02.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

I883 Thauma thaumátoon. Plat.<br />

(Het wonder der wonderen) Reel g i 8 3 Het opper-schepsel menrch het wonderlicxíe<br />

wonder vormt Huygens' Yggverwerking van deze woorden uit Plato. De precieze p<br />

plaats p voor dit citaat heb ik niet gevonden. g Waarschij<strong>nl</strong>ijk heeft Huygens Yg deze<br />

woorden niet rechtstreeks uit Plato overgenomen, g ^ maar citeert hij een bron die<br />

teruggaat gg op p het eerste boek van Plato's Wetten. Daar wordt (in 644 44 d en 645 4Sb)<br />

gesproken(^a<br />

over de mens als Eau .<br />

z<br />

S Dis plicent illis nimirum pplastica Dei, in ipsis p reprehendunt, p ^^ redarguunt,<br />

artificem omnium. Tertul.<br />

Dit citaat, overgenomen g uit Williams (zie Thematische bronnen fol. 3^ ° no. 6)<br />

plaatste p Huygens Yg in H bij l regel g 261.<br />

(23o)Poudre de Cypres. Yp<br />

Hu Huygens ens geeft g hier in de marge g de Franse benaming gvan het poeder p dat in de<br />

regels z28-2 ter sprake komt.<br />

g 33 p<br />

(271)Ad exacerbandum oculos gloriae illius. Iesai. 3 .<br />

g 3 9•<br />

Deze woorden vormen het slot van vers 8 niet.<br />

9<br />

494 Quare vitia sua nemo confitetur? quia<br />

etiam nunc in illis est; somnium narrare<br />

vigitantis est. Sen.<br />

(Waarom niemand zijn fouten bekent? Omdat hij er nog g in is; dromen vertelt<br />

men als men wakker is)<br />

Dit citaat bestemde Huygens Ygpreeds op fol. S°<br />

voor het slot van zijn gedicht. g Zie<br />

onder Thematische bronnen.<br />

(aan het slot) Hxc ego g mecum<br />

Compressis p agito ^ labris, ^ ubi qquid<br />

datur oti<br />

Illudo chartis. Hor.<br />

(Dit overleg g ik bij l mijzelf met samengeknepen li en en wanneer mij enige vrije<br />

mijzelflippen, J g l<br />

tijd ggelaten wordt, ^ vertouw ik het speels P toe aan het papier. p P Horatius I ^ 4, I37<br />

In Kr werden toegevoegd:<br />

0 Opde versotitel a p^ 'na voegde g Huygens Yg bij wijze van motto toe:<br />

bij l<br />

QuAm latèatet p vester hic error, ^qui ornari posse p aliquid qu<br />

vestimentis aestimatis<br />

alienis! Ad id fieri ne q uit. Nam si qquid ex appositis pp luceat, ^ ipsa p qquidem qux<br />

sunt<br />

apposita pp laudantur; ^ illud veró eis tectum at que q velatum in sua foeditate perdurat. p<br />

Boeth. de Cons. Phil. 1.2.<br />

(Hoezeer wordt bij lljullie toch alles beheerst door de misvatting g dat men met<br />

geen g vreemde veren kan pronken! p Maar dat kan onmogelijk. gl Want als iets zijn l<br />

glans g ontleent aan wat eraan is toegevoegd, dan maakt dat toegevoegde de<br />

beschouwereestdrifti g g, maar het din zelf, g hoezeer ook door dat andere aan<br />

hetezicht g onttrokken, wordt ^ er niet minder lelijk o p.<br />

Boëthius, ed. Brouwer<br />

1 99o, 99> Boek II >cS ^^98 . Huygens Y^ had in zijn 1 bibliotheek: Boeti. Opera<br />

philosophica. Basel I S7 o (catalogus gu `M2°3o5'). ^<br />

186 `Av' r"urc µ ai" ^^TauTa n o P aou n o P aT6ov e^ Xev.<br />

Stob. ex Sotad<br />

e bent wel mooiekleed g maar ^ voor jou 1 heeft een schaap pdat zelfde gedragen) g g<br />

356 [37] 'T COSTELIJCK MALL

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!