19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

tuatie heeft zich nu voldoende uitgekristalliseerd. Het boek uit 1969 komt<br />

precies op tijd. Het komt als geroepen. Ik zal eerst het hoofdstuk uit het<br />

boek van 1959 bespreken. Vervolgens komt Medische macht en medische<br />

ethiek zelf aan de orde.<br />

§ 4 Misnoegde artsen<br />

In 1959 publiceert Van den Berg het eerste deel van Het menselijk lichaam,<br />

een onderzoek naar de veranderingen die het lichaam vanaf de dertiende<br />

eeuw heeft ondergaan. Het eerste hoofdstuk, Gewetensconflict van een huisarts,<br />

is echter uitdrukkelijk gewijd aan de actuele situatie waarin de arts<br />

zich anno 1959 bevindt. De eerste paragraaf draagt de titel ‘Misnoegde artsen’.<br />

Van den Berg schetst daarin de uitgangssituatie van zijn boek. De arts<br />

wordt door gewetensconflicten geplaagd. De legitimiteit van zijn handelen<br />

is problematisch geworden. Om dit duidelijk te maken volgt Van den Berg<br />

een ‘anekdotische’ werkwijze. Uit persoonlijke gesprekken maakt hij op<br />

dat sprake is van een algemene stemming van misnoegen onder artsen. Hij<br />

komt tot het vermoeden dat deze artsen, wetend of onwetend, op hetzelfde<br />

vraagstuk stoten: het onvermogen van de officiële geneeskunst om stervenden<br />

werkelijk bij te staan. De beroepsgroep wordt geplaagd door een<br />

‘algemene malaise’ (p. 13) die echter alleen mondeling ter sprake wordt<br />

gebracht. In het officiële discours dringen de verzuchtingen niet of nauwelijks<br />

door. Van den Berg is, zo lijkt het, een moreel epidemioloog die een<br />

nog niet onderkende morele kwaal op het spoor is.<br />

Het begint zijn betoog met een casus van een 70-jarige patiënt bij wie<br />

een (onbehandelbaar) niercarcinoom werd vastgesteld. Van den Berg<br />

meent dat de betrokkene het recht heeft om te sterven. Waarom weerstand<br />

bieden wanneer iemand die kan terugblikken op een rijk leven, getroffen<br />

wordt door een dodelijke kwaal? Ziekenhuisopname betekent dat<br />

hij de ontluisterende ‘doop van de anonimiteit’ zal ondergaan (p. 16). Zijn<br />

lichaam zal getemperatuurd, geröntgend, geopend, geobjectiveerd, maar<br />

niet genezen worden. Waarom geven we in zulke gevallen de geneeskunde<br />

en niet de zieke zelf het laatste woord?<br />

Anno 1959 zijn dergelijke vragen nog verre van gebruikelijk. In plaats<br />

van de patiënt het recht te gunnen te sterven, wordt de geneeskunde gedreven<br />

door de wens ‘het leven te behouden en te verlengen... daar waar<br />

behoud en verlenging mogelijk zijn’ (p. 17). Nu het medisch-technische<br />

arsenaal een drastische uitbreiding heeft ondergaan, ziet de geneeskunde<br />

steeds meer mogelijkheden voor interventie. De gelegenheid om gehoor<br />

te geven aan de basale opdracht van de arts (‘Behoud het leven’) doet zich<br />

steeds vaker voor. Door een ‘vreemde noodzaak’ (p. 17) wordt de arts ge-<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!