2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
124<br />
De verbintenis tot nakoming <strong>van</strong> een niet-concurrentiebeding is volgens het <strong>Hof</strong> een<br />
gevolg <strong>van</strong> de arbeidsovereenkomst. De rechtsvordering waartoe deze verbintenis<br />
aanleiding geeft, is uit de arbeidsovereenkomst ontstaan. De in artikel 15 bedoelde<br />
verjaringstermijn <strong>van</strong> één jaar is bijgevolg <strong>van</strong> toepassing op deze vordering. Deze<br />
termijn neemt een aan<strong>van</strong>g bij het verstrijken <strong>van</strong> de periode tijdens welke het<br />
concurrentieverbod <strong>van</strong> toepassing is en de voormelde verbintenis een einde<br />
neemt. 58 Het <strong>Hof</strong> stelt vast dat de arbeidsovereenkomst in casu op 10 augustus 2000<br />
werd beëindigd en dat de verweerder tot een concurrentieverbod was gehouden voor<br />
een periode <strong>van</strong> 12 maanden na deze beëindiging. Aangezien de werkgever zijn<br />
vordering tot betaling <strong>van</strong> de niet-concurrentievergoeding heeft ingesteld op 28 juni<br />
2002, dit is binnen het jaar na het einde <strong>van</strong> de termijn <strong>van</strong> het concurrentiebeding,<br />
kon het arbeidshof niet oordelen dat de vordering verjaard is.<br />
§ 2.Sociaal zekerheidsrecht<br />
A.HET VERGOEDINGSPENSIOEN DAT AAN EEN MILITAIR WORDT UITGEKEERD, MAG NIET WORDEN<br />
SAMENGEVOEGD MET DE VERGOEDINGEN DIE DE SCHADEVEROORZAKER KRACHTENS DE ARTIKELEN<br />
1382 E.V. VAN HET BURGERLIJK WETBOEK VERSCHULDIGD IS, AANGEZIEN HET ERTOE STREKT<br />
DEZELFDE SCHADE TE VERGOEDEN ALS DIE WAARVAN DIE ARTIKELEN GEWAGEN: ARREST VAN 10<br />
FEBRUARI <strong>2006</strong> (C.02.0018.F), MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL MET OPDRACHT PH.<br />
DE KOSTER<br />
Een beroepsmilitair wordt door een ongeval getroffen. De Belgische Staat keert hem<br />
een vergoedingspensioen uit, met toepassing <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 9 maart 1953 en <strong>van</strong> de<br />
wetten op de vergoedingspensioenen, samengeordend bij besluit <strong>van</strong> de Regent <strong>van</strong><br />
5 oktober 1948.<br />
Op grond <strong>van</strong> de artikelen 1382 en 1383 <strong>van</strong> het Burgerlijk Wetboek vordert die<br />
militair echter <strong>van</strong> de verzekeraar <strong>van</strong> de aansprakelijke een volledige vergoeding<br />
<strong>van</strong> zijn schade. Het hof <strong>van</strong> beroep kent ze hem toe, zonder dat het daar<strong>van</strong> het<br />
bedrag <strong>van</strong> het vergoedingspensioen aftrekt, zoals de verzoeker trouwens vroeg. Het<br />
hof <strong>van</strong> beroep past aldus de klassieke rechtspraak <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> toe luidens welke,<br />
behalve wanneer de dader <strong>van</strong> het ongeval een staatsorgaan is, het<br />
vergoedingspensioen geen verband houdt met de verplichting <strong>van</strong> de dader <strong>van</strong> het<br />
ongeoorloofde feit tot vergoeding <strong>van</strong> de schade die eruit voortvloeit. 59<br />
Op het hoger beroep <strong>van</strong> de verzekeraar, wijzigt het <strong>Hof</strong> zijn rechtspraak. Het beslist<br />
dat uit de wettelijke bepalingen die de vergoedingspensioenen regelen, volgt dat ze<br />
ertoe strekken dezelfde schade te vergoeden als die waar<strong>van</strong> de artikelen 1382 e.v.<br />
58 In een arrest <strong>van</strong> 18 mei <strong>2006</strong> besliste het <strong>Hof</strong> in dezelfde zin dat de verbintenis tot nakoming <strong>van</strong> een<br />
concurrentiebeding in een agentuurovereenkomst een gevolg is <strong>van</strong> deze overeenkomst en dat de<br />
rechtsvordering waartoe deze verbintenis aanleiding geeft, onderworpen is aan de in artikel 26<br />
Handelsagentuurwet bedoelde termijn (Cass. 18 mei <strong>2006</strong>, met concl. G. Dubrulle).<br />
59 Cass. 11 maart 1968, A.C.. 1968, 921; Cass. 24 oktober 1978, A.C. 1978-79, 212; Cass. 11 april 1989,<br />
A.C. 1988-89, nr. 445.