19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

dwongen te helpen, te genezen tot het uiterste. Het medische handelen<br />

volgt als het ware automatisch uit de basale morele premisse. De geneeskundige<br />

handelt quasi-automatisch, bijna reflexmatig. De premisse functioneert<br />

als een onverbiddelijke wet. De arts, zo lijkt het, kan niet anders.<br />

En toch ervaart hij zijn handelen niet zelden als contra-intuïtief. Twijfel<br />

bekruipt hem. Hij komt met zichzelf in conflict omdat het fundamentele<br />

voorschrift, de ‘grondwet’ van zijn handelen niet langer deugt (p. 18).<br />

Met deze grondwet is overigens iets merkwaardigs aan de hand. Zij<br />

werd nooit officieel geformuleerd of afgekondigd. Het is een misverstand<br />

te denken dat de grondwet die het medisch handelen anno 1959 stuurt<br />

identiek zou zijn aan de eed van Hippocrates die eeuwenlang het bindende<br />

statuut van medisch handelen vormde, aldus Van den Berg. De oorspronkelijke<br />

eed eist namelijk met nadruk dat de arts uitsluitend handelt in het<br />

belang van de patiënt, eist terughoudendheid en verbiedt de arts ongeneeslijk<br />

zieken aan een behandeling te onderwerpen. Het is niet de taak van de<br />

hippocratische arts om te allen tijde te proberen te genezen. Het eerste hippocratische<br />

gebod luidt: Niet schaden!<br />

Anno 1959 heeft de hippocratische wet kennelijk afgedaan. Zij werd<br />

‘vergeten’ of ‘verzwegen’ (p. 23). In haar plaats is een nieuwe, rigoureuze<br />

wet getreden die weliswaar nooit officieel werd afgekondigd, maar wel<br />

gemakkelijk gereconstrueerd kan worden aan de hand van de medischethische<br />

literatuur die deze wet onophoudelijk citeert en bekrachtigt. Behoudt<br />

het leven waar dat maar mogelijk is! Van den Berg licht dit opnieuw<br />

toe aan de hand van een voorbeeld. Een huisarts wordt geconfronteerd<br />

met een kind wiens grote hersenen door een verkeersongeval ernstig beschadigd<br />

raakten. Wellicht zal een neurochirurg in staat zijn het leven van<br />

het kind te redden, maar dit leven zal dan niet meer zijn dan een ‘gehavende<br />

mozaïek’ (p. 24). Is een dergelijke medische inspanning dan wel geoorloofd?<br />

Handelen de betreffende artsen wel in het belang van het kind? Of<br />

handelen zij onjuist? Heeft de medicus in bepaalde gevallen het recht niets<br />

te doen? En zo ja, waar ligt dan de grens? Waar verandert de handeling van<br />

‘geboden’ in ‘ongeoorloofd’? Mag men aan de arts het recht toevertrouwen<br />

om te bepalen waar redden ophoudt en schaden begint? Ander voorbeeld.<br />

Tot voor kort, aldus Van den Berg, overleden mongoloïde kinderen<br />

aan infectieziekten. Nu wordt hun leven gered en lopen ze gerede kans<br />

vroegtijdig dement te worden. Welke hand bestuurt de pen die het recept<br />

voor deze kinderen schrijft (p. 26)? Wat te denken van een hand die op een<br />

goede dag besluit dit recept niet te schrijven? Het kan niet juist zijn, aldus<br />

Van den Berg, dat artsen zich bij deze impasse neerleggen. Zij hebben enkel<br />

de plicht het leven te redden wanneer dit zinvol is (p. 27). Ze zijn niet<br />

overgeleverd aan een blinde drift tot levensverlenging zonder de vraag te<br />

stellen naar het waartoe. Waarom zou men lijdende wezens het sterven be-<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!