19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

architectuur) voltrekken. In De Kop van de bromvlieg worden de insectenstudies<br />

van Réaumur verhelderd door ze met andere, min of meer gelijktijdige<br />

gebeurtenissen of publicaties te vergelijken, zoals een publicatie van de<br />

literatuurcriticus Bodmer uit 1740 over het wonderbaarlijke in de poëzie.<br />

Op het eerste gezicht lijken de initiatieven van Bodmer en Réaumur (afgezien<br />

van hun datum van publicatie) weinig of niets met elkaar gemeen te<br />

hebben, aldus Van den Berg. De publicatie van Réaumur is op geen enkele<br />

wijze te beschouwen als een ‘gevolg’ van die van Bodmer, of omgekeerd.<br />

Dat de betrokken auteurs kennis namen van elkaars werk is niet erg waarschijnlijk,<br />

maar doet ook niet ter zake. Er is sprake van een spontante gelijktijdigheid,<br />

van spontane verwantschap tussen beide gebeurtenissen. De strijd<br />

tégen het wonderbaarlijke in de wetenschap spoort, temporeel gezien, met<br />

het pleidooi vóór het wonderbaarlijke in de poëzie. Beide gebeurtenissen,<br />

beide publicaties maken deel uit van één Verweisungszusammenhang, zodat<br />

de ene publicatie of gebeurtenis behulpzaam kan zijn bij het begrijpen van<br />

de andere, min of meer gelijktijdige gebeurtenis, die dankzij deze vergelijking<br />

in een bepaald perspectief, een bepaald licht komt te staan. De publicatie<br />

van Réaumur verheldert de betekenis van die van Bodmer, en omgekeerd.<br />

Het jaar 1740 is bovendien het ‘metabletische jaar’ waarin Abraham<br />

Trembley de zoetwaterpoliep ontdekte, de architect Soufflot een pleidooi<br />

hield voor de zogeheten neo-stijlen in de architectuur en David Hume het<br />

boek publiceerde waarmee hij de filosofie uit haar metafysische sluimer<br />

wekte. De metabletica zoekt vervolgens naar de samenhang, de gemeenschappelijke<br />

noemer van deze initiatieven.<br />

‘Op 23 november 1933 – ik was toen negentien jaar – ving ik een bromvlieg,’<br />

zo luidt de openingszin van De kop van de bromvlieg. Het is het begin<br />

van een lange, anekdotische passage waarin Van den Berg de oorspronkelijke<br />

nabijheid, om niet te zeggen intimiteit tussen alledaagse ervaring en wetenschappelijk<br />

onderzoek benadrukt. Het experiment van de negentienjarige<br />

amateur-entomoloog Van den Berg dat in deze passage wordt<br />

beschreven was in feite een herhaling van een klassiek experiment uit de<br />

pionierstijd van de biologie, namelijk de proef waarmee de Florentijnse arts<br />

Francesco Redi in 1649 de aristotelische theorie van spontane generatie<br />

weerlegde door aan te tonen dat in rottend vlees zich alleen maden ontwikkelen<br />

als een vlieg er haar eitjes in legt. Het experiment van Redi heeft, net<br />

als dat van Van den Berg bijna driehonderd jaar later, de alledaagse leefwereld<br />

als context of discovery. Het is eenvoudig en kan in principe door iedereen<br />

worden uitgevoerd. Men kent het object – de bromvlieg – uit de alledaagse<br />

ervaring. De natuurlijke situatie hoeft niet of nauwelijks verstoord te<br />

worden. Men hoeft geen laboratorium te bouwen.<br />

Ook bij Linnaeus is de alledaagse context nog niet verdwenen. Bij de keuze<br />

van een officiële naam voor de bromvlieg laat hij zich door de alledaagse<br />

210

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!