13.07.2015 Views

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

Onderwijs: kleuteronderwijs - Vlhora

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gesprek met de mentor. In de opleiding is er een planningsgesprek met het geplande activiteitenaanbod en metde persoonlijke werkpunten en doelstellingen.Binnen de hogeschool is de stagecoördinator verantwoordelijk voor de planning en organisatie van de stages. Dedirecte begeleiding van de studenten gebeurt door de mentoren en de begeleidende lectoren. De mentorennemen een belangrijke rol op in het begeleidingsproces van de student. De docent begeleidt dezelfde studentengedurende een heel jaar, zowel voor planningsgesprekken, de stage zelf als het opvolgen van de portfolio’s. Destudenten krijgen geregeld feedback over hun stage via de schriftelijke verslagen en gesprekken met de docent.Tijdens en na de stages zijn er reflectiesessies, waarin studenten in groep reflecteren over stagegebondenonderwerpen en/of problemen die zij ondervonden. De commissie heeft vastgesteld dat de opleiding initiatievenheeft uitgewerkt om de stagementoren te ondersteunen.Het eindcijfer voor het opleidingsonderdeel stage is voor alle opleidingsjaren gebaseerd op de beoordelingengegeven door de verschillende mentoren, de vaklectoren en de begeleidende docent, en op een evaluatie van destageportfolio. De mentoren beoordelen de attitudes en het pedagogisch en didactisch handelen. De vaklectorenbeoordelen de schriftelijke voorbereidingen. De begeleidende docent geeft een beoordeling die gebaseerd is opde planningsgesprekken, de realisaties en de tussentijdse gesprekken. De stageportfolio wordt door de begeleidendedocent beoordeeld. In het tweede en derde jaar wordt bij de bepaling van het eindcijfer bovendien rekeninggehouden met het al of niet aanwezig zijn in de reflectiesessies.Het aandeel van al deze elementen in het eindcijfer en de wijze waarop het eindcijfer tot stand komt, isvastgelegd in het document “Handleiding bij evaluatiecriteria stage”, dat bij de aanvang van de eerste stage aande studenten wordt gegeven en toegelicht.De commissie heeft verschillende portfolio’s ingekeken. De studenten maken een verslag van een activiteit, endat wordt ter lezing voorgelegd aan de directeur van de stageschool die met een handtekening bevestigt dat hijhet verslag heeft gelezen. Daarna maken de studenten een reflectieverslag, waarin zij de link leggen naar decompetenties die zij moeten bereiken. De commissie vindt dat een prima proces. De commissie meent dat hetreflectieverslag een meerwaarde zou krijgen als hierin een ‘theoretische pauze’ wordt ingelast, kortom dat destudent antwoord kan geven op de vraag welke onderwijskundige of pedagogische theorieën aan de situatiekunnen worden gekoppeld.De praktijk van het ervaringsgericht onderwijsconcept blijkt heel verschillend te zijn in de stagescholen. Degeneratie ‘oudere’ mentoren is gestructureerd gericht, terwijl ‘jongere’ mentoren al meer ervaringsgerichtonderwijs verzorgen. Sommige mentoren staan niet echt te springen voor ervaringsgericht onderwijs dat destudenten op de stagescholen zullen geven.De commissie meent dat de kwaliteit van de stageplaats op voorhand niet wordt gecontroleerd. De opleiding moetzorg dragen voor veel stageplaatsen en is over het algemeen al tevreden wanneer alle studenten een stageplaatshebben gevonden. Wanneer er zich problemen voordoen met de stageplaats wordt in dat specifieke gevalgezocht naar een oplossing.EindwerkSinds het academiejaar 2003-2004 werken studenten van het derde jaar een actuele maatschappelijke tendensals onderwerp uit, op zo’n manier dat het thema door jonge kinderen verkend en ervaren kan worden. Heteindwerk (6 studiepunten) omvat twee delen: in het eerste gedeelte ontwikkelt de student een correcte engenuanceerde kijk op het probleem. In het tweede gedeelte werkt de student een aantal‘impressieverwerkingswaaiers’ uit, waarvan hij er minstens één uitprobeert tijdens de stage.De begeleiding gebeurt door een promotor en bestaat uit de ondersteuning van studenten in persoonlijk studieenopzoekingswerk. Het eindwerk wordt gepresenteerd aan een examenjury. De studenten bepalen zelf of ze de508 | opleidingsrapport Katholieke Hogeschool Mechelen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!