19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

uit een polemische stemming, een furor polemicus geschreven, en die intentie<br />

was voor tijdgenoten zeer herkenbaar. Hoewel Foucault in de uiteindelijke<br />

versie vrijwel alle expliciete verwijzingen naar fenomenologische auteurs<br />

zoals Husserl, Sartre en Merleau-Ponty schrapte, bleef het een polemisch<br />

geschrift dat in alles het tegendeel wenste te zijn van een fenomenologische<br />

benadering (Eribon 1990, p. 182; Lebrun 1991, p. 15). De woorden en de dingen<br />

ademt een kritische passie. De auteur wil een anti-fenomenologie introduceren.<br />

Terwijl Husserl in zijn Krisis-boek de klassieke tijd, in vergelijking met<br />

de Renaissance, als een periode van verduistering beschouwde, benadrukt<br />

Foucault het positieve moment van dit type denken, en dan met name van<br />

de mathematisering die zich daarin voltrekt. Foucaults weigering van Husserls<br />

Verelendungs-these was op zichzelf al een vorm van polemiek. Terwijl<br />

Husserl benadrukt hoezeer het klassieke denken verzuimde zich van haar<br />

eigen zin en oorsprong bewust te blijven, laat Foucault zien hoe dit denken,<br />

via rigoureuze ordening en kwantificering, een bepaalde vorm van<br />

weten mogelijk maakt. Het denken van de Renaissance was gericht op<br />

tekst, op interpretatie – het was een hermeneutiek, aldus Foucault (1966,<br />

p. 71). Het denken van de klassieke tijd daarentegen is een tekenleer, een<br />

semiotiek. Haar oriëntatiepunt is niet de tekst, maar de tabel, de overzichtelijke,<br />

systematische ordening op basis van overeenkomsten en verschillen.<br />

Op een tabel worden overeenkomsten en verschillen aangegeven met<br />

behulp van symbolen. In tegenstelling tot Husserl eist Foucault van het<br />

klassieke denken niet dat het, zo radicaal mogelijk, verantwoording aflegt<br />

over zijn eigen oorsprong en legitimiteit. Veeleer bewondert hij de vrijmoedigheid<br />

die dit denken eigen is. Hij wil de mogelijkheidsvoorwaarden<br />

van dit denken beschrijven zonder het te bekritiseren vanuit de antropologisch-humanistische<br />

vraag naar de betekenis van dit weten voor het menselijke<br />

bestaan, zoals Husserl in zijn Krisis-boek had gedaan.<br />

Met Husserl meent Foucault dat de Renaissance in feite dichter bij de<br />

alledaagse ervaring staat dan het klassieke denken, daar waar zij in de dingen<br />

zelf op zoek gaat naar de tekens en gelijkenissen waarin zich bepaalde<br />

verbanden zouden uitdrukken (haar grondmetafoor is niet voor niets de<br />

natuur als ‘boek’). Het klassieke denken daarentegen ontwikkelt een<br />

kunstmatige taal, een logisch systeem van tekens dat het mogelijk maakt de<br />

dingen te ordenen. Het teken is arbitrair, dat wil zeggen: het is niet iets wat<br />

ons op het eerste gezicht aan de betreffende dingen opvalt, het is geen<br />

‘aangeboren’ teken. Linnaeus’ ordening van het plantenrijk aan de hand<br />

van meeldraden is daar een goed voorbeeld van. De mogelijkheidsvoorwaarde<br />

voor het klassieke denken, aldus Foucault, is de dissociatie, de arbitraire<br />

koppeling tussen teken en gelijkenis (p. 77). Het teken hoeft niet uit<br />

zichzelf aan het ding te herinneren om het te kunnen representeren. Het<br />

301

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!