2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
78<br />
toegepast wat betreft de mogelijkheid om bezwaar in te dienen, het hof <strong>van</strong> beroep<br />
de vernietiging <strong>van</strong> het bevel naar recht verantwoordt.<br />
C.DE BIJZONDERE AANSLAGTERMIJN VAN ARTIKEL 358, §1, 1° W.I.B. 1992 KAN NIET WORDEN<br />
TOEGEPAST WANNEER HET BESTUUR EEN BEROEP DOET OP DE ANTI-RECHTSMISBRUIKBEPALING,<br />
WAARIN ARTIKEL 344, §1, W.I.B. 1992 VOORZIET: ARREST VAN 11 MEI <strong>2006</strong> (F.04.0043.N)<br />
MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL D. THIJS<br />
De feiten die aanleiding geven tot het bestreden arrest kunnen als volgt worden<br />
samengevat. Een vennootschap verhoogt bij beslissing <strong>van</strong> haar buitengewone<br />
algemene vergadering <strong>van</strong> 23 november 1994 haar kapitaal met een bedrag <strong>van</strong><br />
800.000 BEF (19.831,48 EUR) door de incorporatie <strong>van</strong> beschikbare reserves en <strong>van</strong><br />
het overgedragen resultaat. Op 14 juni 1995 gaat de vennootschap over tot de<br />
vermindering <strong>van</strong> haar maatschappelijk kapitaal met een bedrag <strong>van</strong> 750.000 BEF<br />
(18.592,01 EUR).<br />
Met een kennisgeving <strong>van</strong> een aanslag <strong>van</strong> ambtswege laat de administratie der<br />
directe belastingen op 22 januari 1998 aan de vennootschap weten dat de<br />
kapitaalvermindering in toepassing <strong>van</strong> artikel 18, 1° W.I.B. 1992 zal belast worden<br />
als uitkering <strong>van</strong> een dividend waarop roerende voorheffing verschuldigd is. De<br />
administratie maakt hier gebruik <strong>van</strong> de anti-rechtsmisbruik bepaling, waarin artikel<br />
344, §1, W.I.B. 1992 voorziet. Op grond <strong>van</strong> die wetsbepaling kan de juridische<br />
kwalificatie, door de partijen gegeven aan een akte alsook aan afzonderlijke akten<br />
die een zelfde verrichting tot stand brengen, aan de administratie der directe<br />
belastingen niet worden tegengeworpen, wanneer de administratie door vermoedens<br />
of door andere in artikel 340 vermelde bewijsmiddelen vaststelt dat die kwalificatie<br />
tot doel heeft de belastingen te ontwijken, tenzij de belastingplichtige bewijst dat die<br />
kwalificatie aan rechtmatige financiële en economische behoeften beantwoordt. De<br />
Administratie is in casu <strong>van</strong> oordeel dat de verhoging <strong>van</strong> het maatschappelijk<br />
kapitaal en daaropvolgende vermindering een verrichting uitmaakt die niet<br />
beantwoordt aan enige rechtmatige financiële en economische behoefte <strong>van</strong> de<br />
belastingplichtige vennootschap en dat de opgezette constructie als enig doel heeft<br />
de roerende voorheffing te ontwijken die verschuldigd is bij de uitkering <strong>van</strong><br />
dividenden.<br />
Aangezien de belastingplichtige niet akkoord ging met deze zienswijze werd op 29<br />
april 1998 te haren laste een aanslag in de roerende voorheffing gevestigd voor het<br />
aanslagjaar 1995. De Administratie maakt daarbij toepassing <strong>van</strong> de bijzondere<br />
aanslagtermijn <strong>van</strong> artikel 358, §1, 1° W.I.B. 1992. Krachtens die wetsbepaling mag<br />
de belasting of de aanvullende belasting worden gevestigd, zelfs nadat de driejarige<br />
termijn <strong>van</strong> artikel 354 W.I.B. 1992 is verstreken, in geval een controle of een<br />
onderzoek in verband met de toepassing <strong>van</strong> de inkomstenbelastingen ten name <strong>van</strong><br />
een welbepaalde belastingplichtige uitwijst, dat die belastingplichtige de bepalingen<br />
<strong>van</strong> dit Wetboek of <strong>van</strong> ter uitvoering er<strong>van</strong> genomen besluiten inzake roerende<br />
voorheffing of bedrijfsvoorheffing heeft overtreden, in de loop <strong>van</strong> één der vijf jaren<br />
voor het jaar <strong>van</strong> vaststelling <strong>van</strong> de inbreuk. Ingevolge artikel 358, §2, 1° W.I.B.<br />
1992 moet in dat geval de belasting of de aanvullende belasting worden gevestigd