kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het kom<strong>en</strong>de Godsrijk op Japp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Warop<strong>en</strong>kai<br />
door D. C. A. Bout<br />
|^Tieuwjaarsmorg<strong>en</strong> 1924 kwam<strong>en</strong> wij op het eiland Japp<strong>en</strong> aan.<br />
JLN| Ons doel was daar e<strong>en</strong> Z<strong>en</strong>dingspost te sticht<strong>en</strong>, <strong>en</strong> Seroei<br />
leek daarvoor de aangewez<strong>en</strong> plaats.<br />
Twee dag<strong>en</strong> tevor<strong>en</strong> had Z<strong>en</strong>deling F. J. F. van Hasselt ons er op<br />
voorbereid, dat Japp<strong>en</strong> nog niet veel mogelijkhed<strong>en</strong> bood. Hij had<br />
er zes goeroe's, maar de bericht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet zo moedgev<strong>en</strong>d.<br />
Op die Nieuwjaarsdag voer<strong>en</strong> wij bij het licht word<strong>en</strong> de mooie<br />
Wooibaai binn<strong>en</strong>. Langs e<strong>en</strong> vrij steil heuvelland liep e<strong>en</strong> smal pad,<br />
waarop het gedraaf begon. Maildag! Op de voorgalerij<strong>en</strong> der Papoeahuiz<strong>en</strong><br />
zag<strong>en</strong> wij lev<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de „Van Neck" voor<br />
anker lag, daalde m<strong>en</strong> af op de prauwtjes om aan de tweemaandelijkse<br />
nieuwsgierigheid te voldo<strong>en</strong> wanneer de mailstomer er was.<br />
Veelal war<strong>en</strong> er vreemdeling<strong>en</strong> aan boord, die gaarne snuisterij<strong>en</strong><br />
kocht<strong>en</strong>, als houtsnijwerk, kral<strong>en</strong> schortjes, pijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> bog<strong>en</strong>, schelp<strong>en</strong><br />
etc.<br />
Het is nog vroeg, doch e<strong>en</strong> paar kleine jong<strong>en</strong>s zijn het dek reeds<br />
opgekom<strong>en</strong> met pijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> bog<strong>en</strong>. Ze wacht<strong>en</strong> tot ze aangesprok<strong>en</strong><br />
zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hun oog is op ons gericht. Stil verleg<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> ze<br />
staan. Als ik vraag, wat ze will<strong>en</strong>, bied<strong>en</strong> ze mij hun waar aan.<br />
'k Schud het hoofd <strong>en</strong> zeg: „Niet nodig, we kom<strong>en</strong> op jullie eiland<br />
won<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> de P<strong>en</strong>dita."<br />
Er flonkerd<strong>en</strong> lichtjes onder hun donkere w<strong>en</strong>kbrauw<strong>en</strong>, er komt e<strong>en</strong><br />
lach op hun gelaat. Hun mooie witte tand<strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>.<br />
En tot mijn verbazing zegt de oudste: „Kita orang ada lapar goeroe."<br />
„Wij hebb<strong>en</strong> honger naar e<strong>en</strong> goeroe." Nog ev<strong>en</strong> dral<strong>en</strong> ze wat <strong>en</strong><br />
roei<strong>en</strong> dan ijlings naar de kampong, waar ze het dorpshoofd het<br />
nieuws gaan vertell<strong>en</strong>, dat de P<strong>en</strong>dita er is.<br />
Wij staan met honderd <strong>en</strong> meer gedacht<strong>en</strong> over de railing te kijk<strong>en</strong><br />
naar 't dorp, maar er is ge<strong>en</strong> tijd om te peinz<strong>en</strong>. Wooi z<strong>en</strong>dt zijn<br />
deputatie. Het dorpshoofd lijkt e<strong>en</strong> zeer sympathiek man. Rustig<br />
vraagt hij voor zijn volk e<strong>en</strong> goeroe.<br />
O, dat vrag<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goeroe. Hoe dikwijls had ik in het verled<strong>en</strong><br />
daar allerlei gedacht<strong>en</strong> aan vast geknoopt gezi<strong>en</strong>. Toch durfde ik<br />
vasthoud<strong>en</strong>, dat achter m<strong>en</strong>ige bijbedoeling, die onzichtbare Hand<br />
aanwezig was, die van uit de hemel het al bestuurt.<br />
Zwaar bromt de fluit van de „Van Neck." De Wooiers verlat<strong>en</strong><br />
161