Boude bewoordingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
genodigd hun ervaringen te seksualiseren. De situatie spoort hen ertoe aan<br />
hun seksualiteit op een freudiaanse wijze te beleven. Als de psychoanalyse<br />
aan populariteit wint, zal werkelijke seks echter steeds meer gaan lijken op<br />
datgene wat Freud beschrijft.<br />
Vervolgens concentreert Van den Berg zich op de Maria-figuur. Hij<br />
ontwaart een mariologische curve waarin metabletische jaartallen de buigpunten<br />
vormen. De belangstelling voor Maria begint rond het jaar 1000 met<br />
het feest van de ontvangenis. Kort na 1130 ontstaat het feest van de onbevlekte<br />
ontvangenis. In de tijd van Thomas à Kempis vertoont de Maria-curve<br />
een daling, maar na 1540 volgt hernieuwde belangstelling. Een nieuw<br />
hoogtepunt vormt 1740, wanneer Alphonsus van Liguori zijn Glorie di<br />
Maria publiceert. En in 1950, wanneer Le Corbusier zijn kapel Notre-<br />
Dame-du-Haut bij Belfort bouwt, wordt het dogma van de lichamelijke<br />
tenhemelopneming afgekondigd. Ook nu gaan meetkunde en spiritualiteit<br />
‘in gesloten gelid door de tijd’ (p. 384), al gaat de meetkunde voorop. De<br />
neostijl is iets later dan de niet-euclidische meetkunde, het Romaans net<br />
iets later dan het werk van Gerbert, de fabriekshalstijl net iets later dan Einsteins<br />
publicatie. Het buiten is het primordium, het binnen volgt.<br />
Van den Berg, zo lijkt het, heeft zijn doel bereikt. Zijn overzicht vertoont<br />
echter hiaten. Waar staat Newton in dit overzicht? Wat is de metabletische<br />
betekenis van de jaren 1665 en 1666 waarin hij zijn grote ontdekkingen<br />
doet? Om die vraag te beantwoorden, aldus Van den Berg, moeten<br />
we metabletisch te werk gaan en onszelf de vraag stellen wat er in die jaren<br />
gebeurde. Oliva, de generaal der jezuïeten, gaf in 1667 opdracht het plafond<br />
van de Gesù te verluchtigen met een schildering die een illusoire,<br />
open, roerige, overbevolkte, onrustige hemel toonde. Niet lang daarna, in<br />
1669, spoorde de Lutherse predikant Spener zijn toehoorders aan om met<br />
vrienden op zondagen samen te komen en een godvruchtig boek te lezen<br />
– het begin van het piëtisme. Andere synchrone feiten, die op het eerste<br />
gezicht voor zijn project buitengewoon bruikbaar lijken, worden niet vermeld,<br />
zoals de baanbrekende wijze waarop Johannes Vermeer in 1665 en<br />
1666 het perspectief toepaste. De burgerlijke woningen die hij vereeuwigde<br />
ademen een contemplatieve, zondagse stilte. Van den Bergs inspiratie<br />
laat het plotseling afweten, zo lijkt het. Metabletica van de materie is echter<br />
niet ten einde. De auteur wenst zijn thema uitputtend te behandelen.<br />
Toch verandert er iets. Tot hier was Metabletica van de materie een betrekkelijk<br />
overzichtelijk boek, maar de uiteenzettingen die nu volgen missen precisie.<br />
Het is alsof de auteur in tijdnood raakt. In moeizame, wanordelijke<br />
pagina’s wil Van den Berg nieuwe synchronismen opsporen tussen nieteuclidische<br />
meetkunde en moderne spiritualiteit. Riemann presenteert<br />
zijn niet-euclidische meetkunde op 10 juni 1854 – op 8 december van dat<br />
jaar wordt het dogma van de onbevlekte ontvangenis afgekondigd. Klein<br />
249