19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

om, terwijl Van den Berg door praktiserend psychiater Mooij met een zekere<br />

sympathie wordt gelezen, is het oordeel van academici zoals Pranger,<br />

Van Hoorn en Van Belzen overwegend negatief. Mooij leest hem in zekere<br />

zin van binnenuit, en Van den Berg is het type auteur dat zich bij voorkeur<br />

tot ‘verwante geesten’ richt. De academici daarentegen zijn eenstemmig<br />

geneigd de metabletica te verwerpen. Daarin tekent zich een herhaling<br />

af van het zojuist geschetste patroon en dat geldt evenzeer voor de reactie<br />

van Van den Berg zelf, die ook ditmaal ervan afzag zich rechtstreeks in de<br />

discussie over zijn werk te mengen. Van Belzen schrijft: ‘Zo is Van den<br />

Berg dan toch een keer bij zijn “critici” op bezoek geweest... Van de hem<br />

geboden mogelijkheid om een afsluitend hoofdstuk met weerwoord, uitleg<br />

of toelichting te schrijven, heeft Van den Berg echter geen gebruik willen<br />

maken. Hij was al weer te zeer bezig met een volgend boek’ (p. 9). Tot zover<br />

enkele critici.<br />

Sommige sympathiserende teksten stellen zich ten doel de metabletische<br />

methode te reconstrueren. Tot dit teksttype kan het proefschrift De metabletische<br />

methode van Parabirsing (1974) worden gerekend. Toen in 1956<br />

Metabletica verscheen, aldus de auteur, werd door critici bezwaar gemaakt<br />

tegen het ontbreken van een methodologische verantwoording. Zij werd<br />

door Van den Berg herhaaldelijk in het vooruitzicht gesteld, maar hoewel<br />

hij gedurende de daaropvolgende jaren buitengewoon productief was en<br />

omvangrijke metabletische studies publiceerde, duurde het tot 1968 voordat<br />

hij zijn belofte waarmaakte. In Metabletica van de materie zette Van den<br />

Berg in dat jaar zijn methodologische principes uiteen, maar hij deed dat<br />

nogal bondig. Parabirsing probeert tot een meer uitvoerige omschrijving te<br />

komen op basis van de metabletische studies die tussen 1956 en 1968 verschenen.<br />

Op die manier wil hij ‘beroep aantekenen’ tegen het oordeel van<br />

critici dat de metabletica een privé-wetenschap zou zijn. In zijn Ten Geleide<br />

bij het boek omschrijft Paul Thung het onderzoek van Parabirsing terecht<br />

als een immanente, descriptieve ‘anatomie’. De beoordeling van Van den<br />

Bergs werk wordt aan anderen overgelaten en hetzelfde geldt in feite voor<br />

de ‘vergelijkende’ anatomie, dat wil zeggen voor de vergelijking van het<br />

werk van Van den Berg met dat van geestverwanten, zoals Kuhn en Foucault.<br />

Parabirsing schrijft hierover: ‘De vergelijking wordt hier slechts aangesneden<br />

in de hoop dat filosofisch meer bevoegde auteurs hierop in de<br />

toekomst nader zullen ingaan’ (p. 3).<br />

Ook het aantal publicaties dat hij bespreekt beperkt de draagwijdte van<br />

Parabirsings onderzoek. De publicaties van na 1968, en daartoe behoort al<br />

het maatschappijkritische werk, blijven buiten beschouwing. Ondanks<br />

deze beperkingen is Parabirsings boek een nuttig document, met name<br />

omdat de lezer een goed beeld krijgt van de reacties die Van den Bergs eerste<br />

metabletische studies ten deel vielen. Was het oordeel van critici over<br />

30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!