Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
verscherpen. De constructie is niet zonder nadelen: het is niet ongebruikelijk om bij beleidsvorming terug te<br />
grijpen op het plan dat <strong>voor</strong> de beleidsvormer de meest gunstige uitgangsbasis vormt in plaats van op het<br />
meest recente plan. Langerak e.a. 2000, 48. Zie ook Wissink 2000, 170-171; Van Geest & Hödl 1998, 38-39.<br />
De Rob (2001, 38-39) noemde drie modellen <strong>voor</strong> afstemming van sectoren: het klassieke haasje-over,<br />
synchronisatie (waarbij planprocedures en -termijn gelijk geschaald worden) en integratie (in één<br />
omgevingsplan). Bart Wissink wees evenwel op de onuitvoerbaarheid van integrale plannen. Hij was daarom<br />
<strong>voor</strong>stander van reflectief optreden in planning, waarbij planningdiscoursen die ontstaan rondom<br />
maatschappelijke praktijken in acht worden genomen. Zulke reflectieve planning is meer discursief,<br />
communicatief en politiek.<br />
Marius Schwartz en Gert de Roo (2001) bespraken even<strong>een</strong>s omgevingsplanning. De toenemende oriëntatie<br />
op ‘saldodoelen’ van ruimtelijke kwaliteit in plaats van op sectorale, kwantitatieve doelstellingen geeft<br />
aanleiding tot omgevingsplanning, m<strong>een</strong>den zij. Die omgevingsplanning wordt gekarakteriseerd door<br />
omvattendheid en integratie. Hun omvattendheid is er één op hoofdlijnen, g<strong>een</strong> alomvattendheid. Ook zij<br />
wezen op de gebiedsgerichte aanpak en noemden daarbij het ROM-beleid, het beleid met betrekking tot de<br />
waardevolle cultuurlandlandschappen, de EU-fondsen en het GSB/ISV-beleid. Gezien de brede toepassing in<br />
diverse beleidsprogramma’s zagen Schwartz en De Roo wel toekomst in omgevingsplanning. Een belangrijk<br />
obstakel, zo gaven zij aan, is dat het verkeers- en vervoersbeleid nog niet makkelijk wordt meegenomen. Zo<br />
neemt het Ministerie van Verkeer en Waterstaat niet deel aan het ISV. Zie over de verhouding tussen GSB-<br />
beleid en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bij<strong>voor</strong>beeld GSB-blad (2002) jg. 3, nr. 1, pp. 4, 10. Op de<br />
afstand tussen ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer wees bij<strong>voor</strong>beeld ook TNO Inro, met betrekking<br />
tot de uitvoering van VINEX-uitbreidingen: door actoren werd <strong>een</strong> gemis ervaren aan betrokkenheid en <strong>voor</strong>al<br />
afzonderlijke financiële middelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ginter e.a. 2001. Zie ook De<br />
Jong & De Vries 2003, 29. In gelijkaardige zin benadrukten de Rob en de Rfv (2001) in hun advies inzake het<br />
GSB de opgave van ontkokering.<br />
43<br />
Maatregelen als <strong>een</strong> omgevingsplan of <strong>een</strong> gebiedsgericht project kenden meestal g<strong>een</strong> integratie van<br />
verkeer en vervoer, maar ook ‘in eigen huis’ was de verbinding niet zonder moeilijkheden. Het Ministerie van<br />
VROM kreeg onder minister Margreet de Boer in het kabinet-Kok I g<strong>een</strong> geïntegreerde nota milieu en ruimte<br />
tot stand, hoewel het Nationaal milieubeleidsplan 3 van februari 1998 melding maakte van het <strong>voor</strong>-nemen<br />
zulk <strong>een</strong> nota leefomgeving uit te brengen. Een vijfde nota over de ruimtelijke ordening en <strong>een</strong> daaropvolgend<br />
vierde nationaal milieubeleidsplan werden afzonderlijk opgesteld. Wissink 2000, 196-199.<br />
In zijn Advies over de Sturing van <strong>een</strong> duurzame samenleving gaf de VROM-raad aan g<strong>een</strong> <strong>voor</strong>stander te zijn<br />
van één nota milieu en ruimte, of leefomgeving, maar wel van <strong>een</strong> volgende nota ruimtelijke ordening.<br />
Teneinde dan afstemming of integratie te bekomen bij de verschillende vraagstukken met betrekking tot de<br />
leefomgeving, ondersteunde de VROM-raad de idee van <strong>een</strong> groen poldermodel. VROM-raad 1998a;<br />
Weggeman 2003. Van het groen poldermodel kwam weinig terecht. Onder Jan Pronk koerste het Ministerie<br />
van VROM, in weerwil van diverse interactieve trajecten, niet aan op <strong>een</strong> alternatief <strong>voor</strong> representatieve<br />
democratie. Weggeman 2003, 16-19; Huisman, J. (2000) De pretenties van Pronk, Bouw, jg. 55, nr. 10, pp.<br />
18-21; Witsen, P.P. (2000) Kroniek van de Vijfde Nota, Aflevering 6 Bedrieglijke rust, Blauwe Kamer, nr. 4,<br />
pp. 16-17.<br />
44<br />
Zie bij<strong>voor</strong>beeld Ministerie van VROM 2001.<br />
109