26.09.2013 Views

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

72<br />

verhuurd voor eenmalig gebruik, wat uitsluit dat het model wordt ontworpen met het<br />

oog op vervaardiging of verhandeling er<strong>van</strong> door de opdrachtgever, beschouwd<br />

worden als een model ontworpen met het oog op gebruik in handel en nijverheid?<br />

Daar bovendien door de appelrechters was vastgesteld dat het model niet was<br />

gedeponeerd, verzoekt het <strong>Hof</strong> het Benelux-Gerechtshof zich vooraf te buigen over<br />

de vraag of de BTMW wel kan toegepast worden wanneer een “model” niet is<br />

gedeponeerd.<br />

§ 4.Andere uitspraken in handelszaken<br />

DE DWINGENDE BEPALINGEN VAN DE ALLEENVERKOOPWET ZIJN ENKEL TOEPASSELIJK WANNEER DE<br />

OVEREENKOMST DIE EXCLUSIEF UITWERKING HEEFT BUITEN BELGIË, DEZE WET UITDRUKKELIJK<br />

DAAROP TOEPASSELIJK STELT: ARREST VAN 6 APRIL <strong>2006</strong> (C.05.0290.N)<br />

Twee vennootschappen sluiten een concessie-overeenkomst voor de verkoop <strong>van</strong><br />

producten in Italië. De overeenkomst heeft exclusief uitwerking buiten België, maar<br />

bepaalt dat zij wordt beheerst door het Belgische recht. Bij de beëindiging er<strong>van</strong><br />

vordert de concessiehouder vergoedingen op grond <strong>van</strong> de artikelen 2 en 3 <strong>van</strong> de<br />

wet <strong>van</strong> 27 juli 1967 betreffende de eenzijdige beëindiging <strong>van</strong> voor onbepaalde tijd<br />

verleende concessies <strong>van</strong> alleenverkoop (“Alleenverkoopwet”) wegens<br />

onrechtmatige beëindiging <strong>van</strong> de overeenkomst. Het hof <strong>van</strong> beroep verklaart deze<br />

vordering ongegrond. Het baseert zich daarvoor op de stelling <strong>van</strong> bepaalde auteurs,<br />

die deze wet een “autolimitatief karakter” toedichten: de wet verliest haar imperatief<br />

karakter indien en in de mate dat de betrokken situatie niet verbonden is met het<br />

Belgische grondgebied, onafhankelijk <strong>van</strong> de eventuele keuze <strong>van</strong> de partijen voor<br />

de toepassing <strong>van</strong> het Belgische recht in het algemeen. Dit wordt afgeleid uit de<br />

parlementaire voorbereiding <strong>van</strong> de wet en uit artikel 4, dat uitdrukkelijk de<br />

uitwerking <strong>van</strong> de overeenkomst op het Belgische grondgebied of een deel er<strong>van</strong><br />

vermeldt. Wanneer de uitwerking <strong>van</strong> de concessie volledig buiten België<br />

plaatsheeft, is aan de voorwaarde voor dwingende toepassing <strong>van</strong> de wet, zoals<br />

bepaald in artikel 4, niet voldaan. Aldus is, volgens deze auteurs, de wet niet <strong>van</strong><br />

toepassing op concessies die enkel uitwerking hebben in het buitenland.<br />

Contractanten kunnen hier<strong>van</strong> afwijken door uitdrukkelijk te kennen geven dat zij<br />

deze wet <strong>van</strong> toepassing achten op hun overeenkomst. Het toepasselijk verklaren<br />

<strong>van</strong> het “Belgische recht” in het algemeen op de overeenkomst is daartoe<br />

onvoldoende.<br />

Voor het <strong>Hof</strong> vecht de concessiehouder het autolimitatieve karakter <strong>van</strong> de wet aan.<br />

Hij voert aan dat uit het feit dat de wetgever de Alleenverkoopwet in eerste instantie<br />

uitgevaardigd heeft om de contractuele verhoudingen tussen partijen met betrekking<br />

tot concessies op het Belgische territorium dwingend te regelen, niet volgt dat de<br />

wetgever de bijzondere bescherming <strong>van</strong> deze wet exclusief voor Belgische<br />

concessies heeft willen voorbehouden en dat hij de contractuele vrijheid <strong>van</strong> partijen<br />

met betrekking tot buitenlandse concessiegebieden heeft willen beperken. Hieruit<br />

leidt de concessiehouder af dat de partijen die het Belgische recht in het algemeen<br />

toepasselijk verklaren op een concessie met uitwerking buiten België, ook impliciet<br />

maar zeker voor de toepassing <strong>van</strong> de Alleenverkoopwet kiezen, behalve wanneer de<br />

partijen dit uitdrukkelijk zouden hebben uitgesloten.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!