01.05.2013 Views

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6 ‘Geconfronteerd met het onderzoek van de historicus en de argumentatie van de filosoof wordt de sage in<br />

haar hoedanigheid van sage alle competentie ontzegd om op geldige en waarachtige wijze over het goddelijke<br />

<strong>een</strong> uitspraak te doen.’ Vernant 1990, 25.<br />

7 Arendt richtte zich bij de Hellenen op de polis en bij de Romeinen <strong>voor</strong>al op de stichting van <strong>een</strong><br />

samenleving en op de figuur van de over<strong>een</strong>komst. Zie <strong>voor</strong> <strong>een</strong> hier relevante schets van de Oudheid<br />

bij<strong>voor</strong>beeld Oosten 2002h, 17-20. Het wat xenofobe karakter van de gem<strong>een</strong>schappen binnen de Hell<strong>een</strong>se<br />

samenleving laat zich vergelijken met het onderscheid tussen vriend en vijand dat Carl Schmitt (1976) groot<br />

belang toedichtte <strong>voor</strong> het begrip van politiek. Hoogers 1999, 199 e.v.<br />

8 Overgenomen uit Hoogers 1999, 81. Paine was wel erg lovend. Benjamin Constant (1988, 307-328) gaf aan<br />

dat de stadstaten van de Klassieke Oudheid kleine gem<strong>een</strong>schappen waren waarin <strong>voor</strong> individuele burgers<br />

maar weinig keuzemogelijkheden bestonden, die weinig sociale mobiliteit vertoonden en <strong>een</strong> grote mate van<br />

sociale controle kenden. Daarbij hadden burgers <strong>een</strong> groot aandeel in de publieke zaak. De moderniteit<br />

daarentegen, zo gaf hij aan, kent grootschalige samenlevingen waarin individuele burgers zich meer<br />

bezighouden met de <strong>voor</strong>tbrenging van materiële welvaart, minder aan <strong>een</strong> publieke autoriteit gebonden zijn<br />

en meer mogelijkheden hebben om hun leven naar keuze in te richten. Constant zag daarmee in beide zowel<br />

<strong>voor</strong>- als nadelen. Fontana, in: Constant 1988, 18-19. Zie ook Todorov 2001, 157-158. Josiah Ober (2000)<br />

m<strong>een</strong>de echter dat Athene wel liberaal was.<br />

9 Schama 2000; Arendt 1961, 139-141; Heynen 2001, 150. De stichting van <strong>een</strong> politieke orde roept iets<br />

nieuws in het leven, maar daarbij beroepen actoren zich graag op <strong>een</strong> inspirerend, zuiver verondersteld<br />

verleden. Bij al het nieuwe willen mensen toch de band met de traditie niet geheel verbreken. Verhoeven<br />

2003, 94.<br />

10 Kateb 1984, 2.<br />

11 Matthijsen, in: Bout 2000, 16-19; Faulks 2000, 112-113.<br />

12 In de meest onwaarschijnlijke situaties kunnen burgers tot politiek handelen komen, bij<strong>voor</strong>beeld in twee<br />

Braziliaanse sloppenwijken. Baiocchi 2003. In hoeverre burgers leken blijven met betrekking tot<br />

beleidsvorming, is overigens <strong>een</strong> vraag die gesteld kan worden. Vergelijkbaar met de toegenomen kennis en<br />

mondigheid van mensen inzake hun gezondheid, ten overstaan van artsen, is de notie denkbaar van<br />

bureaucratische proto-professionalisering van burgers. Bureaucratische competenties van burgers zijn<br />

bij<strong>voor</strong>beeld besproken in Daemen & Thomassen 1998.<br />

13 Tsao 2002, 118.<br />

14 Glaudemans 2000, 36.<br />

15 Glaudemans 2000, 154-155.<br />

16 Dolan, in: Villa 2000, 262-263.<br />

17 Maurizio Passerin d’Entrèves en Seyla Benhabib zagen in het werk van Arendt <strong>een</strong> spanning tussen<br />

enerzijds het heroïsche binnen <strong>een</strong> samenleving waarin individuen excelleren in woord en daad (expressive)<br />

en anderzijds de deliberatie en het gezamenlijke handelen (communicative). Het eerste vatten zij op als niet te<br />

realiseren in de hedendaagse samenleving. Dana Villa betoogde dat Arendt deze aspecten wel evenwichtig<br />

behandelde en bestreed zo, met Richard Sennett, de opvattingen van Passerin d’Entrèves, Benhabib en ook<br />

Jürgen Habermas. Villa, in: Hénaff & Strong 2001, 144-171.<br />

263

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!