19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ovendien van oudsher een theologische, theologiserende receptie. Ik volgde<br />

destijds de colleges van de Franse, in Nijmegen docerende filosoof Paul-<br />

Laurent Assoun. Wat heet volgen? Ze vormden mijn reden van bestaan,<br />

mijn filosofische doop in de Jordaan. Op een dag vroeg ik hem naar zijn<br />

oordeel over de Nederlandse filosofie. ‘Zij is,’ antwoordde hij, ‘kritisch,<br />

zorgvuldig, nauwgezet, maar wat ontbreekt is het faustiaanse moment’.<br />

Toen schoot mij, aan die tafel in het Quartier Latin, opeens een naam te<br />

binnen. Van den Berg, zei ik. Ik had nog vrijwel niets van hem gelezen. Ik<br />

kende hem eigenlijk alleen van naam. In Nederlandse antiquariaten waren<br />

boeken van zijn hand te vinden, gezet in een eigenzinnig lettertype en<br />

voorzien van opvallende illustraties. Een auteur die ooit door velen moest<br />

zijn gelezen. In Nauta’s artikel wordt hij niet genoemd. Dat is geen toeval.<br />

J.H. van den Berg, de belangrijkste Nederlandse filosoof van zijn tijd, is<br />

helemaal geen filosoof. Hij was leraar wiskunde, arts, psychiater, psychotherapeut,<br />

hoogleraar conflictpsychologie, fenomenoloog, amateur-entomoloog<br />

– maar géén filosoof.<br />

Jaren later, in juni 1998, bezocht ik een internationaal congres in het<br />

parlementsgebouw te Kopenhagen, de stad van Kierkegaard. Ik maakte er<br />

kennis met Richard Zaner, vermaard fenomenoloog, auteur van Embodiment<br />

(1964) en andere vooraanstaande publicaties, kleinzoon van een joodse<br />

Duitser en een indiaanse Squaw. Hoe het met Van den Berg was, wilde<br />

hij weten. Jan VandenBerg... You know him? I know his work, antwoordde ik,<br />

enigszins bedremmeld, althans... Some of it... Eén boek had ik gelezen, en<br />

nog een stuk of wat passages. En eenmaal had ik hem gesproken – telefonisch.<br />

Als redacteur van het tijdschrift Psychologie & Maatschappij had ik<br />

hem per brief verzocht een recensie te schrijven over de briefwisseling tussen<br />

Buytendijk en Binswanger, die door Henk Struyker Boudier in 1991<br />

was bezorgd. In zijn bespreking maakte Van den Berg terloops gewag van<br />

zijn ontmoeting met Heidegger. Nog in dezelfde jaargang echter, in het<br />

daaropvolgende nummer om precies te zijn, verscheen een uitvoerig, kritisch<br />

artikel naar aanleiding van Van den Bergs uit 1989 daterende boek<br />

Hooligans – een titel die niet zozeer naar de joelende, bierblikjes voor zich<br />

uittrappende meutes verwees die men naar de stadions ziet optrekken, aldus<br />

de recensent (Ter Bogt 1991), maar naar de echte hooligans, die zich in<br />

hogere kringen, in kringen van de regering, het justitiële apparaat, de pers<br />

bevinden. Van den Berg, schreef Ter Bogt, is een origineel auteur, een uitstekend<br />

verteller, maar ook een rancuneuze reactionair die, op grond van<br />

uiterst gebrekkige bewijsvoering, de terugkeer bepleit van een autoritaire,<br />

neokolonialistische wereldorde, waarin eenieder zijn plaats weet, waar ministers<br />

weer steken en vrouwen weer rokken dragen. ‘Graag had ik een<br />

positief verhaal over Hooligans geschreven,’ aldus Ter Bogt, ‘maar de strekking<br />

van het boek maakt dat onmogelijk’ (p. 278).<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!