19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nog datzelfde jaar begon het verval. Vertrekpunt van het subjectivisme was<br />

de uitsluiting van de transcendentie. De intentionele gerichtheid van de gelovige<br />

op de Ander werd door de subjectivistische godsdienstpsycholoog<br />

doelbewust veronachtzaamd. Daarmee werd het fenomeen, de religieuze<br />

ervaring, van meet af aan verstoord. Het object van deze godsdienstpsychologie,<br />

de geïsoleerde religieuze ervaring an sich, was een artefact van haar eigen<br />

methode. De achttiende-eeuwse gedachte dat het gevoel objectloos is,<br />

werd door Schleiermacher in feite op het religieuze gevoel toegepast.<br />

Stanley Hall initieerde de Amerikaanse godsdienstpsychologie. Hij begreep<br />

het fenomeen van de bekering als een omslag van een autocentrische<br />

naar een heterocentrische instelling. Zijn leerling Ed Starbuck zocht de oorzaak<br />

voor deze omslag echter in de fysiologie, namelijk in een verschuiving<br />

van de religieuze activiteit van de hersenstam naar de hersenschors (Van den<br />

Berg 1958, p. 33). William James daarentegen analyseerde de religieuze ervaring<br />

niet aan de hand van vragenlijsten of statistische gegevens, zoals zijn empiristische<br />

tijdgenoten deden, maar aan de hand van documenten van gelovigen,<br />

zoals dagboeken, brieven, bekentenissen en memoires. Hij wilde begrijpen,<br />

niet verklaren. Hoogtepunt van de empirisch-objectivistische godsdienstpsychologie<br />

was een publicatie van Girgensohn uit 1921 die een ongekende hoeveelheid<br />

empirisch materiaal bevatte, maar in feite een voortdurende herhaling<br />

was van Schleiermachers gedachte dat religieuze ervaring een gevoel is.<br />

Empirische feiten, aldus Van den Berg, bevestigen een inzicht, maar voegen<br />

daar weinig aan toe. De Anfang, de gedachte van Schleiermacher, bleef ook in<br />

dit geval beslissend. De feiten zijn slechts mogelijk op grond van het eerste<br />

inzicht. ‘Girgensohn ... zegt met driehonderdduizend woorden wat Schleiermacher<br />

één ademtocht kost’ (p. 42/43). Nog in hetzelfde jaar waarin Girgensohn<br />

via een omslachtig experiment tot niets-zeggende resultaten komt,<br />

aldus Van den Berg, schrijft Rudolf Otto, vanuit een andere empirie, een zarte<br />

Empirie, zijn befaamde boek Das Heilige dat ‘bladzij na bladzij verrast en verrukt’<br />

(p. 45). Plotseling is het met de empirisch-subjectivistische godsdienstpsychologie<br />

gedaan. Spontaan, onafhankelijk van elkaar, formuleren diverse auteurs nu<br />

dezelfde kritiek: wie het geloof wil begrijpen, mag het transcendente moment<br />

van de religieuze relatie niet loochenen. Deze spontane gelijktijdigheid maakt<br />

van 1921 een metabletisch jaar waarin de empirische godsdienstpsychologie ten<br />

onder gaat. Latere publicaties van empirisch-godsdienstpsychologische aard zijn<br />

volgens Van den Berg ‘anachronismen’.<br />

Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat een nieuw genre, de pastorale<br />

psychologie. De aandacht gaat nu niet langer uit naar subjectieve gevoelens,<br />

maar naar concrete pastorale arbeid, naar intersubjectieve fenomenen<br />

zoals het gesprek, het ziekbed, het huisbezoek, de levensfasen, de opvoeding,<br />

het gebed. Pas wanneer de empirische godsdienstpsychologie dood is,<br />

wordt een psychologie van het gebed mogelijk. Wie de mens als een solitair<br />

133

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!