsregisters en het<br />

vreemdelingenregister abstracte regels bevatte die het karakter <strong>van</strong><br />

algemeenheid vertoonden dat kenmerkend is voor de wet ; dat algemeen en<br />

abstract karakter bleek te dezen uit de bewoordingen <strong>van</strong> artikel 15, d, <strong>van</strong> het<br />

IIIe deel <strong>van</strong> voornoemde circulaire volgens hetwelk « om een ontegenzeglijk<br />

godsdienstige of medische reden, een foto met hoofddeksel kan toegestaan<br />

worden, op voorwaarde dat het gezicht volledig vrij is, d.w.z. het voorhoofd,<br />

de wangen, de ogen, de neus en de kin moeten volledig vrij zijn. Het is<br />

wenselijk maar niet vereist dat het haar en de oren eveneens vrij zijn. Deze<br />

oplossing kan slechts aanvaard worden als de betrokken burger een ernstige<br />

rechtvaardiging voorlegt ».<br />

Deze beslissing wijkt echter ons inziens blijkbaar niet af <strong>van</strong> de<br />

boververmelde regel. In casu immers was de minister <strong>van</strong> Binnenlandse<br />

Zaken belast met de uitvoering <strong>van</strong> het koninklijk besluit <strong>van</strong> 29 juli 1985<br />

betreffende de identiteitskaarten. Hij had dus de mogelijkheid detailkwesties<br />

te “regelen”, zoals die betreffende de vereisten voor de geldigheid <strong>van</strong> de<br />

identiteitsfoto. Dergelijke voorschriften hadden moeten worden vastgelegd in<br />

een ministerieel besluit. Het <strong>Hof</strong> heeft ongetwijfeld niet, om die reden alleen,<br />

de hoedanigheid <strong>van</strong> wet willen ontzeggen aan die voorschriften.<br />

Rechtsregels uit internationale akkoorden of verdragen - De formaliteiten<br />

goedkeuring en bekendmaking – Artikel 167 <strong>van</strong> de Grondwet bepaalt dat alle<br />

internationale verdragen de instemming moeten verkrijgen ofwel <strong>van</strong> de<br />

gemeenschaps- of gewestparlementen indien die verdragen betrekking hebben op<br />

aangelegenheden die tot hun onderscheiden bevoegdheden behoren, ofwel <strong>van</strong> de<br />

Kamers voor alle andere. Die instemming moet worden gegeven in de vorm <strong>van</strong> een<br />

wet 304 , een decreet of een ordonnantie indien het de raad <strong>van</strong> het Brussels<br />

Hoofdstedelijk Gewest betreft. Indien het verdrag voor méér dan één entiteit <strong>van</strong><br />

belang is, is de goedkeuring <strong>van</strong> alle vereist. De instemming heeft niet tot gevolg dat<br />

de aard <strong>van</strong> “wet” <strong>van</strong> het verdrag “wordt overgedragen” op de akte waarbij<br />

instemming wordt gegeven. Het is wel degelijk het verdrag dat “wet” blijft in de zin<br />

<strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek; De instemmingswet moet in die<br />

context als een zuiver formele wet worden beschouwd 305 .<br />

Het verdrag wordt integraal 306 in het Belgisch Staatsblad 307 bekendgemaakt.<br />

Hetzelfde geldt voor de wet, het decreet of de ordonnantie houdende de instemming<br />

304<br />

Artt. 75, derde lid, et 77, 6°, G.W.<br />

305<br />

Cass. 26 oktober 1995, A.C. 1995, nr. 455, waarin het <strong>Hof</strong> weigert de kwalificatie als “wet” te<br />

aanvaarden in de zin <strong>van</strong> artikel 608 <strong>van</strong> het Gerechtelijk Wetboek zowel <strong>van</strong> een “akkoord” gesloten<br />

tussen België en de voormalige Republiek Zaïre, als <strong>van</strong> de instemmingswet <strong>van</strong> dit akkoord.<br />

Bij cassatieberoep voor het <strong>Hof</strong> moet die instemmingswet niettemin, overeenkomstig artikel 1080 <strong>van</strong> het<br />

Gerechtelijk Wetboek, wel worden vermeld onder de rechtsregels die door de feitenrechter zouden<br />

geschonden zijn.<br />

306<br />

Het <strong>Hof</strong> heeft destijds de praktijk <strong>van</strong> bekendmaking bij uittreksels verworpen. (Cass. 19 maart 1981,<br />

A.C. 1980-81, nr. 417).<br />

307<br />

Art. 8 W. <strong>van</strong> 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken,<br />

bekendmaken en in werking treden <strong>van</strong> wetten en verordeningen.<br />

241

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!