Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
112<br />
klimaatstrategie – <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>ambitie</strong> <strong>en</strong> <strong>realisme</strong><br />
4.4 route 1: meer <strong>en</strong>ergie-efficiëntie<br />
4.4.1 het belang van de route<br />
Paragraaf 4.3.2 liet zi<strong>en</strong> dat bevolkingsgroei <strong>en</strong> welvaartsgroei zonder <strong>en</strong>ergieefficiëntieverbetering<br />
onvermijdelijk leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> vrijwel ev<strong>en</strong>redig groei<strong>en</strong>d<br />
<strong>en</strong>ergieverbruik, wat bij het huidige <strong>en</strong>ergiesysteem tot vrijwel ev<strong>en</strong>redig meer<br />
emissie leidt. Energie-efficiëntieverbetering creëert welvaart <strong>en</strong> pakt tegelijk de<br />
milieuproblem<strong>en</strong> van welvaartsgroei bij de wortel aan.<br />
In bau-sc<strong>en</strong>ario’s is altijd e<strong>en</strong> geleidelijke spontane verbetering van de <strong>en</strong>ergieefficiëntie<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ergie-efficiëntie neemt toe langs twee weg<strong>en</strong>:<br />
• bij het eindgebruik: vooral in de gebouwde omgeving (verwarming, koeling),<br />
bij apparat<strong>en</strong> (verlichting, computers) <strong>en</strong> in transport; indirect ook door<br />
efficiënt gebruik van materiaal, kunstmest, <strong>en</strong>zovoort;<br />
• bij conversie van primaire <strong>en</strong>ergie naar <strong>en</strong>ergievorm<strong>en</strong> voor eindgebruik; er<br />
zijn forse mogelijkhed<strong>en</strong> voor efficiëntere c<strong>en</strong>trales (zie bijlage 2).<br />
Ook structuureffect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong>ige betek<strong>en</strong>is voor de <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit. Onder<br />
structuureffect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bijvoorbeeld de effect<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d van demografische<br />
ontwikkeling (leeftijdsopbouw, huishoud<strong>en</strong>sverdunning), de fase van industrialisatie<br />
<strong>en</strong> de daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in de intersectorale <strong>en</strong> vooral<br />
intrasectorale sam<strong>en</strong>stelling van de economie (verdi<strong>en</strong>stelijking, het aandeel<br />
van kwalitatief hoogwaardige product<strong>en</strong>) <strong>en</strong> verzadigingseffect<strong>en</strong>. Het effect van<br />
structuurverandering<strong>en</strong> op de daling van de <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit is tot nu toe<br />
gering, zeker in de oeso-land<strong>en</strong> (Luukkan<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kaivo-oja 2002). Voor de oeso<br />
wordt het effect van structuurverandering<strong>en</strong> geschat op e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteitsverbetering<br />
van 0,4-0,5 proc<strong>en</strong>t per jaar, maar buit<strong>en</strong> de oeso betek<strong>en</strong><strong>en</strong> structuureffect<strong>en</strong><br />
eerder e<strong>en</strong> hogere <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit. Structuureffect<strong>en</strong> zijn in feite<br />
autonoom, dat wil zegg<strong>en</strong> niet via beleid op te roep<strong>en</strong> of te stur<strong>en</strong> (zie bijlage 2).<br />
4.4.2 pot<strong>en</strong>tie van de route<br />
Efficiëntieverbetering wordt voor e<strong>en</strong> groot deel gerealiseerd via geleidelijke<br />
p<strong>en</strong>etratie van nieuwe, efficiëntere apparatuur <strong>en</strong> kapitaalgoeder<strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
versnelling bereikt in de verbetering van de <strong>en</strong>ergie-efficiëntie van nieuwe apparat<strong>en</strong>,<br />
dan heeft dat pas na verloop van tijd e<strong>en</strong> goed merkbaar effect op de<br />
gemiddelde efficiëntie van het park van kapitaalgoeder<strong>en</strong> – het tempo waarin<br />
apparat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> is hier maatgev<strong>en</strong>d. In het vervoer lijkt nog e<strong>en</strong><br />
verbetering met e<strong>en</strong> factor 3 technisch realiseerbaar. Ook bij gebouw<strong>en</strong> kan nog<br />
veel gerealiseerd word<strong>en</strong>. Schatting<strong>en</strong> in bijlage 2 lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> combinatie<br />
van efficiëntieverbetering in eindgebruik <strong>en</strong> in elektriciteitsopwekking wellicht<br />
e<strong>en</strong> afname van de <strong>en</strong>ergie-int<strong>en</strong>siteit met 2 proc<strong>en</strong>t per jaar mogelijk maakt.<br />
Daarmee lijkt de <strong>en</strong>ergie-efficiëntie e<strong>en</strong> zeer belangrijke bijdrage te kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong><br />
aan de tot 2050 b<strong>en</strong>odigde co2-reductie t<strong>en</strong> opzichte van het bau-sc<strong>en</strong>ario.<br />
Het gaat pot<strong>en</strong>tieel om e<strong>en</strong> reductie van 3,4 gtc per jaar in 2050.