11.12.2012 Views

Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...

Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...

Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2 in welke mate kan wind<strong>en</strong>ergie fossiele c<strong>en</strong>trales vervang<strong>en</strong>?<br />

De productie van windelektriciteit vertoont heftige fluctuaties – per dag, per<br />

week, per seizo<strong>en</strong> – veel meer nog dan de wind zelf. Vaak waait het niet of nauwelijks.<br />

Bij windkracht 3 tot 4 begint e<strong>en</strong> mol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje stroom op te wekk<strong>en</strong>. Bij<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de wind neemt de elektriciteitsproductie meer dan ev<strong>en</strong>redig toe, met<br />

de ‘macht drie’. Bij windkracht 10 of meer word<strong>en</strong> de mol<strong>en</strong>s stilgezet, om overbelasting<br />

van de turbine te voorkom<strong>en</strong>. Hierdoor ligt het effectief vermog<strong>en</strong> per<br />

jaar ver onder het geïnstalleerd vermog<strong>en</strong> van de windturbines. Deze zogehet<strong>en</strong><br />

load factor ligt in Europa op land op zo’n 20 proc<strong>en</strong>t van het opgesteld vermog<strong>en</strong>.<br />

In Nederland is dat, afhankelijk van de standplaats, 18-25 proc<strong>en</strong>t. Voor wind op<br />

zee, waarmee nog nauwelijks ervaring is opgedaan, hoopt m<strong>en</strong> op 30 proc<strong>en</strong>t of<br />

meer (zie ook tekstbox 2). 5<br />

Tekstbox 2 Spreiding van wind<strong>en</strong>ergie?<br />

Bij e<strong>en</strong> sterkere geografische spreiding van windmol<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> fluctuaties in wind elkaar tot op<br />

zekere hoogte comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Dan zou de behoefte aan reservecapaciteit lager zijn. Maar er zijn niet<br />

zo heel veel echt goede locaties voor windmol<strong>en</strong>s.<br />

Het waait gemiddeld meer op zee dan op land, <strong>en</strong> meer in de kustgebied<strong>en</strong> dan landinwaarts. De<br />

gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> groot aanbod van wind zijn geconc<strong>en</strong>treerd op specifieke plekk<strong>en</strong>. In land<strong>en</strong> als<br />

Groot-Brittannië <strong>en</strong> Ierland zijn de windpatron<strong>en</strong> relatief uniform; dat geldt ook voor Scandinavië<br />

<strong>en</strong> Noord-Duitsland. Voor het comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> van fluctuaties zou de elektriciteit daarom van erg<br />

ver moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. De capaciteit van de hoofdkabels die de nationale nett<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> is echter<br />

nu al overbelast. En naarmate in elk van die land<strong>en</strong> het aandeel van wind groter wordt, kom<strong>en</strong> de<br />

problem<strong>en</strong> weer terug; m<strong>en</strong> moet rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met vergelijkbare windkracht over grote<br />

gebied<strong>en</strong>.<br />

Dat effectief vermog<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> gemiddelde. Windpark<strong>en</strong> in Europa draai<strong>en</strong> twee<br />

derde van het jaar onder die 20 proc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> derde van het jaar onder de 10<br />

proc<strong>en</strong>t (ucte 2005). 6 In period<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge <strong>en</strong>ergievraag (koude- of hittegolf)<br />

is er vaak weinig wind. Om e<strong>en</strong> tekortschiet<strong>en</strong>d aanbod op piekur<strong>en</strong> of<br />

uitval van hele windmol<strong>en</strong>park<strong>en</strong> (bij windkracht 3 of lager) op te kunn<strong>en</strong><br />

vang<strong>en</strong>, moet er betrouwbare reservecapaciteit achter de hand zijn.<br />

Om de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorzi<strong>en</strong>ing te kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

garander<strong>en</strong>, wordt in de literatuur t<strong>en</strong> eerste als vuistregel aangehoud<strong>en</strong> dat –<br />

zolang er ge<strong>en</strong> geschikte vorm van opslag van elektrische <strong>en</strong>ergie is gevond<strong>en</strong>, zie<br />

tekstbox 3 – het aandeel van wind<strong>en</strong>ergie in het elektriciteitssysteem niet bov<strong>en</strong><br />

20-25 proc<strong>en</strong>t kan uitstijg<strong>en</strong>. Regionaal kan dat uiteraard meer zijn, zolang er<br />

voldo<strong>en</strong>de beroep gedaan kan word<strong>en</strong> op import/export van elektriciteit<br />

van/naar omligg<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong> (vergelijk D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong> in de regio<br />

Scandinavië/Noord-Duitsland).<br />

bijlage 4<br />

4<br />

267

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!