13.07.2015 Views

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

- tweede zittijd: 54, 52, 67, 9, 50, 53, 52, 64, 50, 52- totaal: 64, 60, 68, 58, 57, 69, 60, 60, 68, 64, 51De commissie stelt vast dat het aantal geslaagden in de eerste zittijd in 2004-2005 beduidend lager lag dan devorige jaren. In de beide zittijden samen slaagde de helft van de deelnemers. Bij inzage van het overzicht ‘relatietussen instroom en slaagcijfers’ blijkt dat de slaagkansen het hoogst zijn voor studenten met een vooropleidingASO. Voor TSO-studenten liggen de slaagcijfers hoger dan 65 procent (uitgezonderd voor het academiejaar2004-2005: 50,7%). Voor BSO-studenten schommelen de slaagkansen tussen de 52 en 35 procent. Voor KSOstudentenzijn de resultaten wisselvallig; zij liggen tussen de 75 en 0 procent.De slaagcijfers voor het tweede jaar voor studenten die aan het examen deelnamen zijn, in procenten, van 2000-2001 tot 2004-2005: 87,18 - 90,28 - 85,33 - 93,55 en 91,43.Voor het derde jaar zijn de slaagcijfers respectievelijk 100, 100, 98,46, 98,46, 100.Voor stage slagen vrijwel alle derdejaarsstudenten.De gemiddelde studieduur bedraagt van 2001 tot 2005 respectievelijk 3 jaar en 6 maanden, 3 jaar en 4 maanden,3 jaar en 6 maanden, 3 jaar en 5 maanden, 3 jaar en 6 maanden.Het aantal afhakers is, uitgedrukt in procenten van de ingeschreven studenten, van 2000-2001 tot 2004-2005: 6,16, 6,9, 5,3 en 7,96. In 2002-2003 peilde een onderzoek naar de oorzaken voor het afhaken. De meestegenoemde oorzaken zijn:- de vaststelling, via de confrontatie met het werkveld/de stage, dat <strong>kleuteronderwijs</strong> niet de juiste keuze was;- de resultaten van testen en/of toetsen die tegenvielen;- een fout beeld van de opleiding.Een soortgelijk onderzoek in 2004-2005 toonde hetzelfde beeld.De commissie nam kennis van een onderzoek naar factoren die slaagkansen van eerstejaarsstudenten bepalen(december 2006 - Schrooten, H. e.a. - ‘PWO-project Studeren Bestuderen’) en las het volgende over deslaagkansen van de leraar <strong>kleuteronderwijs</strong>: ‘De studenten ILKO doen het in verhouding met hun collega’s van delerarenopleiding het slechtst qua slaagkansen. Hun lage slaagkansen zijn te verklaren door een aantal specifiekekenmerken van deze studenten. De financiële thuissituatie van deze studenten is het minst gunstig. Quavooropleiding heeft de opleiding <strong>kleuteronderwijs</strong> het grootste aandeel studenten met een technischevooropleiding. Daarenboven is het de enige opleiding die een behoorlijk aandeel studenten met eenberoepsdiploma aantrekt. De studenten ILKO ervaren binnen de lerarenopleiding de meeste moeite met deaansluiting tussen secundair en hoger onderwijs. Dit blijkt ook uit het feit dat zij het moeilijk hebben met eenaantal studie- en leerstrategieën. Anderzijds ervaren ze de meeste steun en betrokkenheid van hun ouders enscoren ze zeer hoog op studie-inzet. Dit is ook merkbaar aan het hoge aantal uren dat ze spenderen aan hunstudies. De studentenpopulatie bestaat bijna uitsluitend uit vrouwen.’Aanbevelingen ter verbetering:De commissie adviseert om na te gaan welke acties er kunnen worden genomen op basis van de resultaten vanhet onderzoek naar niet-slagen en afhaken.408 | opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Kempen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!