01.05.2013 Views

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

23 ‘De geografische ruimte en haar relaties met de mens heeft geografen en romanciers gefascineerd. […] Er<br />

zijn […] twee genres, die op het grensvlak van geografie en literatuur liggen. Het eerste is het reisverhaal, <strong>een</strong><br />

genre dat traditionele geografen hebben beoefend en hedendaagse literatoren nog beoefenen. […] Het tweede<br />

genre bestaat uit erudiete, literair zeer verzorgde en sterk persoonlijke essays over de beleving van plaats,<br />

ruimte en natuur in het verleden.’ De Pater 1984, 272-273.<br />

24 John Tyerman Williams (2000, 169) besprak hoe filosofen <strong>een</strong> aanzet geven tot en verder werken vanuit<br />

twee boeken van Alan Milne uit 1926 en 1928. Ook het werk van existentialist Jean-Paul Sartre betrok hij op<br />

Poeh en zijn Wereld. Waar Sartre in Het Zijn en het Niets schreef dat leegte leegte van iets is, zou hij<br />

<strong>voor</strong>tbouwen op <strong>een</strong> scène in Het huis in het Poeh-hoekje waarin wordt aangegeven dat Poeh in <strong>een</strong> stukje<br />

Woud stapt dat per ongeluk is weggelaten (hij valt in <strong>een</strong> kuil). Waar het in de relatie tot definitie van ‘ruimte’<br />

om gaat, is dat ‘leegte’ in het menselijke begrip all<strong>een</strong> bestaat vanuit de afwezigheid van iets.<br />

25 Giddens 1992, 60. De vorming van de omgeving heeft plaats omwille van nut, denk maar aan de<br />

Deltawerken en Flevoland, en om wat lichtzinniger redenen. Een zeventiende-eeuws boek over het<br />

hovenierschap wil het zo: ‘Doch, om tot ons <strong>voor</strong>nemen te komen, seggen wy dat de natuur, die sich veeltyds<br />

wanschikkelijk vertoont, door de konst kan opgeschikt, opgepronkt, in goede ordre, çierijk en vermakelijk<br />

gemaekt worden: en hier overbrugt men somtijds bergen en heuvelen wech; laeghten en dalen verhooght men,<br />

men maekt water tot lant, en lant tot water, & c.’ Overgenomen uit Glaudemans 2000, 132.<br />

26 ‘Nederland is in tal van opzichten de resultante van ingrepen door arbeid, techniek en kunst in de<br />

natuurlijke gesteldheid: in de context van West-Europa vormt ons land het cultuurlandschap bij uitstek.’ De<br />

Jong 1993, 9.<br />

27 Paasi 1996, 17-18.<br />

28 Buitenwijken bestaande uit identieke huizenblokken zijn reproduceerbare producten die tot stand zijn<br />

gebracht middels herhaalde handelingen of bouwplannen. Die woonwijken zijn kwantificeerbaar. Zulk sociaal<br />

handelen kan of moet gepland en gereguleerd worden. Marc Glaudemans (2000, 16-17) stelde: ‘Net als<br />

gedichten, instrumenten of beeldhouwwerken wordt ook <strong>een</strong> stad gemaakt, is ook de stad <strong>een</strong> artefact dat door<br />

<strong>een</strong> maken tot stand komt.’ Een opvatting over ruimte gelijkaardig aan die van Lefebvre blijkt uit <strong>een</strong><br />

bespreking van Bruno Fortiers La métropole imaginaire door Pieter Uyttenhove, waarin Uyttenhove raakte<br />

aan de Parijse stedebouw van Georges-Eugène Haussmann. ‘Het universum van vormen wordt totaal<br />

omgesmeten en in tegenstelling tot het ideaal van de achttiende eeuw wordt nu “leegte” geproduceerd: lanen,<br />

straten, boulevards, openbare pleinen. Het Parijse silhouet wordt in negatief uit de massa gebeeldhouwd.’<br />

Uyttenhove, P. (1990) Archis, nr. 12, p. 55. Haussmanns transformatie van Parijs is in relatie tot politiek en<br />

bestuur besproken in Oosten 2002d.<br />

De rationalist Thomas Hobbes is <strong>voor</strong>al gekend omwille van zijn politieke filosofie, maar hij hield zich ook<br />

bezig met natuurwetenschappen. Hij m<strong>een</strong>de dat ruimte door de mens wordt gecreëerd. ‘He maintained that it<br />

was a phantasm because if the world of physical things were to be destroyed and a man were to be left alone<br />

with his imaginations and memories, some of these would appear external to him, or located in space, which<br />

must therefore be a subjective frame of reference.’ Peters 1956, 98. Die opvatting spreekt wel aan, maar het is<br />

moeilijk zich <strong>een</strong> denkende mens <strong>voor</strong> te stellen buiten de fysieke realiteit: het denken zelf is <strong>een</strong> biologisch<br />

gegeven, <strong>een</strong> chemische activiteit in de ruimte. Daarmee is het <strong>een</strong> wenselijke verfijning om de idee van<br />

52

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!