2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
76<br />
§ 2.Fiscale procedure<br />
A.DOOR HET BEZWAARSCHRIFT ONTVANKELIJK TE VERKLAREN HEEFT HET COLLEGE VAN<br />
BURGEMEESTER EN SCHEPENEN HET BESTAAN EN DE REGELMATIGHEID VAN DAT BEZWAARSCHRIFT<br />
ERKEND, ZODAT DIE TUSSEN DE PARTIJEN NIET MEER KUNNEN WORDEN BETWIST VOOR HET MET DE<br />
KENNISNEMING VAN DE ZAAK BELASTE RECHTSCOLLEGE: ARREST VAN 20 JANUARI <strong>2006</strong><br />
(F.05.0010.F) MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL A. HENKES<br />
Tegen een gemeentebelasting wordt een bezwaarschrift ingediend. Door een<br />
onoplettendheid dient de belastingplichtige het in bij de bestendige deputatie, terwijl<br />
het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen bevoegd is om er<strong>van</strong> kennis te nemen. In<br />
plaats <strong>van</strong> het bezwaarschrift niet ont<strong>van</strong>kelijk te verklaren, maakt de bestendige<br />
deputatie het dossier over aan het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen die het<br />
ont<strong>van</strong>kelijk, maar niet gegrond verklaard. Die beslissing wordt door de eerste<br />
rechter bevestigd.<br />
Op het beroep <strong>van</strong> de belastingplichtige tegen eerstgenoemde rechterlijke beslissing<br />
verklaart het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> Beroep te Luik het bij de bestendige deputatie ingediende<br />
bezwaarschrift niet ont<strong>van</strong>kelijk, ook al is het door laatstgenoemde overgemaakt aan<br />
het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen. Het vonnis wordt dus gewijzigd en het<br />
hof <strong>van</strong> beroep zegt voor recht dat de bezwaarprocedure onregelmatig is.<br />
De belastingplichtige stelt cassatieberoep in. Hij voert aan dat <strong>van</strong>af het ogenblik<br />
waarop het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen het bezwaarschrift ont<strong>van</strong>kelijk<br />
verklaard heeft, dat college het bestaan en de regelmatigheid er<strong>van</strong> erkend heeft.<br />
Deze kunnen derhalve niet meer worden betwist voor het met de kennisneming <strong>van</strong><br />
de zaak belaste rechtscollege, aangezien, enerzijds, de gemeente geen ont<strong>van</strong>kelijk<br />
beroep kan instellen tegen de beslissing <strong>van</strong> haar college en, anderzijds, de<br />
belastingplichtige er geen belang bij heeft de beslissing op dat punt te betwisten.<br />
Vanuit dat oogpunt kon het hof <strong>van</strong> beroep dus geen uitspraak meer doen over de<br />
vraag betreffende de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> het bezwaarschrift.<br />
Het <strong>Hof</strong> bevestigt het in het middel uiteengezette standpunt. Het beslist dat het<br />
beroep <strong>van</strong> de belastingplichtige bij de rechtbank de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> het door<br />
de administratieve beslissing aangenomen bezwaarschrift niet in het gedrang brengt<br />
en aan het gerecht uitsluitend de vraag naar de gegrondheid <strong>van</strong> dat bezwaarschrift<br />
voorlegt. Het herinnert aldus aan een reeds oude, maar nog altijd pertinente<br />
rechtspraak 30 .<br />
30 Cass. 5 mei 1941, Pas. 1941, I, p. 177; Cass. 26 februari 1946, Pas. 1946, I, p. 89; Cass. 23 december<br />
1947, Pas. 1947, I, p. 559.