kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
kruis en korwar - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
verzamel<strong>en</strong> van leef tocht (viss<strong>en</strong>, jag<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuin<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>) de ur<strong>en</strong><br />
der dag<strong>en</strong> vull<strong>en</strong>. De <strong>korwar</strong> heeft e<strong>en</strong> plaatsje gekreg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
hoek van het donkere paalhuis, waar heel spoedig e<strong>en</strong> draperie van<br />
spinrag de naakte vorm<strong>en</strong> van het hout<strong>en</strong> kereltje dekt <strong>en</strong> insect<strong>en</strong>getjilp<br />
de zang is, waarnaar dat hout<strong>en</strong> manneke schijnt te luister<strong>en</strong>.<br />
Niemand kijkt meer naar het beeldje om.<br />
Maar als later Kabisai, na e<strong>en</strong> overvloedige maaltijd van niet al te<br />
verse schildpadeier<strong>en</strong>, ziek op zijn slaapmat ligt <strong>en</strong> zich w<strong>en</strong>telt <strong>en</strong><br />
keert <strong>en</strong> steunt <strong>en</strong> klaagt over de stek<strong>en</strong>de pijn<strong>en</strong> in zijn buik, —<br />
als later de stamled<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dichte kring zitt<strong>en</strong> om de lijd<strong>en</strong>de man<br />
<strong>en</strong> hem alle verse buit<strong>en</strong>lucht rov<strong>en</strong> door hun int<strong>en</strong>se belangstelling,<br />
dan komt het uur, dat de mon Kemon, zijn kracht als helper kan<br />
ton<strong>en</strong>.<br />
In de walm van de rok<strong>en</strong>de haardstede, onder het stemgegons der<br />
verbijsterde omzitt<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, die met og<strong>en</strong>, groot van angst, star<strong>en</strong> naar<br />
de stuiptrekking<strong>en</strong> van hun stamhoofd, verschijnt Kemon als e<strong>en</strong><br />
schim.<br />
Maar nauwelijks is zijn komst opgemerkt, of e<strong>en</strong> diepe stilte valt in.<br />
Van de mon verwacht ieder de hulp, die hier zo hoog nodig is.<br />
Zal hij in staat zijn nieuwe „or" te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> aan Kabisai, die nu als<br />
e<strong>en</strong> geslag<strong>en</strong>e neerligt? Ziet, de mon is kalm bij alle angst rondom.<br />
Hij is doelzeker <strong>en</strong> gaat rustig zitt<strong>en</strong>, waar ander<strong>en</strong> van onrust<br />
schuifel<strong>en</strong>, met knikk<strong>en</strong>de knieën. Het is ook voor de stamled<strong>en</strong> zo<br />
vreselijk, om weer in aanraking te kom<strong>en</strong> met één, die zichtbaar<br />
werd gevang<strong>en</strong> in de strikk<strong>en</strong> der daemon<strong>en</strong> <strong>en</strong> die zo dicht nadert<br />
het schimm<strong>en</strong>rijk, het vreselijke onzekere!<br />
Op zijn vraag, biedt Kabisai's eerste vrouw de mon het beeldje van<br />
de gestorv<strong>en</strong> zoon. Kemon zet zich aan het voet<strong>en</strong>eind van de kreun<strong>en</strong>de<br />
man. Hij verbergt zijn hoofd onder e<strong>en</strong> kap van gevlocht<strong>en</strong><br />
pandaanblader<strong>en</strong>, zodat in dit schemerige huis zijn gelaat niet meer<br />
is te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dan neemt hij de <strong>korwar</strong> in zijn hand <strong>en</strong> roept de<br />
naam van de dode, voor wie het gemaakt is. Na lang roep<strong>en</strong>, waarbij<br />
alle omzitt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met voelbare spanning toezi<strong>en</strong>, begint de hand<br />
van de mon te bev<strong>en</strong>. Dat is wel reeds e<strong>en</strong> goed tek<strong>en</strong>, maar antwoord<br />
komt er nog niet. Nu vangt Kemon aan allerlei beloft<strong>en</strong> te<br />
prevel<strong>en</strong>. Hij belooft de schim van de overled<strong>en</strong>e tabak <strong>en</strong> pinang.<br />
Telk<strong>en</strong>s weerklinkt in het stille huis zijn lokk<strong>en</strong>de roepstem. Slechts<br />
het kreun<strong>en</strong> van de zieke <strong>en</strong> het zucht<strong>en</strong>' der omzitt<strong>en</strong>d<strong>en</strong> m<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
zich met de stem des roep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Maar ziet, op e<strong>en</strong>maal vaart e<strong>en</strong><br />
huivering door Kemons gestalte. De bev<strong>en</strong>de hand<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong><br />
nauwelijks het hout<strong>en</strong> beeldje vast te houd<strong>en</strong>. De geest van de<br />
overled<strong>en</strong>e is in het hout gevar<strong>en</strong>, of zweeft om de <strong>korwar</strong> he<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
heeft die als zetel gekoz<strong>en</strong>.<br />
Nu spreekt de mon de geest aan: „Wil je mijn beschermgeest<br />
„Rumanbrauwndi" vrag<strong>en</strong> bij mij te kom<strong>en</strong>?" Want Kemon beweert,<br />
73