03.05.2013 Views

VAN DE STREEK - Variaties

VAN DE STREEK - Variaties

VAN DE STREEK - Variaties

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Samen met de intense handelsactiviteiten heeft dat van in de<br />

middeleeuwen tot in de 18 de<br />

eeuw een enorme interne mobiliteit van<br />

de bevolking in de Franse Nederlanden met zich gebracht. Het is dan<br />

ook geen wonder om in vanouds Fransprekende regio's heel wat<br />

Vlaamse namen aan te treffen en omgekeerd heel wat Franse, bij<br />

voorkeur Picardische namen in Vlaanderen, en daarnaast veel<br />

hybride namen die aanpassingen, vertalingen of reïnterpretaties zijn<br />

van namen uit de nabuurtaal (zie <strong>DE</strong>BRABAN<strong>DE</strong>RE 1995).<br />

Als we nu de relatie tussen dialect en familienamen in Noord-<br />

Frankrijk onder de loep willen nemen, dienen we ons eerst bewust te<br />

maken van de oude taalverdeling. In de 8 ste<br />

"-9 de<br />

eeuw liep de<br />

Romaans-Germaanse taalgrens in Frankrijk ongeveer van Montreuil<br />

over Bethune, ten noorden van Rijsel tot Moeskroen. Vijf eeuwen<br />

later, rond 1300 liep ze ongeveer van Cap Griz Nez naar en ten<br />

zuiden van Sint-Omaars tot bij Ariën aan de Leie (Aire), dat toen<br />

reeds helemaal Frans was. De driehoek tussen Kales (Calais), Sint-<br />

Omaars (Saint-Omer) en Grevelingen (Gravelines) werd Frans in de<br />

loop van de 17 de<br />

, 18 de<br />

en 19 de<br />

eeuw. Wat we nu Frans-Vlaanderen<br />

noemen, ongeveer het arrondissement de Dunkerque, was bij het<br />

begin van de 20 ste<br />

eeuw nog voor 80 a 90 % Vlaamstalig. Bij het<br />

begin van de 21 ste<br />

eeuw schiet van dat Vlaams taalgebruik maar<br />

bitter weinig meer over.<br />

Tegelijk dienen we ook rekening te houden met een nu veelal<br />

vergeten, maar niettemin massale emigratie van Belgische<br />

Vlamingen naar de nieuwe industriesteden van Tourcoing, Roubaix<br />

en Rijsel in de tweede helft van de 19 de<br />

eeuw 3<br />

. Lentacker (1974: 239)<br />

stelt: "La Belgique a fourni pendant Ie XIX e<br />

siècle au département<br />

du Nord un apport démographique sans lequel de doublement de son<br />

chiffre de population de 1851 a nos jours n'eüt pas été possible."<br />

Terriër (1997) onderzocht de immigratie in het grensplaatsje Halluin<br />

(Halewijn) tussen Rekkem en Tourcoing tussen 1861 en 1866. In<br />

1851 telde het stadje nog maar 26% immigranten, tien jaar later<br />

reeds 71%. Op dat ogenblik zijn volgens Terriër (1997: 566) enkele<br />

straten aan de periferie van het stadje uitsluitend bewoond door hen<br />

die de ingeboren Halewijnaren, twijfelend tussen wantrouwen of<br />

misprijzen, benoemen met de termen "flamins", "flahuttes" of<br />

"vlaminques". Eén van zijn kaartjes, dat .we hier overnemen, geeft<br />

duidelijk aan dat het merendeel van de immigranten uit oostelijk<br />

353

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!