03.05.2013 Views

VAN DE STREEK - Variaties

VAN DE STREEK - Variaties

VAN DE STREEK - Variaties

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Bedenk daarbij dat Drenthe heel wat minder inwoners had dan elk<br />

van beide noordelijke buurprovincies. 2<br />

We zitten met de namen op ing op een terrein dat bepaald niet<br />

zonder geschiedenis is. Naarding schonk er in 1947 uitdrukkelijk<br />

aandacht aan, maar hij is daarmee niet de enige, en de eerste<br />

evenmin, want Winkler ging er in 1885 niet ongemerkt aan voorbij<br />

in zijn Nederlandsche geslachtsnamen (...) en in zijn uitgebreide<br />

verhande-ling komen ze al snel aan de orde. In de eerste van de vier<br />

hoofd-afdeelingen behandelt Winkler de "geslachtsnamen die<br />

ontleend zijn aan mansvóórnamen (...)" en de eerste onderafdeling<br />

daarvan is gewijd aan "A. De patronymika in hunnen oudsten form,<br />

op ing uitgaande" (blz. 16). Twintig bladzijden trekt Winkler ervoor<br />

uit. Afgezien van veelvuldig gebruik van het suffix in kwestie in het<br />

algemeen, "is het voldoende op te merken (...) dat ing achter eenen<br />

mansvóórnaam gevoegd, dien naam tot een patronymikon maakt,<br />

welke als toenaam gebruikt wordt. En dat dit ing dan beteekent:<br />

zoon of nakomeling van den persoon, achter wiens naam het<br />

geplaatst werd." Als voorbeeld geeft Winkler Wolfert Benning,<br />

'Wolfert, zoon van Benno' (blz. 17). Van vadersnaam ontwikkelde<br />

zich zo'n aanduiding tot geslachtsnaam. Later werden deze namen<br />

gebruikt om plaatsen aan te duiden, zoals een zate 'bezitting,<br />

landgoed' of een hoeve, of zelfs een gehucht of dorp.<br />

De variant -inge ziet Winkler veel in Drenthe en hij beschouwt deze<br />

"als eenen overgang van den algemeenen form van dit achtervoegsel<br />

ing tot den byzonder-frieschen form inga" (blz. 34).<br />

Toen P.J. Meertens zijn eerste, Drentse, deel van het Nederlands<br />

Repertorium van Familienamen presenteerde, wees hij in de<br />

inleiding uitdrukkelijk op de -/«g-namen (blz. 8 ew.). "Deze vormen<br />

bijna 10% van alle in Drente voorkomende familienamen, en<br />

daarmee de grootste groep" (1963: 8). Heeroma reageerde met een<br />

artikel in de Driemaandelijkse Bladen (1964), waarop een reactie<br />

kwam van de kant van H. Buitenhuis, in toenemende mate de tweede<br />

man van de NRF-productie naast P.J. Meertens (zie noot 0).<br />

Het ging in die discussie vooral over de vraag, of de -/«g-namen wel<br />

typisch zijn voor Drenthe en in verband daarmee hun relatie met<br />

migratie. Heeroma voerde in deze context de begrippen naamkernen<br />

en kernnamen in waar Meertens het eerder had over<br />

naamconcentraties. In zijn inleiding op het Overijsselse NRF-deel,<br />

VI, definieert Heeroma 1968:20 een kernnaam als een familienaam<br />

132

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!