01.05.2013 Views

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

Ruimte voor een democratische rechtsstaat - RePub - Erasmus ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

aan realisme, moeten we bekopen met <strong>een</strong> verlies aan ruimte <strong>voor</strong> fantasie, verbeeldingskracht en<br />

vindingrijkheid.’ Van Twist, in: Frissen & De Jong 1996, 85. Van Twist gaf wel aan dat <strong>een</strong> blauwdruk <strong>voor</strong><br />

hem niet definitief en niet-onderhaalbaar is zoals er in het algem<strong>een</strong> naar is verwezen, maar <strong>een</strong><br />

(gezagdragend) idee dat wordt ingebracht in de interactie. Evenals Van Twist waardeerden Voogd en Woltjer<br />

het richting geven in het plannen. Zij onderschreven de greep naar communicatie en interactie in de<br />

planning(theorie), maar gaven aan dat all<strong>een</strong> deze ‘ideologie’ niet volstaat om de waarden te beschermen en<br />

de doelen te bereiken die tot op heden de interventies in de samenleving rechtvaardigen. Voogd & Woltjer<br />

1999. Zie ook Woltjer 2000; Woltjer 1997. ‘The explicit recognition of planning as a normative process<br />

embedded in a pluriform multivalued society deserves our unconditional support.’ Voogd & Woltjer 1999,<br />

838.<br />

61 In de verhoudingen tussen bestuurslagen en tussen beleidssectoren heerst er vaak <strong>een</strong> strijd om zeggenschap<br />

waarin <strong>een</strong> beroep op bevoegdheid, meer dan overtuigende argumentatie, <strong>een</strong> wapen lijkt te zijn. Soms lijkt de<br />

aanwending van financiële middelen van afzonderlijke overheidsorganisaties meer de inzet van de strijd te<br />

zijn dan het maatschappelijk effect van beleid: de ruimtelijke kwaliteit.<br />

62 Hier heeft de term ‘integraal beleid’ niet meer precies dezelfde betekenis als in de oudere drieslag van<br />

sector-, facet- en integraal beleid die in subparagraaf 5.1.1 is genoemd.<br />

63 Pestman 2001b, 161-163.<br />

64 Voor <strong>een</strong> <strong>voor</strong>beeld van locaal of regionaal, bottom-up, gebiedsgericht of integraal beleid dat door zijn<br />

participatief-<strong>democratische</strong> karakter de politiek ambtsdragers van het represenatief-<strong>democratische</strong> stelsel<br />

aanzette tot <strong>een</strong> bezinning op hun positie en rol zie Hendriks, in: Hertogh e.a. 1998, 56-74.<br />

65 De geschiedenis van bestuurlijke overleg en van regionale instituties is omvangrijk. Zie Kromhout 2001, 7-<br />

11. Marcel Boogers en Arno Korsten (in: Hendriks & Tops 2000, 163-176) hanteerden hierbij de volgende<br />

periodisering: <strong>voor</strong>geschiedenis, gewestvorming (1946-1974), provincie-nieuwe-stijl (1975-1983),<br />

intergem<strong>een</strong>telijke samenwerking (1983-1990), besturen op niveau (1990-1995), van stadsprovincie naar<br />

gem<strong>een</strong>telijke herindelingen (1994-2000). In 1947 werden door de commissie-Koelma districten <strong>voor</strong>gesteld,<br />

maar de Wgr van 1950 gaf aan dat samenwerking tussen gem<strong>een</strong>ten de verlangde vorm is van regionaal<br />

bestuur in Nederland. Over de schaal van bestuur bleef echter gediscussieerd worden en de Wgr bleef dan ook<br />

niet ongewijzigd. De discussie golfde h<strong>een</strong> en weer tussen <strong>een</strong> accent op bestuurlijke vorm of op<br />

beleidsinhoud en tussen <strong>een</strong> accent op uniformiteit of differentiatie in de regeling. Derksen 1996, 198-200.<br />

Afhankelijk van de probleemperceptie werden andere oplossingen <strong>voor</strong>gesteld. Wim Derksen (1996, 197-198)<br />

onderscheidde zes mogelijke probleemdefinities: <strong>een</strong> zwakke internationale concurrentiepositie van de<br />

Randstad, de geringe beleidsruimte van grote steden om sociaal-economische problemen tegen te gaan, het<br />

smalle draagvlak van grote steden, de gebrekkige regionale sturing, de wildgroei aan functionele regio’s en<br />

het gebrek aan <strong>democratische</strong> legitimatie van die regio’s en tot slot de ontoereikende kracht van de huidige<br />

provincies. De commissie-Montijn adviseerde in 1989 versterking van de vier grootste steden omwille van<br />

hun internationale concurrentiepositie. Het kabinet-Lubbers III stelde vervolgens de BoN-regio’s in: bestuur<br />

op niveau. De Kaderwet biedt Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Enschede-Hengelo, Arnhem-<br />

Nijmegen en Eindhoven-Helmond elk <strong>een</strong> zogenaamd regionaal openbaar lichaam met <strong>een</strong> gesloten<br />

huishouding. De Kaderwet is evenwel tijdelijk en haar opvolging krijgt gestalte middels <strong>een</strong> versterking van<br />

de Wgr.<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!