Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
66<br />
Rob 2000; SGBO 1999; SGBO 1997.<br />
67<br />
Dit geldt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> ‘normale’ programma’s van de structuurfondsen, minder <strong>voor</strong> Interreg en andere<br />
zogenoemde communautaire initiatieven. De Rooij 2003, 48-50, 54-55, 182-183.<br />
68<br />
Zie bij<strong>voor</strong>beeld Koper 2003.<br />
69<br />
Zie ook Hoekema & Van Manen, in: Hertogh e.a. 1998, 47-49.<br />
70<br />
Ter vergelijking: Arno Korsten (1979) hield in zijn dissertatie wel vast aan representativiteit <strong>voor</strong><br />
participanten. De onderzoeker m<strong>een</strong>t dat representativiteit wel van belang is bij de verkiezing van<br />
volksvertegenwoordigers en, wellicht in mindere mate, bij de aanwijzing van executieve politiek<br />
ambtsdragers. Overigens is representativiteit ten aanzien van politiek ambtsdragers niet het enige punt van<br />
belang: de electorale stelsels van bij<strong>voor</strong>beeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika<br />
kennen naast representativiteit ook de snelle vorming van <strong>een</strong> krachtige regering veel belang toe.<br />
71<br />
De Jong & Weggeman 1999, 28-29.<br />
72<br />
Snellen, in: Van Doorn & Schippers 2003, 20; Edelenbos 2000, 325-326, 331; De Graaf 2002, 52.<br />
73<br />
Weggeman 2003, 345-346. Zie ook Edelenbos 2000.<br />
74<br />
Denayer & Saey 2001.<br />
75<br />
De Vries 2000b, 11. Peter Newman en Andy Thornley (1996, 7) stelden, ook over particulier initiatief:<br />
‘Throughout Europe there has b<strong>een</strong> a move by city governments to take a more entrepreneurial approach and<br />
compete to attract inward investment. This has led to the formation of particular coalitions of interest which<br />
have dominated urban decision-making and there has b<strong>een</strong> a tendency for urban planning to support these<br />
interests. This has commonly b<strong>een</strong> associated with the establishment of special, often undemocratic, agencies<br />
within which urban planning planning operates.’ Zij noemden ondermeer Barcelona, waar parallel aan de op<br />
sociale thema’s en werkloosheid gerichte ontwikkeling met inbegrip van vorming en bewonersparticipatie,<br />
zich in het kader van de Olympische Spelen <strong>een</strong> ontwikkeling <strong>voor</strong>deed die was gericht op het bedrijfsleven<br />
en eigenlijk buiten het <strong>democratische</strong> proces bleef. Newman & Thornley 1996, 91-95. Ook in steden in de<br />
Verenigde Staten van Amerika stonden Olympische Spelen in het teken van privaat initiatief en kreeg de<br />
bevolking weinig zeggenschap over de nodige ruimtelijke investeringen. Burbank e.a. 2002. Zie ook Short e.a.<br />
1993, 208-209; Pollitt 2003, 62. Newman en Thornley bespraken interactieve beleidsvorming als mo-gelijk<br />
antwoord op planning die als ondemocratisch kan worden gezien. ‘Thus, planning can be used to identify sites<br />
for development, to produce growth strategies and to coordinate infrastructure. These activities can be used to<br />
support international competition. Such approaches are likely to be coordinated through special agencies<br />
outside “normal politics”. The alternative pursuit of social or environmental objectives may involve wider<br />
groups of interests and open decision-making.’ Newman & Thornley 1996, 106.<br />
76<br />
Van der Heijden e.a. 2000.<br />
77<br />
Overigens gaat publiek-private samenwerking vaak samen met informele plannen en convenanten (zie<br />
subparagraaf 5.3.6).<br />
78<br />
De leden van de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden stemden met last en<br />
ruggespraak. De besluitvorming in ’s-Gravenhage werd danig opgehouden indien de heren <strong>voor</strong> overleg terug<br />
naar hun provinciën moesten. De Friese representanten maakten dan <strong>een</strong> ronde langs de elf steden en dertig<br />
grietenijen van de provincie.<br />
79<br />
Weggeman 2003, 246, 378. Zie ook Schoof 2003.<br />
112