Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme - Wetenschappelijke ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
88<br />
klimaatstrategie – <strong>tuss<strong>en</strong></strong> <strong>ambitie</strong> <strong>en</strong> <strong>realisme</strong><br />
word<strong>en</strong> op rijksniveau vastgelegd in de Nota voor de Waterhuishouding. De door<br />
het rijk ontwikkelde plann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak ruimtelijke gevolg<strong>en</strong>. Het waterstaatsbeleid<br />
raakt daarmee aan het ruimtelijkeord<strong>en</strong>ingsbeleid. De kern daarvan is dat<br />
ruimtelijke functies teg<strong>en</strong> elkaar word<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong>. Op rijksniveau vindt echter<br />
ge<strong>en</strong> afstemming plaats met het ruimtelijkeord<strong>en</strong>ingsbeleid (Groothuijse <strong>en</strong> Van<br />
Rijswick 2005). Het komt voor dat in de regionale vertaling van het op rijksniveau<br />
geformuleerde beleid onderdel<strong>en</strong> sneuvel<strong>en</strong> op basis van overweging<strong>en</strong> van<br />
ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing. Het rijk formuleert het waterstaatsbeleid vanuit e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig<br />
maatschappelijk belang. Op regionaal niveau spel<strong>en</strong> meerdere belang<strong>en</strong>, die<br />
alle teg<strong>en</strong> elkaar word<strong>en</strong> afgewog<strong>en</strong>. Vanuit het oogpunt van veiligheid kan het<br />
resultaat van deze afweging als onbevredig<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> beoordeeld.<br />
In de regel vindt de afstemming <strong>tuss<strong>en</strong></strong> het waterhuishoudingbeleid <strong>en</strong> het<br />
planologisch beleid plaats op provinciaal niveau. De vorm die daarvoor gekoz<strong>en</strong><br />
wordt is doorgaans het Provinciaal Omgevingsplan, waarin alle plann<strong>en</strong> voor de<br />
fysieke leefomgeving onderling word<strong>en</strong> afgestemd. In het provinciale plan voor<br />
de waterhuishouding moet de landelijke Nota voor de Waterhuishouding doorklink<strong>en</strong>.<br />
Daarbij is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ruimtelijke vertaling naar het streekplan<br />
gemaakt. Op de doorvertaling van deze provinciale plann<strong>en</strong> naar het geme<strong>en</strong>telijke<br />
bestemmingsplan <strong>en</strong> het beheersplan van het waterschap wordt door<br />
Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> toegezi<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>telijk is de watertoets verplicht gesteld in<br />
de bestemmingsplanprocedure. Groothuijse <strong>en</strong> Van Rijswick (2005) bepleit<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> soortgelijke overlegverplichting voor de opstelling van waterbeheersplann<strong>en</strong>.<br />
Er bestaat behoefte aan meer sturingsmogelijkhed<strong>en</strong> voor het rijk om grote<br />
project<strong>en</strong> op het gebied van de waterstaathuishouding te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Het<br />
huidige wettelijke instrum<strong>en</strong>tarium biedt daarvoor wel mogelijkhed<strong>en</strong>, maar<br />
schiet in de praktijk tekort. Van Buur<strong>en</strong> <strong>en</strong> Laninga-Busch (2005) stell<strong>en</strong> de vraag<br />
wat voor het rijk de mogelijkhed<strong>en</strong> zijn om geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> tot het mak<strong>en</strong><br />
van grootschalige zogehet<strong>en</strong> natte reservering<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> planologische kernbeslissing<br />
biedt hiervoor aanknopingspunt<strong>en</strong>. De vraag is dan of de ruimtelijke reservering<strong>en</strong><br />
gedaan word<strong>en</strong> als indicatieve beleidsuitsprak<strong>en</strong> of als concrete beleidsbeslissing<strong>en</strong>.<br />
De zin van het do<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> indicatieve beleidsuitspraak hangt<br />
weer af van de medewerking van lokale overhed<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> concrete beleidsbeslissing<br />
moet<strong>en</strong> alle relevante belang<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegewog<strong>en</strong>, ook de lokale belang<strong>en</strong>.<br />
Dat maakt het grootschalige gebruik van dit instrum<strong>en</strong>t door het rijk minder<br />
geschikt. De betrokk<strong>en</strong>heid van provincies <strong>en</strong> waterschapp<strong>en</strong> is daarom ess<strong>en</strong>tieel.<br />
In feite betek<strong>en</strong>t dit dat wordt teruggegrep<strong>en</strong> op de gebruikelijke bestuurlijke<br />
beïnvloeding door het rijk. Als deze beïnvloeding niet naar w<strong>en</strong>s verloopt, kan<br />
het rijk nog reager<strong>en</strong> op bestemmingsplann<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwvergunning<strong>en</strong>. Het ruimtelijkeord<strong>en</strong>ingsinstrum<strong>en</strong>tarium<br />
biedt daar algem<strong>en</strong>e procedures voor, waarvan<br />
alle belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gebruik kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Daarnaast zijn er voor het rijk nog<br />
<strong>en</strong>kele specifieke mogelijkhed<strong>en</strong> om te reager<strong>en</strong>. Al met al word<strong>en</strong> deze mogelijkhed<strong>en</strong><br />
door de bewindslied<strong>en</strong> als te mager beschouwd.