Boude bewoordingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
zich uit de arbeidersklasse los te maken en aan de machine, waarvan zij volgens<br />
Marx ein blosses Zubehör waren, te ontsnappen. Nooit eerder in de geschiedenis<br />
wist zo’n omvangrijke groep mensen zoveel sociale vooruitgang<br />
te boeken, in een samenleving die rechtvaardiger was dan welke andere samenleving<br />
ook. In de jaren zeventig, aldus Van den Berg, dreigt zich deze<br />
situatie te herhalen. Nooit eerder werden zoveel individuen (met en zonder<br />
talent) toegelaten tot de universiteit. Omdat men competitie onrechtvaardig<br />
acht en elke vorm van discriminatie wil uitbannen, wordt de universiteit ‘gedebiliseerd’.<br />
Wetenschappen veranderen in pseudo-studies voor pseudo-studenten.<br />
Dit alles getuigt volgens Van den Berg van de aloude lust om te vernietigen.<br />
Daar waar deze lust van bovenaf getolereerd, gelegitimeerd, zelfs<br />
aangemoedigd wordt, verschijnt de hooligan ten tonele.<br />
De vraag Wat gebeurde er nog meer? wordt door Van den Berg vervolgens<br />
ook ten aanzien van de vrouwenmode opgeworpen. The Great Exhibition<br />
van 1851 werd bezocht door een aantal Amerikaanse vrouwen in broekpak,<br />
in een bifurcated costume zoals dat destijds heette. Het initiatief tot dit<br />
opzienbarende gedrag werd genomen door Amelia Bloomer. De rok, het<br />
kledingstuk waarmee de vrouw zich eeuwenlang van de man had onderscheiden,<br />
raakte in het defensief. Dat was betreurenswaardig, aldus Van<br />
den Berg, want de rok is een verleidingsinstrument dat de fantasie prikkelt.<br />
De broek daarentegen ontluistert (p. 202). Vanaf dat moment werd de<br />
vrouw het doelwit van twee concurrerende, nauwelijks te stuiten processen:<br />
seksualisering en masculinisering. Dit blijkt volgens Van den Berg uit<br />
een eigentijdse afbeelding van een vrouw die, gehuld in een aerobics-kostuum<br />
en met een uitdagende blik, in de ringen hangt. Voor de vraag wat<br />
metabletica is, is dit terzijde van belang. Voor degenen die de broek, en zeker<br />
de ultieme broek: de jeans, niet minder legitiem of verleidelijk achten<br />
dan de rok (om maar te zwijgen van de hoepelrok) is Van den Berg met<br />
zijn typische smaak, met zijn esthetische voorkeuren en erotische voorstellingen,<br />
al te nadrukkelijk aanwezig in de tekst. De auteur beschouwt zijn<br />
beeld, zijn respons op de stimulus als leidraad, als vertrekpunt voor zijn<br />
oordeelsvorming. Uit een immense hoeveelheid visualiseringen van<br />
(vrouwelijke) lichamelijkheid selecteert hij die ene afbeelding die zijns inziens<br />
het proces van seksualisering een gezicht geeft en in één oogopslag<br />
zichtbaar maakt. In Metabletica schreef hij al dat de emotie de maatstaf voor<br />
het oordeel is (p. 250), maar hoe betrouwbaar is dit procédé? Wordt hier<br />
niet te gemakkelijk een zekere Dignität verleent aan subjectieve, zelfs excentrieke<br />
gevoeligheden en irritaties? Deze vraag wordt niet alleen opgeroepen<br />
wanneer Van den Berg over vrouwenkleding en coitus a tergo<br />
spreekt, maar dringt zich ook op waar het zijn case studies, zijn dossier- en<br />
gevalstudies van vooraanstaande hooligans betreft. Is het legitiem zoveel gewicht<br />
te hechten aan de onmiddellijke indruk die een afbeelding maakt?<br />
189